"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Tijdprotocol 4.16

Zaterdag, 21 augustus, 2021

Geschreven door: Michiel Richards
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Verrassende toekomstbeelden in SF van eigen bodem

[Recensie] In de bundel roman met dezelfde titel. Die verscheen later in het jaar als deel van het Boek 10-evenement – een jaarlijks terugkerend project waarbij tien auteurs hun boek lanceren. Na mijn twee verhalenbundels is dit volgens mij de eerste SF-roman die als deel van dit project is uitgekomen (naast een heel aantal fantasytitels). Maar ik heb nog weinig recensies over dit boek gezien van SF-lezers. Misschien is dat omdat door Coronavirus het fysieke Boek 10-evenement niet kon doorgaan en dus ook de publiciteit daaromheen minder mensen bereikte. Misschien is het omdat Michiel Richards geen bekende naam is in het Nederlandstalige SF-wereldje en geen korte verhalen publiceert in de verschillende tijdschriften. Misschien werden recensenten die meestal fantasy lezen, afgeschrikt door het feit dat dit SF is. Hoe dan ook mag deze roman wat mij betreft wel meer aandacht krijgen van liefhebbers van het SF-genre. Zo veel SF-boeken kennen we immers niet van Nederlandse bodem en dit is echt een goede.

Natuurlijk is het thema van een buitenstaander die terechtkomt in een mogelijk dystopische samenleving in zichzelf niet heel origineel. Maar het type samenleving in dit verhaal is fascinerend. Aanvankelijk dacht ik dat het een contrast was van een westerse kapitalistische wereld met een communistisch systeem (zoals die verhalen tot aan de jaren ’90 veel werden geschreven). Maar zo’n vergelijking doet dit verhaal tekort, al vraagt het karakter ‘Eva’ zich wel af of er een rijke elite zit achter de goed geordende samenleving van de ‘binnenwereld’, zodat de inwoners daarvan zonder het te weten in slavernij leven. Maar die vraag wordt niet beantwoord.

Misschien interessanter is een modernere vergelijking, die van toenemende automatisering en toepassing van algoritmes – apps die je slaapgebruik monitoren, of die je stimuleren een ‘ommetje’ te lopen. Computers die je helpen je opleiding te kiezen of die je werk ondersteunen. Abonnementen waarbij je de ingrediënten voor je maaltijden elke dag voor de deur bezorgd krijgt. Dit leidt in dit geval tot een toekomstige samenleving zonder bezit en zelfs zonder identiteit. De mensen hebben er geen banen, geen namen en geen relaties. Maar ze ervaren dat niet als gemis. Een baan, een naam, een relatie, die zijn volgens hen beperkend – ze beperken je tot een klein scala aan mogelijkheden. En binnen het systeem is prachtige natuur, geen tekort aan lekker eten en drinken en doet iedereen vervullend werk. Aan de andere kant is daar de buitenwereld, die veel lijkt op de onze. De mensen zeggen er dat ze vrij zijn, maar ze moeten wapens dragen om veilig over straat te kunnen, doen saai werk om hun eten te kunnen kopen en er wordt onderscheid gemaakt op basis van geslacht en huidskleur. Dus hoe vrij zijn ze nou werkelijk?

Ik moest denken aan The Dispossessed van Ursula LeGuin waarin de auteur de lezer ook twee contrasterende samenlevingen voorstelt: een anarchistische samenleving zonder eigendommen op een arme planeet en een kapitalistische samenleving op een planeet rijk aan grondstoffen. ‘Tijdprotocol 4.16’ zet de lezer op een vergelijkbare manier aan het denken, iets wat ik wel kon waarderen.

Ons Amsterdam

Het verhaal is opgebouwd uit afwisselende hoofdstukken, nu weer geschreven uit het perspectief van een inwoner van de ‘binnenwereld’ die ‘Adam’ wordt genoemd, dan weer vanuit het perspectief van ‘Eva’, een vrouw die haar geheugen kwijt lijkt te zijn en door ‘Adam’ wegwijs wordt gemaakt in het systeem. Ze vertellen elk hoofdstuk aan elkaar, dus het vertelperspectief lijkt op plekken een beetje op de tweede persoon, ook al is er een ik-persoon als verteller (een techniek zoals ik die zelf ook toepaste in ‘Hoeder van de vulkaan’).

De schrijfstijl van Richards is heel plezierig, met relatief eenvoudige bewoordingen en korte zinnen, waarbij wel duidelijk elke formulering zorgvuldig is gekozen. Het is een rustig verhaal, waarin relatief weinig gebeurt. Maar dat biedt ons ruimte genoeg om ons aan de hoofdpersonen te verbinden. Hij weet het innerlijk leven van de karakters goed weer te geven ook al leven ze in werelden die voor ons bijna niet in te beelden zijn. Mijn enige opmerking daarbij is dat ze zichzelf misschien wat veel vragen stelden over hun eigen gemoedstoestand. Maar de manier waarop hun ontmoeting hen beiden uit balans brengt, is erg invoelbaar. De wereld is ten eerste erg goed uitgedacht en ten tweede goed beschreven.

Mijn voornaamste punt van kritiek is dat het verhaal uiteindelijk zijn belofte niet helemaal waarmaakt. De antwoorden op de vraag waar het verhaal mee begon vielen mij tegen – ook al past het bij het kleinschalige van het verhaal dat de antwoorden niet zelf wereldschokkend waren. Dat er geen definitieve conclusie wordt gegeven over de natuur van de ‘binnenwereld’ en of die nu goed of slecht is voor de mensheid vond ik erg sterk. De ambivalentie zorgt ervoor dat je zelf over die vraag gaat nadenken. Maar ook wat de karakters betrof, bleef ik eigenlijk onbevredigd achter. Voor mijn gevoel was er veel opbouw, maar te weinig afwikkeling. Hun verhaal verdiende een bevredigender slot. Nu voelt het alsof er nog een deel 2 komt. En misschien is dat ook wel zo. Als dat inderdaad het geval is, zal ik het zeker lezen, want dit boek van Michiel Richards smaakt naar meer!

Eerder verschenen op Hebban