"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Te laat voor de lobelia's

Dinsdag, 13 maart, 2007

Geschreven door: Marjan Berk
Artikel door: Geert Beernaert

Pluk de oude dag

Marjan Berk(1932) heeft met Te laat voor de lobelia’s (2005) haar laatste deel in een triologie, over de belevenissen van een aantal senioren, afgeleverd. Eerder verschenen in dit drieluik Toen de wereld jong was (2002) en Naar het zuiden! (2004). De rode draad door deze cyclus is de poging van een aantal bejaarden om, ondanks hun fysieke aftakeling en eenzaamheid, toch nog iets van het leven te maken en de liefde (via contactadvertenties – in het eerste deel -) en het avontuur (op vakantie naar Frankrijk in een camper – in het tweede deel -) wat aan te wakkeren.

In het derde deel Te laat voor de lobelia’s wonen drie oudere vrouwen (Patty, Hanna en Abelien) samen in een flat die hen werd nagelaten door Ferdinand (inmiddels overleden en één van de hoofdpersonen uit de vorige twee delen). Dit samenzijn kenmerkt zich door gezellige avonden waar iedereen voor elkaar kookt, waar er veel gepraat wordt over voorbije liefdes, waar men tot rust kan komen en een gelijkgezinde ziel vindt na confronterende ervaringen uit het dagelijks leven van hun oude dag…Kortom, de drie oudjes hebben het goed samen ondanks hun verschillende manier van in-het-leven-staan.

Patty die lichtjes aan het dementeren is, heeft twee maanden geleden haar huis verkocht en heeft het daar moeilijk mee. Ze droomt er nog altijd van. Ze brengt dan ook nog een ongewenst bezoek aan de nieuwe eigenaar en klampt zich vast aan een aantal planten die ze in haar oude tuin heeft verzorgd. Daarbij heeft ze ook een passie voor lobelia’s. Ze is echter vaak te laat om ze nog aan te schaffen. ‘Als ze overal staan te bloeien is het te laat. Dan zijn ze niet meer te koop. En voor zaaien is het ook veel te laat. Het is het thema is mijn leven, ik ben altijd te laat voor de lobelia’s. Stom hé.’ Op het einde krijgt ze van haar twee woongenoten lobeliazaad cadeau, ‘…het bloempje waar Patty haar leven lang al een rare, onvervulde relatie mee had’. Wanneer Patty de blijde boodschap krijgt dat ze grootmoeder wordt, krijgt haar leven weer zin en begint ze reeds met allerhande voorbereidingen. ‘Haar toekomst veranderde plots in een arcadisch landschap’.

Abelien gaat volledig op in haar nieuwe liefde Jan, een veel jongere 19-jarige graaf die verstoten werd door zijn familie omdat hij niet wou studeren aan de universiteit en die zijn creatieve ontplooiing ziet in het ontwerpen van sieraden en kralen. Ondanks de vele bedenkingen van Patty en Hanna blijft Abelien toch in deze verliefdheid geloven en ontwerpt ze een plan om Jans werk via een gesponsorde expositie in de openbaarheid te brengen.

Schrijven Magazine

Hanna, gescheiden en vertaalster van tv-programma’s en films, is de meest geëngageerde van de drie. Ze vertoont een niet-aflatende inzet voor de emancipatie van de oudere en hulpbehoevende mens. Geregeld is ze aanwezig op debatavonden (‘Hoe worden wij mentaal en fysiek soepel ouder?’,’Op weg naar normen voor verantwoorde zorg.’) en ijvert ze voor de aanpak van het grote vrouwenoverschot, waarbij ze een oplossing ziet in de haremvorming, wat haar niet altijd in dank wordt afgenomen. De idee om ouderen langer te laten werken neemt ze op de korrel en ze schrijft pamfletten voor verpleeg- en verzorgingstehuizen. Uiteindelijk start ze, met de steun van Abelien, een project ‘Pluk de dag’ dat de uiting moet zijn van hoe oudjes zelf naar hun zingeving van hun oude dag kijken: ‘De laatste rit gebruiken om creatief lol te trappen. We moeten leren leven met de dag.’ Toch mist Hanna een aantal dingen. Omdat ze al haar energie in dit project stopt mist ze de tijd om de familiebanden wat aan te scherpen en voelt ze ook de behoefte aan seksuele ontlading.

Marjan Berk heeft met Te laat voor de lobelia’s een eenvoudig verhaal geschreven over eenvoudige oude mensen, hoe die in het leven staan en hoe die nog wat zin proberen te geven aan hun bestaan. Ook nu weer bevestigt ze dat ze de titel van ‘De Koningin van het lichte boek’ waard is, want licht is dit verhaal zeker vanwege zijn vlotte leesbaarheid. De thema’s rond ouder worden en oud zijn worden zeer herkenbaar verhaald zonder te vervallen in simplisme.

Berk probeert de meerwaardezoekende literatuurliefhebber zelfs eventjes te bekoren door een aantal ouderenthema’s cultuurhistorisch te benaderen. Zo laat ze Hanna steun vinden in de literatuur- en filmgeschiedenis om een antwoord te vinden voor het grote leeftijdsverschil tussen Jan en Abelien: De l’amour van Stendhal, Le Blé en herbe en Cherié van Colette, Adolphe van Belle van Zuylen en de Chinese film De rode lantaarn worden haar steunpilaren. Wanneer Hanna thuiskomt van een meeting en ze op het nieuws hoort van de terroristische aanslagen in London zoekt ze steun bij en citeert ze uit Platform van Houellebecq: ‘Wanneer het liefdesleven ten einde is, krijgt het hele leven iets willekeurigs en geforceerds. Je hebt nog altijd een menselijke vorm, menselijke gedragingen, een soort structuur; maar, zoals dat heet, het gevoel is weg.’ Deze literaire steunpilaar wordt echter met de grond gelijk gemaakt wanneer haar project ‘Pluk de dag’ erdoor komt en wanneer ze uitgesproken emoties van een bejaarde hulpbehoevende moet aanhoren: ‘Houellebecq kan de pot op…mijn liefdesleven is allesbehalve ten einde. Niks willekeurigs. Niks geforceerd. Alles vanzelfsprekend en natuurlijk.’

‘De pot op kunnen’ is dan weer een te platvloerse uiting van ongenoegen en is een even grote ontgoocheling voor de liefhebber van kwalitatieve romans als voor de gedreven en genegenheidmissende Hanna. Platvloers is ook de manier waarop de mannelijke minderheid van de Nederlandse bevolking met scherp wordt beschoten in man-onvriendelijke en soms haatdragende omgangsvormen tussen de twee geslachten: ‘En toen hij de trap afvloog, heb ik hem ook nog een schemerlamp naar z’n kop gesmeten. Heerlijk!’ of ‘Wat doen we met die twee mannen? O, die zetten we in achter de schermen’.

Deze roman is vanwege de specifiek problematiek van het ouder worden uitermate geschikt voor de derde of zelfs de vierde leeftijd. De iets jongere lezer zal er misschien zijn grootouders in herkennen maar zal de vele zinloze herhalingen van onbelangrijke gegevens erbij moeten nemen. Waar het echter meer noodzakelijk is om wat meer informatie te geven over gebeurtenissen uit de vorige delen laat de auteur dit na. Zoals wanneer ze het heeft over hun reis naar het zuiden: ‘…wat misdroegen jullie je liederlijk daar in die camper. Bah…’ De lezer verwacht hier meer uitleg, tevergeefs.
‘Bah’ is dan ook de totaalimpressie die men aan het lezen van dit boek opdoet en daarom ook een roman om vlug te vergeten.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Het schreien niet verleerd

Vertigo

Te laat voor de lobelia's