"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Theater

Zaterdag, 17 augustus, 2019

Geschreven door: Onbekend
Artikel door: Bart Deckx

Eenzame rechercheur gaat zijn eigen gang

[Recensie] Enkele dagen voor Kerstmis bezoekt de rijke advocaat Albert LeBlanc het theater in Gent. Al na een half uur verlaat hij de voorstelling. De volgende dag wordt hij in zijn buitenverblijf dood teruggevonden met drie kogels in de borst. Er zijn nauwelijks aanwijzingen om de dader van deze koelbloedige moord te vinden. Steve Stern en zijn team krijgen de opdracht deze “geprogrammeerde moord” uit te spitten.

Weinige vrije uren

Jan Smets (68) is in België bekend als oud-gouverneur van de Nationale Bank. Zijn weinige vrije uren besteedde hij aan schrijven. Met de thriller Theater krijgt de lezer nu zijn debuut in handen. Hierin maken we kennis met Steve Stern, hoofdinspecteur bij de politie.

Een beetje een eenzame man

Hij wordt geschetst als een wat eenzame man, die na het overlijden van zijn vrouw leeft in een “gelukkig, maar begraven verleden”. Hij trekt zich weinig aan van regels en verplichtingen en wordt in zijn werk bijgestaan door zijn assistent, Thomas Raven en de rest van het team.

Oppervlakkig karakter

Helaas slaagt Smets er niet echt in om Stern en de andere personages voldoende diepgang te geven. Hun karakter is te oppervlakkig geschetst om met hen een band op te bouwen.

Archeologie Magazine

De moord op LeBlanc is voor Stern en zijn team een stevige uitdaging. Er zijn nauwelijks technische aanwijzingen te vinden, de buren hebben niets gehoord en ook het psychologisch profiel levert weinig op. Op de koop toe voelt Stern zich aangetrokken tot de weduwe van het slachtoffer, met alle verwikkelingen van dien.

Bijna fatale gevolgen

Door zijn persoonlijke betrokkenheid is Stern vastbesloten de zaak op te lossen. Hij gaat regelmatig alleen – zonder medeweten van zijn oversten – op onderzoek uit, met bijna fatale gevolgen. Meerdere malen leek de zaak opgelost, maar werd Stern (en de lezer) toch op het verkeerde been gezet.

Moordenaar aan het woord

Theater komt traag op gang. In de proloog is de moordenaar aan het woord, waarna in een aantal hoofdstukken (met telkens de datum) Stern naar hem op zoek gaat. Spanning is hier eigenlijk nog niet te vinden. De lezer meteen naar de keel grijpen, zonder veel achtergrondinformatie, is dan ook moeilijk – voor een debuutroman wellicht te moeilijk.

Weinig vloeiend

Ook aan het taalgebruik is te merken dat nog schaafwerk nodig is. De taal is soms wat archaïsch, soms is er zelfs tussentaal (“ge”), zeker in de eerste hoofdstukken zijn de zinnen te weinig vloeiend. Theater is een degelijk thrillerdebuut, maar ook niet meer dan dat. Psychologisch moeten de personages dieper uitgewerkt worden en de zinnen vlotter geschreven. Ook de spanningsopbouw moet strakker.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles