"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

The Judaisms of Jesus' Followers

Woensdag, 24 augustus, 2022

Geschreven door: Juan Marcos Bejarano Gutierrez
Artikel door: Jona Lendering

Het scheiden der wegen

[Recensie] Wanneer ik het Oude Testament lees, probeer ik dat te doen vanuit zijn joodse context. Niet dat ik iets tegen het hedendaagse christendom heb, maar ik ben historicus en wil de oude teksten lezen als onderdeel van toenmalige discussies, verwijzend naar toenmalige situaties en als deel van de toenmalige ideeënwereld. Als iemand voor 2022 inspiratie aan de Bijbel wil ontlenen, prima, maar als historicus ga ik daar niet over.

Dat gezegd zijnde: het is natuurlijk niet zo dat de Grote Historische Waarheid zich openbaart zo snel je een tekst leest of een vondst bekijkt. De schaarse oudheidkundige data veronderstellen interpretatie en daarbij doet je perspectief ertoe. De perfecte formulering van mijn perspectief vond ik onlangs in de titel van een boek: The Judaisms of Jesus’ Followers (2017). Ik zou willen dat ik die formulering zelf had bedacht, maar de Amerikaanse rabbijn Juan Marcos Bejarano Gutierrez was me voor. Het boek is wat klungelig uitgegeven, maar biedt een prima geschiedenis van de volgelingen van Jezus die de Wet van Mozes bleven onderhouden.

Pluriform jodendom
Om te beginnen zijn eerste toehoorders. In Handelingen 15 lezen we over farizese volgelingen. Ook Paulus en de auteur van het Matteüs-evangelie lijken farizese achtergronden te hebben gehad. Henochitisch jodendom is gedocumenteerd in het Evangelie van Lukas, de Brief aan de Hebreeën en de Brief van JudasHandelingen 6 vermeldt priesters onder Jezus’ volgelingen. Opvattingen die we kennen uit de Dode-Zee-rollen klinken op diverse plaatsen door, maar wat dat betekent weten we niet: óf er is sektarische invloed op de Jezus-beweging óf de Dode-Zee-rollen documenteren meer dan alleen sektarische opvattingen.

Voor wat het waard is noem ik nog dat een van de Twaalf Simon de Zeloot heette. Veertig jaar na Jezus’ dood verwees die term naar degenen die zich het felst verzetten tegen de Romeinen. Ik zou er anno 30 echter geen verwijzing naar Sicariërs in willen zien. Politiek was Judea tijdens de regering van keizer Tiberius relatief rustig. Ondenkbaar is het echter niet.

Kookboeken Nieuws

Uit een zo pluriforme groep leerlingen moesten wel diverse stromingen ontstaan: jodendommen waarin Jezus een speciale plek had. Die stromingen zouden later worden overvleugeld door niet-joodse volgelingen, die op hun beurt grote invloed zouden hebben op de canon van het Nieuwe Testament. Zo zijn de brieven van Paulus, gericht op niet-joden, wél gecanoniseerd maar de intern-joodse discussies van de Didache niet. Het is dus denkbaar dat we het belang van de niet-joden voor de eerste twee, drie generaties overschatten. Of, in de woorden van Bejarano Gutierrez, we onderschatten het belang van de “Jesus Oriented Judaisms”.

Christelijke framing
Het door Bejarano Gutierrez gebruikte meervoud is belangrijk. Als er al aandacht is voor de joodse volgelingen van Jezus, is het vaak niet meer dan een vermelding van Jezus’ broer Jakobus de Rechtvaardige. Maar er waren meer groepen. Bejarano Gutierrez houdt er rekening mee dat als onze bronnen het hebben over joden, ze mensen kunnen bedoelen die wij christenen noemen. Of andersom: wat Plinius de Jongere meldt over christenen, gaat over halachische kwesties. Dat er in de achtste eeuw nog Syriërs waren die de grens tussen jodendom en christendom niet konden trekken, komt niet als verrassing.

Bejarano Gutierrez wijst erop dat het in de loop van de tweede eeuw voor verschillende christelijke gelovigen problematisch werd dat groepen medegelovigen Jezus aanvaardden als messias én de Wet van Mozes onderhielden. Die mensen moesten wel dwalen en dus was het nodig zich van hen af te bakenen. Daarbij legden auteurs als Ignatius van Antiochië de nadruk op de hardnekkigheid waarmee die andersdenkenden vasthielden aan de Wet. Anders gezegd: christelijke leraren legden de nadruk op Wet en halacha als datgene wat het jodendom definieerde en wezen die op gezag van Paulus af. De eigenlijke vraag is (a) of de Wet destijds wel zo belangrijk was en (b) of Paulus’ afwijzing van de Wet hem wel buiten het jodendom plaatste. Wie zegt dat dit zo is, neemt het frame over van Ignatius. Althans volgens Bejarano Gutierrez, die hierin niet de enige is.

Latere geschiedenis
Bejarano Gutierrez volgt de op Jezus georiënteerde joodse stromingen nog enkele eeuwen. Bar Kochba passeert de revue en de doorbraak van het rabbijnse jodendom, met zijn afwijzing van de leer van de twee machten. In de vierde eeuw, als het christendom als religie geïnstitutionaliseerd raakt, verscherpt ook de grens tussen de twee godsdiensten. Desondanks zijn er nog in de Vroege Middeleeuwen aanwijzingen voor joodse groepen die Jezus’ halachische opvattingen blijven delen. Ook in onze tijd zijn er messiasbekennende joden – Wetsgetrouwen dus die Jezus erkennen als messias. Voor zover ik weet is dat een nieuwvorming. Bejarano Gutierrez besteedt er geen woorden aan.

Laatste punt: The Judaisms of Jesus’ Followers is slordig uitgegeven en zou veel baat hebben gehad van meelezers met kennis van de klassieke talen. De inhoud verdiende beter. Ik weet niet of ik het helemaal eens ben met Bejarano Gutierrez, maar hij maakt wel duidelijk hoe complex het proces van het scheiden der wegen is geweest.

Eerder verschenen op mainzerbeobachter