"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

The hill we climb

Vrijdag, 1 oktober, 2021

Geschreven door: Amanda Gorman
Artikel door: Marnix Verplancke

“Een meesterwerk, anders had ik het niet vertaald natuurlijk”

In september 2021 verscheen de Nederlandse vertaling van Amanda Gormans inhuldigingsgedicht The Hill We Climb. We spraken met vertaalster en spoken word-artieste Zaïre Krieger: “De kracht van spoken word is dat je vanuit woede kunst kunt maken”.

[Interview] “Hè, ik? Hoe zijn jullie bij mij terechtgekomen?” Dat was het eerste wat de Nederlandse spoken word-artieste Zaïre Krieger dacht toen ze afgelopen voorjaar van Uitgeverij Meulenhoff de vraag kreeg om Amanda Gormans The Hill We Climb te vertalen, het wereldwijd bekende gedicht vol hoop op verandering dat de dichteres voordroeg tijdens de inhuldiging van de Amerikaanse president Biden. “Maar toen ik er even over nadacht, begreep ik de keuze wel,” vervolgt ze, “En sloeg ook de angst toe. Hoe doe ik dit? Moest ik in een verhaal stappen dat al zo’n fel besproken voorgeschiedenis had en waar ik niets mee te maken had? Moest ik dit wel doen aangezien bepaalde mensen me hierom extra scherp in het oog zouden gaan houden? Kon ik het mentaal wel aan om voortaan constant bevraagd te worden op mijn kunnen? In de spoken word-scene wisten mensen wie ik was en werd er dus ook niet getwijfeld aan mijn kunnen. Opeens zou ik me weer moeten gaan bewijzen.”

De voorgeschiedenis waar Krieger het over heeft begon in februari, toen uitgeverij Meulenhoff wonderkind Marieke Lucas Rijneveld voordroeg als vertaalster, de toen nog geen dertig jaar oude schrijfster van de romans Mijn lieve gunstelinge, en de winnares van de Booker International Prize. Dat ze ook twee poëziebundels op haar naam had, kon het feestje op de uitgeverij alleen maar groter maken. Tot de publieke opinie er zich mee ging bemoeien. Waarom geeft Meulenhoff deze in de kijker lopende vertaalopdracht aan een witte schrijfster, galmde het door het Nederlandse literaire firmament, terwijl Gorman toch duidelijk een zwarte dichteres is en haar gedicht over de zwarte Amerikaanse ervaring gaat? Een zwarte Nederlandse spoken word-artieste zou daar toch veel beter in zijn? Niet veel later hield Rijneveld de eer aan zichzelf en gaf ze de vertaalopdracht terug met de opmerking dat haar Engels trouwens helemaal zo goed niet was.

“Ik vond die vertaalopdracht voor Rijneveld een gemiste kans,” herinnert Krieger zich. “Ze is een ongelooflijk goede schrijfster, maar geen spoken word-artieste, terwijl The Hill We Climb wel degelijk spoken word is. Dit was dé kans om het genre in Nederland als kunstvorm op de kaart te zetten, en die kans was verkeken. Spoken word is lange tijd een marginaal fenomeen geweest, vooral beoefend door mensen van kleur. Het behoorde tot de subcultuur, tot Gorman kwam. Maar niet dat iedereen het daarom per se met mijn aanstelling als vertaler eens is. Een paar dagen geleden maakte ik de kapitale fout om de comments bij een artikel over mij te lezen. Heel veel bagger, en de opmerking dat ik het cv niet heb om Gorman te vertalen.”

Boekenkrant

Had een vertaler met dertig jaar ervaring op de teller dit dan niet anders gedaan?

“Gorman is 23. Ik ben 25. Misschien begrijp ik haar wereld beter dan een vertaler van 55? Maar serieus, ik weet niet hoe een vertaler met dertig jaar ervaring dit gedicht had vertaald. Net zoals ik niet weet hoe een dichter met dertig jaar ervaring dit gedicht had geschreven. Iedereen heeft zijn idee over de minimumvereisten voor iemand die een gedicht voordraagt of vertaalt. Ik denk echter dat Meulenhoff met mij een goede keuze heeft gemaakt, ook omwille van het performance-aspect dat eraan verbonden is. Ik weet hoe je zoiets op het podium brengt, ik doe dat al jaren met mijn eigen poëzie.”

Het debat ging aanvankelijk heel erg over huidskleur. Een zwarte zou anders vertalen dan een witte, werd geopperd. Is dat zo?

“Dat was natuurlijk een karikaturale discussie. Niet iedere zwarte persoon heeft dezelfde ervaring achter de rug. Maar is het tof dat je in een literaire wereld die ongelooflijk wit is eindelijk de kans hebt om een zwarte vrouw aan zet te brengen? Vanzelfsprekend. Biden heeft die keuze ook gemaakt. Hij had net zo goed een witte dichteres kunnen nemen, maar dat deed hij niet. Dat was een politieke keuze. Gorman is immers nog maar de tweede zwarte vrouw ooit die poëzie heeft mogen voordragen tijdens de inhuldiging van een Amerikaanse president, na Maya Angelou. Die politieke keuze van Biden kun je ook naar de Nederlandse context vertalen. Maar wat je ook kiest, het zal altijd een politieke keuze zijn. Je kan die niet ontdoen van ras.”

Heb je niet het gevoel dat je jezelf met deze vertaling in de leeuwenkuil gooit en het alleen nog maar wachten is tot die beesten je verscheuren?

“Ik ben heel jong inderdaad, maar so what? Ik ben trots op wat ik bereikt heb en dat ik een voorbeeld kan zijn voor veel jongeren die denken dat de literaire wereld niets is voor hen, maar die wel talent hebben. Stel dat ze mij zien en nadien denken dat zij dat misschien ook wel kunnen? Dat is toch fantastisch? Hoe oud was Rijneveld toen haar debuutroman uitkwam? 27. Jongeren moeten zich niet zo makkelijk in een hoek laten drummen. Die leeuwen zijn sinds mijn aanstelling trouwens nooit weggeweest. Ik heb mails gekregen waarvan ik dacht: hoe kom jij aan mijn e-mailadres? Onveilig is een groot woord, maar er zijn mails geweest waarvan ik dacht: even slikken en dan door. Je kan dat wel verwachten en daar moet je tegen kunnen, maar het laat je niet onberoerd. Mensen geven even een giftig commentaar en gaan dan door met hun leven, maar jij zit er wel mee.”

Wat vind je zelf van het gedicht?

“Een meesterwerk, anders had ik het niet vertaald natuurlijk. Het is een rond gedicht. Na het lezen ervan weet je waar de schrijfster naartoe wil en wat ze wil zeggen. Onlangs ging ik naar een toneelstuk wat in feite een groot gedicht was. Ik kwam daarvan terug met meer vragen dan ik ernaartoe vertrokken was. Amanda Gorman heeft daarentegen een gedicht gemaakt waarin alles duidelijk is. Alle vragen zijn beantwoord en wanneer je het gelezen hebt denk je: ‘Ok, wat ga ik eraan doen?’ Voor beide soorten poëzie valt iets te zeggen. Gorman heeft haar keuze perfect uitgewerkt. Alle rijmschema’s kloppen, alle keuzes die ze gemaakt heeft zijn heel intentioneel, er is geen woord dat niet op zijn plek staat en ook qua performance is het heel erg goed gedaan. Het spreekt natuurlijk vanuit zijn tijd en context, maar ook vanuit haar specifieke situatie als jonge zwarte vrouw, en het koppelt die twee aan elkaar. Het is gewoon een ongelooflijk knap gedicht.”

Wat mij vooral opviel was de zachtaardige toon van het gedicht. Na vier jaar Trump en de bestorming van het Capitool had het ook heel wat agressiever kunnen zijn?

