"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Tabak

Dinsdag, 8 december, 2020

Geschreven door: Jonathan Robijn
Artikel door: Marnix Verplancke

De eerste zin

“Dat hij er goed aan had gedaan om voor de specialiteit van de dag te kiezen, bleek meteen toen een serveerster het voorgerecht opdiende.”

Recensie

Jimmy is een levensgenieter die graag exquis eet en drinkt in het Brusselse restaurant waar hij al decennialang klant is, na de maaltijd mijmerend een Gauloises opsteekt en naar het hotel struint waar een meisje op hem ligt te wachten om teder gestreeld te worden. Hij is een man die zich een fijnzinnige stijl heeft aangemeten, rookt om zijn minachting voor de eindigheid van het leven te etaleren en houdt van de rituelen die ermee gepaard gaan. Roken, zo wil hij, maakt net als begijnhoven, belforten en de Gilles van Binche deel uit van ons cultureel erfgoed. Alleen is het een bedreigd erfgoed, want in ons tijdperk van bewustwording zit roken in het verdomhoekje, samen met alcohol drinken, vlees eten en vliegen. Volgens Jimmy gaat de wereld ten onder aan mensen die het goede willen doen.

Boekenkrant

Wanneer Jimmy in het begin van Jonathan Robijns roman Tabak te horen krijgt dat hij longkanker heeft en nog maar een paar maanden te leven heeft, legt hij zich bij de realiteit neer. Aan stoppen met roken denkt hij niet. Dat zou toch geen verschil maken. Wel wil hij nog een keer zijn oorspronkelijk merk proeven, het oriëntaalse Davros, dat al lang uit de handel is, maar waarvan er misschien hier of daar nog wel een pakje te vinden is. En dus contacteert hij de firma Missirian, die eertijds Davros verdeelde, wordt er ontvangen door de directeur en erfgenaam van de Armeense stichter en besluit samen met hem naar Armenië te reizen, op zoek naar Davros.

Voor Robijn is dit alles de aanleiding om Jimmy zijn voorbije leven te laten overschouwen, hoe hij zijn ouders verloor bij de geallieerde bombardementen van 1944, in de aspergebusiness terechtkwam, zijn vrouw Ella ontmoette en samen met haar twee zonen kreeg. Het is vooral een verhaal vol melancholie en het besef van gemiste kansen, van te weinig genegenheid en te veel zelfliefde. Knap is hoe Robijn zijn vertelritme in lijn weet te houden met het levensritme van Jimmy, en hoe je als lezer geleidelijk aan ook een beetje Jimmy wordt. Je snakt naar zijn koppige authenticiteit en uiteindelijk ook naar een sigaret, en dat hoeft niet eens een Davros te zijn.

3 vragen aan Jonathan Robijn

Ben je zelf een roker?

Robijn: “Ooit wel, zoals heel veel mensen wellicht, maar nu niet meer. In Tabak zijn de sigaretten een metafoor voor de vrijheid. Vandaag zijn we van mening dat de vrijheid van de een stopt waar die van de ander in het gedrang komt. En degene die er het best in slaagt om zijn vrijheid te beargumenteren haalt het. Voor Jimmy is roken een levensstijl die steeds meer in de verdrukking komt, en dat door onuitgesproken regels. Het probleem is dat we vandaag weten wat goed en slecht is voor de mens en de planeet, en dat we elkaar perfect proberen te maken. Het is een kwalijke evolutie die tot een collectieve neurose leidt. Het is immers onmogelijk om aan alle regels te voldoen. Eet ik niet te veel suiker? Moet ik niet minderen met alcohol? Heb ik vandaag mijn 10.000 stappen al gehaald? Het is een kwalijke zelfkwelling.”

Halverwege je roman ben ik het gaan opzoeken en Davros blijkt echt bestaan te hebben. Waarom heb je voor dat merk gekozen?

Robijn: “Omdat mijn vader het zijn hele leven heeft gerookt, tot het merk uit de handel werd genomen. Roken was een deel van zijn existentie, niet iets dat hij zomaar deed. Later, toen ik in Armenië werkte, ontdekte ik dat Davros een Armeens sigarettenmerk was. In mijn hoofd bracht Davros mijn vader en Armenië samen, en daar is Tabak uit gegroeid. Jimmy lijkt heel sterk op mijn vader, maar een vaderboek is mijn boek zeker niet. Tabak is een ideeënroman. Ik wil mensen aan het denken zetten over de noodzaak en haalbaarheid van al die regels, want ik ben ervan overtuigd dat mensen uiteindelijk het beste willen doen, ook zonder regels.”

Dus met zijn allen naar Armenië, waar je nog mag roken op restaurant?

Robijn: “Wat mij fascineert aan de Kaukasus, waar Armenië toe behoort, is dat daar het Russische, het Perzische en het Ottomaanse Rijk elkaar ontmoeten, wat in het slechtste geval tot oorlog leidt, en in het beste tot een enorme culturele verrijking. Jimmy ervaart Armenië als het Vlaanderen van zijn kindertijd, en dat gevoel had ik ook toen ik er tussen 2003 en 2006 woonde. Er wordt inderdaad overal gerookt. Zeker op restaurant is dat vervelend, maar daar staat tegenover dat het er in een Armeens restaurant veel gezelliger en losser aan toegaat dan in een Vlaams.”

Eerder verschenen op Knack

Boeken van deze Auteur: