"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Terug voor het tafelzilver

Vrijdag, 24 april, 2015

Geschreven door: Floris van Dijk
Artikel door: Jona Lendering

Oorlogskind

In het nawoord van zijn boek Terug voor het tafelzilver herinnert auteur Floris van Dijk eraan dat het internationaal recht erkent dat in oorlogstijd kinderen extreem kwetsbaar zijn. Dat zal de lezer niet verbazen, want hij heeft dan het verhaal van Erich Kremer gelezen en weet wat die zoal heeft meegemaakt tijdens de Tweede Wereldoorlog. De jongen, vijftien jaar oud in het laatste oorlogsjaar, heeft wonderbaarlijk veel geluk gehad, zoveel is duidelijk.

Erich is geboren in Bochum, waar zijn vader een toeleveringsbedrijf had voor de mijnbouw. Een strategisch belangrijke functie, die de man weliswaar vrijwaarde van dienst in het leger maar met zich meebracht dat hij de hele oorlog in het Roergebied moest blijven. Terwijl zijn gezin werd geïnterneerd in Ukta in het veilige Oost-Pruisen, doorstond hij verschillende bombardementen.

Aanvankelijk proberen de Duitsers nog zoveel mogelijk te leven alsof het geen oorlog is. Erich bezoekt het gymnasium in Sensburg (het huidige Mrągowo) en leert zichzelf vissen. Het kinderleven behoudt zo iets idyllisch, tot hij zich, als lid van de Hitlerjugend, in augustus ’44 moet melden om ondersteunend werk te doen aan het Oostfront. Dat klinkt dramatischer dan het is, maar ook het dagenlange graven van tankgrachten in het Memelgebied is niet iets wat je meteen associeert met een blije jeugd.

Gelukkig hoeven de kinderen de komst van de gevreesde Russen niet af te wachten en worden ze tijdig uit deze sector geëvacueerd. Hij keert via Koningsbergen, dat een dag na zijn verblijf wordt gebombardeerd, terug naar Ukta, waar hij ontdekt dat zijn familie verder is gegaan naar Langhennersdorf in het zuiden van Saksen. De realiteit van de oorlog kruipt naderbij, zelfs als de verhalen indirect zijn: Erich hoort van zijn moeder dat een kennis in een nabijgelegen stadje een groep joden heeft gezien die werd afgemarcheerd.

Foodlog

“Uit de huizen kwamen toen enkele mensen tevoorschijn, die met stenen begonnen te gooien naar de gevangenen. Een vrouw schreeuwde iets in de trant van ‘jullie zijn er de schuld van dat wij de oorlog verliezen’ en had van dichtbij hard een steen tegen het hoofd van een man gegooid. Die bloedde en wankelde, maar leek onder geen beding buiten de groep te willen lopen.”

Erich wordt in april ’45 opnieuw opgeroepen, dit keer om dienst te doen voor de Volkssturm, die zich zou moeten doodvechten om de Russen tegen te houden. Het ziet er somber uit voor de puber, maar als door een mirakel komt alles goed: de SS-ers die de jongens naar het front leidden, laten de kinderen daar in de steek op de dag waarop Duitsland capituleert. Het enige geweld waarmee Erich wordt geconfronteerd is de beschieting van een trein.

Wat rest is de terugkeer naar Langhennersdorf: een tocht door een Duitsland waar alles kapot is, van de gebombardeerde infrastructuur tot de moraal. Ik vond het deel over de jaren 1945 en 1946 het meest aangrijpend. Complicaties zijn er te over, en voor het kind moet het schokkend zijn geweest als hij, bij aankomst in het huis waar zijn familie ondergebracht was geweest, niemand aantreft. Er is ook niemand die weet waar zijn moeder en de anderen naartoe zijn gegaan.

Een jaar lang werkt Erich op een boerderij, tot hij hoort dat zijn familie is herenigd in Bochum. Ook hij reist daar nu heen, maar opnieuw: niet zonder moeilijkheden, want hij moet van de Russische naar de Britse bezettingszone. Voordat je kunt denken “eind goed, al goed”, is er echter nog de laatste beproeving van de jonge man: zijn vader staat erop dat hij teruggaat naar Langhennersdorf om daar het tafelzilver op te halen dat daar nog is. Opnieuw moet Erich de Russische bezettingszone in.

Het zijn geen al te wrede, gemene gebeurtenissen. Zelfs de gevreesde Russen blijken menselijke trekken te hebben. Toch – of juist daarom – ben ik blij dat ik Terug voor het tafelzilver heb gelezen. De avonturen van de gewone man, van een kind in dit geval, mogen dan de loop van de wereldgeschiedenis niet verleggen, ze horen net zo goed bij de oorlog als de verhalen van de soldaten, generaals en politici. Te weten dat Duitsland de oorlog verloor, is één ding; te weten wat dat voor de mensen inhield, geeft aan dat feit betekenis.

Van Dijk (een oud-medestudent van me) interviewde zijn schoonvader Erich Kremer kort voor diens overlijden in 2014. Het resultaat is een goed boek. Wat ik vooral goed vond, is dat Van Dijk het kinderverhaal op twee manieren contextualiseert: enerzijds door in de tekst de noodzakelijke uitleg te geven over bijvoorbeeld de Hitlerjugend en het verloop van de oorlog, anderzijds met een reeks aantekeningen achterin het boek, waarin hij uitlegt dat bijvoorbeeld een kasteel dat Erich in de verte zag, een berucht Nazi-bolwerk vormde. Het is niet-noodzakelijke, maar wel interessante informatie die een andere schrijver misschien in kaders zou hebben geplaatst, waarmee ze net iets te geforceerd aan de lezer zou zijn opgedrongen. De door Van Dijk gevonden vorm om de informatie te doseren verdient navolging.

Kortom, een alleszins aanbevolen boek.

Eerder verschenen op https://mainzerbeobachter.com


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.