"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Spitzen

Zaterdag, 22 maart, 2008

Geschreven door: Thomas Rosenboom
Artikel door: Daan Stoffelsen

Zwanen die niet uit kunnen vliegen

Spitzen, het boekenweekgeschenk 2004, toont ons in kort bestek de opkomst van een kleinzerige Don Juan en zijn transformatie tot een rancuneuze Machiavelli. Alleen de publieke afgang blijft ons bespaard, en dat is onverwacht bij een boek van de man die menselijke zwakheden pijnlijk tergend kan uitwerken, Thomas Rosenboom.

Het begint wel met en afgang. Han Bijman, vijfenveertig jaar, gesjeesd student scheikunde en nu administratief medewerker bij Shell, heeft net de cursus Tango voor Beginners 1 achter de rug en gelooft dat hij nu mee kan dansen op de meest prestigieuze salon van de stad. Hij komt te vroeg, zit uren op een kans te wachten om een dame uit te nodigen, en blundert afgrijselijk bij zijn eerste dans. Hoogmoed, val, en… redding: een blonde schone vraagt Han ten dans en leidt hem in de laatste dans.

Dat is Esther, en samen met Esther neemt hij les in de Milonga, een tango-achtige dans, en van het een, zoals ze zeggen, komt het ander. Bijman had nog nooit een vrouw gezoend, maar nu hij vrijt met deze ervaren vrouw, voelt hij zich de gelijke van haar regisseur, haar dichter, haar smokkelaar, haar restauranthouder, haar ontelbare vakantieliefdes, én haar liefde van het moment. Want toen Bijman in de naïviteit van eerste liefde haar vroeg of zij verliefd was, vertelde ze over hem, de Indische Shanna, die over drie weken zou komen. Na een eerste schok voelt Bijman triomf: hij is niet alleen een gelijkwaardige minnaar, maar ook één die deel uitmaakt van haar bedrog. En hij op zijn beurt bedriegt haar met zijn bovenbuurvrouw. Langzaamaan gaat voor onze Don Juan het verleden echter zwaarder wegen dan het heden.

‘Vanaf de brug links kwam een grote, witte vogel aanvliegen, zwaar wrikkend over de gracht; de zwaan passeerde op volle snelheid, maar toen hij bij de brug rechts aankwam had hij nog niet voldoende hoogte gewonnen om eroverheen te vliegen en liet hij zich op het allerlaatste moment terugvallen in het water.
[…]
Zoals hij zich kortgeleden nog op de vleugels van het geluk tot poëzie had verheven, zo was het nu de pijn die hem tot dieper begrip en een vergelijking bracht, immers: wanneer het vak tussen de brug links en die rechts te kort was om als startbaan te dienen, waar viel er in de stad dan wel een baan met voldoende lengte te vinden? Het kon niet anders of de zwaan, net als alle andere zwanen in de stad, was ooit vanaf het IJ of de Amstel de grachten binnengezwommen, aangetrokken door het vele voedsel, maar na een paar hoeken, dagen en weken wist het dier de weg naar het ruime water natuurlijk niet meer terug te vinden…
[…]
En zo was het paradijs voor de zwaan een verstikkende doolhof geworden, een gevangenis waar niet meer uit te ontsnappen viel, net zoals hij argeloos de liefde was in gegaan en nu gevangenzat in een doolhof van herinneringen, de zoetste het bitterst…’

Geschiedenis Magazine

Ondanks de geheime afspraakjes in de marges van Shanna’s aanwezigheid, groeit Bijmans bitterheid. Hij stookt in de relatie, liegt wat meer (hij had zich al naar het lab van Shell gepromoveerd en zijn maagdelijkheid verzwegen) en steelt zelfs haar dingen om hen er ruzie over te laten hebben. Kleinzielig, maar wat moet de bedrieger die bedrogen wordt in alles wat hij heeft?

Daar, daar is het. Begrip. Rosenboom bespaart ons de publieke afgang van zijn hoofdpersoon, laat ons meeleven. Hij wekt spanning op, boosheid (hoe kan hij vragen naar verliefdheid? Waarom doet hij zo jaloers?), maar geen plaatsvervangende schaamte. Zoals het schrijnde op die eerste tango-avond, zoals Bijman dan een sukkel is, zo is hij elders tenminste een minnaar, soms zelfs een winnaar, zoals hij zich verheugen kan in met de voet omhooggewipte slipjes en gloednieuwe shirtjes alleen voor hem.

De halve waarheden hadden hele bommen onder Bijmans paradijs kunnen zijn, zijn neergang, waarbij hij Esther en haar Indiër nog onder zich duwt, had zichtbaarder kunnen zijn dan in het medelijden van zijn bovenbuurvrouw. Het zijn mogelijkheden die Rosenboom heeft laten liggen, zwanen die hij uit had kunnen laten vliegen, maar deze opzet creëerde een lichtheid, een mildheid die misschien nog wel gevaarlijker is. Want Bijman is geen slachtoffer van het noodlot, maar een doelbewuste relatiemoordenaar. Ja, een relatie maar, maar toch een moordenaar. En ook als dat argument niet geldt, dan nog zij het genre, de novelle, het 96-pagina-begrensde boekenweekgeschenk, een excuus. Die begrenzing heeft misbaksels opgeleverd, en dat is Spitzen niet geworden. Een liefdesverhaal met Rosenboomachtige tragedie in het verschiet en boekenweekgeschenkachtige lichtheid.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: