"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Standplaats Istanbul

Woensdag, 13 februari, 2019

Geschreven door: Fokke Gerritsen
Artikel door: Nico Voskamp

Verdomd interessant, maar gaat u verder

[Recensie] Een kloek boek is het, een maatje groter dan een gewone roman, dik 300 pagina’s stevig papier en een omslag met een ruime flap die je gemakkelijk tussen de bladzijden kunt steken als je ergens tussen twee artikelen bent gebleven. Hier is niet bezuinigd op de uitvoering. Het gaat dan ook om een jubileumboek van het Nederlands Instituut in Turkije.

Voor wie dat voor het eerst hoort: het gaat om het NIT: “In het hart van Istanbul bevindt zich het Nederlands Instituut in Turkije (NIT), een onderzoekscentrum dat de archeologie, geschiedenis en het erfgoed van Turkije bestudeert.” Het NIT bestaat nu zestig jaar, daarom dit boek met een missie: “Met dit boek willen we iets van de veelzijdigheid van Turkije laten zien, en die van de samenlevingen die daaraan zijn vooraf gegaan.”

Een nobel doel, waaraan 30 onderzoekers bijdragen met artikelen over het inderdaad veelzijdige Turkije. Heel onlogisch is die veelzijdigheid trouwens niet, aangezien Turkije, in casu Istanbul, een krankzinnig lange en rumoerige geschiedenis kent. Het kost de deskundigen dan ook geen moeite zich uit te leven in een waaier van onderwerpen, van archeologie tot mediëvistiek.

Het eerste artikel bijvoorbeeld, De Slangenzuil op het Paardenplein refereert aan de Griekse geschiedschrijver Herodotus, die dat monument voor het eerst beschrijft halverwege de vijfde eeuw voor Christus. De Slangenzuil stond destijds nog tegenover de Tempel van Apollo in Delphi. Het was een driekoppige bronzen monsterslang die uit de aarde oprees om waakzaam uit te kijken in de richting van de drie continenten die de Griekse wereld omringden: Europa, Asia en Libya (Afrika). Vandaag de dag staat de zuil er hoofdloos bij: de drie slangenkoppen braken er in 1700 af, maar de Slangenzuil doet nog steeds zijn werk. Er komen nog steeds in Istanbul geen giftige slangen voor.

Dans Magazine

Het artikel is een goede meetlat voor de rest van het boek. De artikelen zijn over het algemeen goed leesbaar, onderhoudend en voeren de lezer mee in fascinerende werelden. Ook qua stijl is het boek een redelijk homogeen geheel. Dat mogen de redactieleden als compliment opvatten, gezien de ver uit elkaar liggende expertisegebieden en -achtergronden van de onderzoekers.

Waarbij, moet daar direct aan toegevoegd worden, sommige verhalen interessanter zijn dan anderen. Dat is natuurlijk onvermijdelijk, zoveel onderwerpen, zoveel smaken. Wat veel mensen zal aanspreken is de materie die Willemijn Waal  ons voorschotelt in Fabels en parabels uit het Hittitische Rijk. Die is zo actueel dat het naadloos bij ons huidige denkraam aansluit; het artikel beschrijft het Hatti-rijk, dat heerste over Anatolië tussen 1650-1200 v.Chr. De reden dat we van zo’n allemachtig aantal eeuwen geleden nog iets weten is, dat de Hittieten buitengewoon slijtvast materiaal gebruikten voor hun geschriften. Ze schreven op kleitabletten die de eeuwen overleefden, en gelukkig voor het nageslacht een goed beeld geven van de fabels en parabels van dat oeroude volk.

Het blijken verhalen te zijn met een overwegend stichtelijke boodschap. Er wordt in beeldende taal verteld hoe het niet moet, zoals over een ondankbare zoon jegens zijn vader. Of hebzucht, of iets voor ons goed herkenbaars als corrupte ambtenaren. En wat te denken het belang van deugdzaamheid? Dat was ook toen al een populair onderwerp, hier vervat in het verhaal over de vrijpostige Mariya.

Het gevaar van eindeloos citeren wordt gelukkig door de beperkte lengte van deze recensie ingeperkt. De bladzijdenlange uitweidingen over het rijke verleden van Turkije staan gewoon in het boek, sterker, om dat verleden te herbeleven is het bedoeld. Het Nederlands Instituut in Turkije kan tevreden zijn met haar 60-jarige jubileumboek, het is goed gedocumenteerd, rijk gevarieerd, in goed toegankelijke taal geschreven en nog boeiend ook. Op naar de volgende 60 jaar.

Eerder verschenen op Hebban

en op Nico’s recensies