"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

To Calais, in ordinary time

Vrijdag, 10 juli, 2020

Geschreven door: James Meek
Artikel door: Christian Jongeneel

Vervlogen tijden en vervlogen taalgebruik

[Recensie] Het is 1348 in James Meeks roman To Calais, in ordinary time. De pest heerst in Frankrijk, maar nog niet in Engeland. Toch zet een gezelschap uit de Cotswolds koers naar Calais, dat in die tijd in Britse handen was. Ieder heeft daarvoor zijn eigen redenen. De horige boogschutter Will is op zoek naar vrijheid. Jonkvrouw Bernadette is op verzoek geschaakt door Wills opdrachtgever Laurence Haket. De lagere kerkbeambte Thomas gaat terug naar zijn huis in Avignon en is bij gebrek aan beter ieders biechtvader.

De spanning is om te snijden. Bernadettes vader wil zijn dochter terug. Will worstelt met zijn homoseksuele gevoelens. Een van de andere boogschutters houdt er tegen de zin van de anderen een Franse slavin op na. Bernadette werkt iedereen op de zenuwen met haar nuffige gedrag. En dan blijkt ook nog eens dat de pest wel degelijk in Engeland is gearriveerd. Het levert een enerverend verhaal op dat alleen maar verliezers kan opleveren.

Taalgebruik

Dat is echter niet wat James Meeks prestatie in deze roman bijzonder maakt. De kracht zit in het taalgebruik, dat voor elk van de drie hoofdpersonages verschillend is. Thomas maakt dagboekaantekeningen in het latijn. Dat vertaalt zich in literair Engels. Bernadette spreekt met Frans doorspekt Engels. Het is eenvoudiger dan dat van Thomas, maar conform de hedendaags grammatica. Will spreekt Angelsaksisch – en om dat in een moderne roman uit te drukken vindt James Meek een eigen pseudo-middeleeuwse taal uit met veel in onbruik geraakte constructies en woorden, maar met genoeg herkenbaarheid om het voor de moderne lezer begrijpelijk te houden.

Boekenkrant

“They came down into Heytesbury, their nebs pale and their cheers grim. None spoke to no other, out-take that they bode Thomas go on the horse, for it wasn’t meet for no learned old man to go on foot while a hired maid rode, but Thomas said it liked him to stretch his legs. Madlen wouldn’t ride no more anywise, so she clamb down, and the horse was led riderless into town.”

Dat uit zich in woorden als ‘overlive’, ‘undersearch’ en ‘durst’ (durven), meervoudsvormen als ‘daughteren’ en gebruik van het negatiepartikel ne: ‘I ne came into the world with no chain about my neck’. Het grappige van dat laatste is dat het in het Engels (en Nederlands) inmiddels is uitgestorven, maar in het Frans juist weer wel stand houdt. Je kunt het zien als een trucje, maar ik vond het een knap gevonden manier om de vervlogen tijd op te roepen.

Eerder verschenen op christianjongeneel.nl