"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Spoken in Moskou

Woensdag, 4 september, 2019

Geschreven door: Joseph Roth
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Joseph Roth op bezoek in communistisch Rusland

[Recensie] Tot diep in de jaren tachtig, eigenlijk tot en met de val van de muur waren er mensen die de heilstaten van communistische snit in het Oosten verdedigden. Je had daar allerlei verschillende groepen in. De ene groep geloofde toch echt dat de DDR het paradijs was, anderen zochten het verder en waren van mening dat China het grote voorbeeld van een arbeidersheil staat was.

Hoeveel boeken van dissidenten of andere critici er ook verschenen in de twintigste eeuw, geloof, zo bleek maar weer, is vaak sterker dan de rede. In het begin van het communisme als staatsinrichting, zeg maar vanaf de Russische Revolutie, was dat al niet anders. In de jaren twintig trokken veel schrijvers en journalisten naar het toen net tot de Sovjet-Unie omgedoopte Rusland. Iedereen wilde met eigen ogen zien hoe Lenin, en later Stalin het er vanaf brachten. De informatie waar mee ze thuiskwamen was lang niet altijd rooskleurig.

Een van die schrijvers die al vrij vroeg er ging kijken was de van oorsprong Oostenrijks-Hongaarse en Joodse Joseph Roth. Deze schrijver en journalist (1894-1939) is in de Nederlandse letteren bezig met een revival. Onder de bezielde leiding van vertaalster en Roth-kenner Els Snick en met steun van het Joseph Roth Genootschap vindt de laatste jaren het ene Roth boek naar het andere zijn weg naar een groeiende groep lezers. Recent verscheen nog zijn briefwisseling met Stefan Zweig. En dat Koen Peters dit jaar in zijn roman Kamer in Oostende uitgebreid stilstaat bij Roth helpt ook.

In Spoken in Moskou zijn Roths reportages, brieven en dagboekaantekeningen over zijn reis in 1926 naar Rusland gebundeld. Het is een vreemde titel, omdat Roth nauwelijks in Moskou verblijft, maar vooral de zuidelijke staten van de SU doorkruist. Roth kijkt er zijn ogen uit. Op 30 augustus schrijft hij een brief over zijn eerste twee maanden in Rusland:

Archeologie Magazine

“Ben er nog steeds niet toe gekomen om iets te schrijven. Ik was totaal overrompeld, ongelooflijk nieuwsgierig, voortdurend opgewonden. […] Mocht je ineens op een totaal andere planeet zijn aangekomen, het zou niet eigenaardiger en vreemder kunnen zijn.”

En toch zijn het in Rusland de wat milde jaren, de jaren dat iedereen het er onder het communisme redelijk goed had. Meteen na de revolutie werd de landbouw hervormt, naar communistisch model. De Russische boeren hadden er echter niet echt trek in te werken in collectieven waarbij ze alles moesten afstaan en er zelf geen profijt van hadden. De collectivisatie liep uit op een groot fiasco en enorme hongersnoden waren het gevolg. Vanaf 1921 werd het wat minder dramatisch. Lenin voerde toen de NEP in, de Nieuw Economische Politiek, waarmee mensen op het platteland weer lapjes grond rond hun huizen mochten bewerken en belangrijker, de opbrengst zelf mochten verkopen. Ook in de steden werd vrije handel weer toegestaan. Het was binnen de kortste keren gedaan met de hongersnood. In dit klimaat reist Roth door Rusland. Hij ziet een nieuwe klasse ontstaan, een nieuwe bourgeoisie. Roth schrijft in de Frankfurter Zeitung, waarvoor hij als correspondent Rusland bezocht, in oktober 1926:

“Uit de puinhopen van het verwoeste kapitalisme rijst de nieuwe burger (‘novy boerzjoej’) op, de NEP-man, de nieuwe handelaar en de nieuwe industrieel, primitief als in de oertijd van het kapitalisme, zonder beurs en koersnoteringen, slechts met vulpen en wisselbrieven. Uit het volkomen niets verrijzen goederen. Van honger maakt hij brood, van iedere ruit maakt hij een etalage.”

Roth laat op vermakelijke wijze zien dat de NEP eigenlijk helemaal niets met het communisme te maken heeft. De NEP-mannen zien het communisme als een overgang naar een kapitalistische democratie. De tijd zal anders beslissen. Toen Stalin eind jaren twintig definitief de macht greep werd de NEP ruw afgeschaft, voortaan zou de SU volgens de beruchte vijfjarenplannen worden bestuurd.

Over een aantal zaken is Roth positief. Hij ziet dat de positie van de Joden in Rusland er op vooruit is gegaan. Die mogen gewoon meedoen als iedereen. Ook ziet hij dat er zich een emancipatie voltrekt van de Russische boer, nog maar enkele decennia geleden waren zij nog lijfeigenen. Nu zijn het volwaardige medeburgers. Roth schrijft: “Maar momenteel zie je op het platteland nog steeds dit mooie schouwspel: hoe knechten veranderen in mensen.”

Toch is Roth overwegend negatief over de SU. Niet zozeer het sociale project, daar ziet hij nog wel concrete verbeteringen, maar cultureel vindt hij “beslist” geen verbetering. Eind oktober ’26 schrijft hij over de sfeer in de grote steden. Hij vindt hij het maar een kleurloze bedoeling, een “grauwe massa die haar bevolkt”. “Het mist de vrolijkheid die je alleen in een oude wereld kunt aantreffen, nooit in een wereld in wording. Het mist het soort spontaniteit dat het kind van de overvloed is. Hier zie je slechts nood of noodzakelijkheden.”

Ook op het gebied van de liefde in Rusland mist Roth de essentie. Het is volkomen gerationaliseerd. Iedereen kan even snel trouwen en ook weer scheiden als het niet bevalt.

“[…] de nieuwe geslachtelijke moraal beperk[t] zich tot het reduceren van de liefde tot een hygiënische vlekkeloze paring van twee door films, brochures en schoolvoordrachten seksueel voorgelichte personen van verschillend geslacht. In de meeste gevallen gaat daar geen aanzoek, versierkunst of opgewondenheid aan vooraf.”  “Men lijkt niet te begrijpen dat liefde altijd heilig is en dat het moment waarop twee mensen zich verenigingen altijd iets verhevens heeft.”

De reis naar Rusland leert Roth dat hij er zich nooit zal thuis voelen. Het land mist een ziel, zou je kunnen zeggen. Te Materialistisch, te koud, te rationeel. Roth leert er vooral, mede omdat hij zijn geliefde en vrienden al die maanden moet missen, wie hij zelf is, voor welke waarden hij staat. En dat zijn niet de communistische. In september schrijft hij aan een vriend: “Nooit eerder heb ik me zo Europees gevoeld, of noem het mediterraan, Romein en katholiek in één, humanist en renaissancemens. Niets van al wat ik in Parijs over mezelf heb verteld was juist, en veel van wat ik u hebt verteld was wel juist. Ik heb er goed aan gedaan om naar Rusland te komen. Anders had ik mezelf nooit leren kennen.” Was die Russische revolutie toch nog ergens goed voor.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur:

De legende van de heilige drinker

De honderd dagen

Radetzkymars (vertaling Elly Schippers)