"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

The Routledge Companion to Thought Experiments

Zondag, 22 maart, 2020

Geschreven door: James Robert Brown , Yiftach Fehige , Michael T. Stuart
Artikel door: Karl van Heijster

Hoe werkt een gedachte-experiment?

[Recensie] Gedachte-experimenten worden al eeuwen lang gebruikt worden in de filosofie en wetenschap. Denk aan de grot van Plato of Galileo’s vallende objecten. Toch kwam de filosofische reflectie op de aard van deze bezigheid pas in de twintigste eeuw op gang. Gek is dat niet, want gedachte-experimenten worden pas recent als aparte categorie van redeneren beschouwd. Sterker nog, Plato en Galileo hadden niet eens een apart concept om hun ‘picturesque’ redeneringen mee te duiden, laat staan dat ze onder woorden konden brengen wat er zo bijzonder aan was. Want dat gedachte-experimenten bijzonder zijn, staat buiten kijf. Ze stellen ons – ogenschijnlijk? – in staat om kennis van de wereld op te doen, zonder naar buiten te hoeven gaan om deze te onderzoeken. Hoe is dit mogelijk?

Het is die vraag die steeds opnieuw opduikt in de 31 essays die The Routledge Companion to Thought Experiments rijk is. Toch is ze maar zelden het brandpunt van onderzoek. Het boek bestaat uit vier onderdelen. Het eerste deel behandelt de geschiedenis van gedachte-experimenten, van de oude Grieken tot aan Ludwig Wittgenstein. Het tweede deel geeft een overzicht van gedachte-experimenten binnen bepaalde vakgebieden. Daarbij komen niet alleen de ‘usual suspects’ als ethiek en natuurkunde voorbij, maar ook biologie en wiskunde. 

Wat met name opvalt voor iemand die die essays achter elkaar leest, is hoe verschillend er wordt gedacht over gedachte-experimenten in elk vakgebied. Daar waar ze in de filosofie ertoe dienen om bepaalde intuïties naar de voorgrond te brengen (filosoof Daniël Dennett noemde het niet voor niets ‘intuition pumps’), lijken ze in de biologie voornamelijk bedoeld om een theorie als de evolutieleer te illustreren. De natuurkunde houdt het midden tussen die twee manier van aanpak: gedachte-experimenten hebben daar geregeld tot conceptuele doorbraken geleid – in de letterlijke zin van het woord. De wiskunde blijkt al helemaal een vreemde eend in de bijt. In het essay van Irina Starikova en Marcus Giaquinto telt elk gebruik van verbeeldingskracht als een gedachte-experiment. Heeft het in gedachten ontwarren van een knoop dezelfde status als de baanbrekende gedachte-experimenten van Einstein?

Dat is afhankelijk van wat een gedachte-experiment precies geacht wordt te zijn, blijkt uit het derde deel van de bundel. Daarin wordt de aard van gedachte-experimenten tegen het licht gehouden. Elke Brendel onderzoekt het idee dat deze louter picturesque redeneringen zijn, en dat elk gedachte-experiment dus in principe om te schrijven valt naar een logische opeenvolging van redeneerstappen. Dit standpunt lijkt zich goed te kunnen verenigen met de politiek-filosofische en ethische gedachte-experimenten die eerder in het boek zijn behandeld. De Platoonse (kritisch uiteengezet door Thomas Grundmann) en Kantiaanse concepties van gedachte-experimenten (Marco Buzzoni), lijken meer in lijn met wat er in de natuurkunde gebeurt. De wiskundige gedachte-experimenten zijn daarentegen een uitstekende illustratie van de opvatting van gedachte-experimenten als mentale modellen, verdedigd door Nancy J. Nersessian.

Boekenkrant

Het vierde deel behandelt enkele kritische kanttekeningen rondom het onderwerp. Verschillende essays gaan over uitdagingen in het onderzoek naar gedachte-experimenten in relatie tot bijvoorbeeld experimentele filosofie. Hoe kan een gedachte-experiment als ‘intuition pump’ zijn werk verrichten, als uit (fysieke!) experimenten blijkt dat intuïties over culturen heen verschillen? In een ander essay vraagt David Davies zich af hoe gedachte-experimenten zich verhouden tot andere narratieven? En in een uiterst vermakelijk essay genaamd The worst thought experiment maakt John D. Norton gehakt van (de receptie van) Maxwells demon, die op zijn beurt gehakt probeert te maken van Newtons tweede wet van de thermodynamica.

The Routledge Companion to Thought Experiments is een uitgebreid naslagwerk voor de  liefhebber van gedachte-experimenten. Zowel wetenschappers, filosofen en historici komen aan hun trekken door de veelheid aan perspectieven die in de bundel opgenomen zijn. Voor met name de essays die zich op natuurkundige gedachte-experimenten richten, wordt wel een stevige hoeveelheid achtergrondkennis verondersteld om het geheel te kunnen volgen. Toch zijn het niet deze essays die de hardnekkigste vragen achterlaten. Want wie zich door de bijna zeshonderd pagina’s aan reflectie heen heeft weten te worstelen, is nog geen stap dichter bij een definitief antwoord op wat gedachte-experimenten zijn en hoe ze werken. En dat is precies zoals het hoort.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles