"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Stern 111

Vrijdag, 24 juni, 2022

Geschreven door: Lutz Seiler
Artikel door: Jan Stevens

Vlucht uit de DDR

[Recensie] Stern 111, ik kende deze transistorradio niet maar dit blijkt een heroïsch model te zijn uit het voormalige Oost-Duitsland. Velen onder de jongere lezers zullen zich dit nauwelijks kunnen voorstellen hoe magisch het was om een radio te kunnen meedragen als je ergens naartoe ging. Ik herinner mij nog haarscherp de eerste transistorradio die mijn vader kocht eind jaren ’60, eentje met van die dikke ronde batterijen. Dit slechts even terzijde omdat dit toestel het toonbeeld is van een vervlogen straatbeeld, een verdwenen maatschappij waar er nog verbazing was over ‘wireless’ maar ook omdat Seiler dit toestel als rode draad verweeft doorheen die fenomenale roman die de gevolgen van de val van de Berlijnse muur en de teloorgang van Oost-Duitsland weergeeft. Hij doet dit fijnzinnig en haast onmerkbaar via protagonist Carl Bischoff.

De val van de muur betekent voor Carl en zijn ouders Inge en Walter Bisschof rustig wonend in het Oost-Duitse Gera een ware ommekeer. Zonder ook maar enige verantwoording of uitleg beslissen de vijftigers Inge en Walter onmiddellijk na de val van de Berlijnse muur om het westen op te zoeken. Zij doen dat met een plan, twee rugzakken en de accordeon van Walter. Carl krijgt de opdracht, de taak om het thuisveld te onderhouden. Zonder veel uitleg en met een potje geld moet hij het huis bewaken terwijl zijn ouders vluchten in de veronderstelling dat die muur, maar slechts beperkte tijd zal open blijven. Het waarom van die vlucht wordt spaarzaam prijsgegeven.

Veel vraagtekens voor Carl, en hij blijft alleen zonder antwoorden achter met de opdracht van zijn vader om goed voor de Zjigoeli te zorgen. De Zjigoeli, later het automerk Lada, nog zoiets dat veel jongeren wel kennen, maar nooit gekend hebben is net zoals de Stern 111 een nevenpersonage uit levensloos materiaal, maar die ook zijn rol opeist in deze geschiedenis. Hij houdt het alleen niet uit stapt in de Zjigolie en rijdt naar Oost-Berlijn waar alles nog moet beginnen. Vanaf dan krijgen we afwisselend de belevenissen van Inge en Walter tijdens hun vlucht en van Carl in zijn leven in de zelfkant van de wederopbouw van Oost-Berlijn. Het is ook de weergave van de getroebleerde relatie tussen een jongeling die zijn weg zoekt als dichter en poëet en zijn ouders die ook hun weg zoeken. Ze verzwijgen veel voor elkaar, om elkaar te sparen, maar ook omdat zij zich pas willen open stellen als hun doel bereikt is. Carl voelt zich geen deelgenoot meer van dat gezin en stort zich in een soort van, soms letterlijk, ondergrondse leefgemeenschap van Berlijners die radicaal en anarchistisch ook hun weg zoeken naar rechtvaardigheid, de kracht van de arbeiders wil verzilveren en het westerse kapitalisme de rug toekeren. Hij verblijft er in de wijk Prenzuer waar kunstenaars, musici e.a. vrijgevochtenen overleven en dromen. Zijn komst met de Zjigoeli gaat niet onopgemerkt voorbij en langzaam evolueert hij, dankzij zijn metserskwaliteiten tot één der ingewijden van die gemeenschap. Maar hij vecht met zichzelf en zijn drang tot het schrijven van poëzie, botst er op een jeugdliefde en andere markante figuren. Deze innerlijke strijd wordt weergaloos beschreven en stuwt je verder naar de toekomst.

Helaas, de vrijstaat, deze alternatieve vorm van samenleven houdt het niet uit. Kan ook niet anders, tegen aanstormend geweld van het Westen en de vastgoedsector is niks gebaat. Ondertussen hebben Inge en Walter ook hun doel bereikt en wordt er en fysieke ontmoeting geregeld tussen ouders en zoon, ongemakkelijk maar nodig om antwoorden te krijgen.

Bergen

Woorden schieten hier tekort om de impact van deze roman te omschrijven.

Een prachtig geconstrueerde roman over een jongeling die zichzelf zoekt in de vrijstaat van Oost-Berlijn na de val van de muur, maar meteen ook een sterk historisch perspectief van een bewogen periode.

Eerder verschenen op Boekensite Gent