“Ik zat thuis voor mijn laptop toen het Capitool bestormd werd. Ik belde meteen mijn familie in New York en zij hadden hetzelfde gevoel: wat gebeurt er? Ik volgde alles op Twitter en het leek alsof Trump een staatsgreep wou plegen. Als je in zo’n tijd een gedicht moet maken, wat schrijf je dan? Gorman heeft gekozen voor een boodschap van hoop, al zitten er wel wat waarschuwingen in. We hebben een glimp gezien van hoe het zou kunnen zijn als we onze verantwoordelijkheid niet nemen voor de volgende generatie. Als ik met mensen sprak over wat er gebeurd was op het Capitool waren die gewoon boos. ‘Gooi ze toch gewoon de gevangenis in,’ zeiden ze. De kracht van spoken word is dat je vanuit die woede kunst kan maken.”

En is het ook relevant voor ons niet-Amerikanen?

“Voor Nederland alleszins wel, want ook daar zijn nog heel wat gevechten te leveren. Er is een enorme woningnood, de klimaatverandering bedreigd letterlijk het voortbestaan van dit lage land en we zitten al zeven maanden met een demissionaire regering. Op internationaal vlak kun je de terugtrekking van de westerse troepen uit Afghanistan onmogelijk een schoonheidsprijs geven, en zelfs dan wordt er voor Nederlandse vluchtelingencentra geprotesteerd omdat er Afghanen naar hier zullen komen. Problemen genoeg dus.”

Maar gaat Nederland wel luisteren naar The Hill We Climb?

“Ik begin steeds meer te beseffen dat het moeilijk is om bepaalde groepen mensen met elkaar te linken. Kijk bijvoorbeeld naar de 50-plussers die vaak een eigen huis hebben dat ze steeds meer waard hebben zien worden. Zij staan tegenover de starters die met heel weinig moeten zien rond te komen. Dan zie je dat die starters vaak het onderspit delven. Ook op het vlak van de etniciteit is de kloof tussen groepen groot, net zoals tussen stad en provincie. We moeten vooral mensen samenbrengen, maar hoe we dat concreet kunnen doen weet ik ook niet. Ik heb daar geen antwoord op. Ik denk dat een groep Nederlanders luistert, maar de vraag is wat er dan gebeurt. We leven in een parlementaire democratie en het is niet omdat bepaalde mensen luisteren dat er ook op politiek vlak meteen iets verandert, zeker niet als politici maar blijven formeren zonder enig tastbaar resultaat. Het is zo vermoeiend. We zitten met zijn allen een beetje in de shit, en misschien dat een hoopvol gedicht dan wel helpt. Zeker een dat oproept tot actie, want als we niet protesteren gebeurt er helemaal niets.”

Nederland begint steeds meer op België te lijken, denk ik dan.

(lacht luid) “Ik ben niet zo aan vergelijkingen. Ieder huisje heeft zijn kruisje. Jullie hebben negen ministers van volksgezondheid en wij hebben Mark Rutte.”

Wat was het moeilijkste bij het vertalen?

“Het begon al bij de titel. Hoe vertaal je ‘The Hill We Climb’? Ik ging zitten, legde het boek voor me en dacht gelijk: o shit, wat ga ik met die titel doen. Na overleg met de uitgeverij is het ‘De berg die we beklimmen’ geworden,, maar persoonlijk vind ik dat wat te letterlijk. Het bekt gewoon niet zo goed. Een andere moeilijkheid vormden de halfrijmen. ‘We lay down our arms / So that we can reach our arms out to one another / We seek harm to none, and harmony for all.’ In vertaling is dat: ‘Onze handen gebald als vuisten / Gaan open om een hand te reiken. / Om met niemand naar handgemeen te / streven, maar in gemeenschap samen te leven.’ Ik heb er heel veel versies van gemaakt, van letterlijk tot vrij, en opnieuw vond ik de letterlijke niet zo mooi, en daar was het me toch eerst en vooral om te doen, het moest een mooi gedicht worden.”

En wat met het ritme, want dit is poëzie die voorgedragen wil worden?

“Dat viel in feite wel mee omdat ik veel ervaring heb met spoken word. Een groter probleem was dat er woorden waren die in het Engels rijmden, maar waarvan alle mogelijke vertalingen dat niet deden. Ik ging dan – echt waar – naar synoniemen.net, zocht alle mogelijke synoniemen op van de woorden en ging puzzelen. Waar ik ook mee zat was hoe ik Amerikaanse zaken zou vertalen. Wanneer er ‘Americans’ staat, zeg je dan ‘Amerikanen’? Ik heb uiteindelijk gekozen voor ‘landgenoten’. En dan waren er de werkwoorden natuurlijk. Die zijn in het Engels heel kort, maar in het Nederlands niet. Dat zijn gewoon onhandige obstakels om mee te werken. Zoals op het einde van het gedicht: “If only we’re brave enough to see it, / If only we’re brave enough to be it.” Dat werd: ‘Als we de moed hebben het te zien, / Als we de moed hebben het te zijn.’ Nederlands is een mooie taal, maar ook een uitdagende. Ze is hard en nuchter. Er emotie mee uitdrukken, is niet altijd even makkelijk. Ik heb steevast meer werk aan mijn Nederlandse teksten dan aan mijn Engelse omdat bepaalde zaken in het Nederlands gewoonweg bijna vies klinken. Als mijn Engelstalige vrienden weggaan, zeggen ze: ‘Love ye’. Stel dat je in het Nederlands zegt: ‘Hou van je’, dan zullen er wel een paar opkijken.”

Waarom ben je begonnen met poëzie?

“Ik ben gaan schrijven omdat ik van taal hield en ik ben gaan performen omdat ik gevraagd werd. Het is nooit mijn bedoeling geweest om dit te doen. Ik heb internationaal recht gestudeerd. Daar wou ik mee aan de slag. Alleen is het zo verschrikkelijk leuk om op een podium te staan en mijn poëzie te brengen. Het is een uitlaatklep geworden intussen. En het voelt ook wel als een plicht naar de wereld toe om dit te doen. Als ik een talent heb, heb ik de plicht om dit te ontwikkelen en op die manier ook iets toe te voegen aan het leven van de mensen. Ik hoop ze zo ook te tonen wat verantwoordelijk is, want kunst is er ook om mensen op de verantwoordelijkheid te wijzen voor de keuzes die ze maken in hun leven.”

Er is toch ook een link tussen rechten studeren en via de literatuur opkomen tegen onrecht? Is engagement niet hetgeen recht en spoken word verbindt?

“Mensen die internationaal recht studeren hebben een gedeelde frustratie: dat alles toch wel heel erg langzaam gaat. Ik had die frustratie ook. Vandaar dat ik de neiging kreeg om tegen dingen aan te gaan schoppen: laat me eens een paar woorden op rijm zetten. Maar misschien klink ik hier wat al te negatief. Er is echt wel heel veel gebeurd in het verleden. We hebben polio uitgeroeid, waterprogramma’s opgezet en de wereldwijde geletterdheid op vrij korte tijd spectaculair verhoogd. Er zijn verdragen gesloten die ons al sinds WO II een zekere staat van vrede hebben opgeleverd, toch zeker in Europa. Er zijn handelsverdragen en – waar maar weinig mensen aan denken – postverdragen getekend. En staten houden zich aan bepaalde regels bij een oorlog. Dat de Conventie van Genève gerespecteerd wordt is toch een enorme verworvenheid? Terwijl het in feite niet meer is dan wat taal op een papiertje. Ik heb een geweer, maar ik ga je niet doodschieten, want dit papiertje zegt dat het niet mag. Dat is toch ongelooflijk?”

En is dat niet precies hetzelfde wat jij met poëzie wil doen?

“Precies. Mensen tot actie aanzetten met woorden. Ik wil niet dat mijn publiek na een performance naar huis gaat met het gevoel: hé, dat was tof, en nu naar bed. Nee, ik wil dat het denkt: ja, shit, zo is het, en we gaan daar iets aan doen.“

Eerder verschenen in De Morgen

Boeken van deze Auteur:

Call Us What We Carry