"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Trisylia

Zaterdag, 11 september, 2021

Geschreven door: Steven van den Berg
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Ondanks wat foutjes heeft dit boek wel iets te zeggen

[Recensie] Disclaimer: De auteur vroeg me of ik dit boek wilde lezen en recenseren. Ik ontving van hem een exemplaar en stuurde hem een exemplaar van mijn meest recente boek om te lezen en recenseren. Eerder hadden we nog niet contact gehad.

Als een beginnend auteur me vraagt zijn boek te lezen en te bespreken, hoop ik altijd een positieve beoordeling te kunnen geven. Ik weet namelijk zelf hoe het is als schrijver de eerste recensies van je boek te zien verschijnen en als er dan een negatieve bespreking tussen zit, komt die als een moker aan. Het kan je zelfs een tijdje de lust in het schrijven ontnemen. Een positief oordeel kan daarentegen helpen nieuwe lezers voor je boek te vinden. Nu is een 6,5 een voldoende en dus geen heel negatief cijfer, maar het is ook geen vier- of vijfsterrenbeoordeling. Gelukkig zie ik zeker potentie in dit boek en ik denk dat de auteur ervan alleen maar zal groeien in schrijfvaardigheden. Ik hoop daarom zeker dat hij zal doorgaan met schrijven.

Dat gezegd hebbende ben ik misschien ook niet de lezer voor wie dit boek het meest geschikt is. Ten eerste zijn de hoofdpersonen jong (nog geen twintig) en leest het boek met zijn ontluikende romances als een Young Adult-vertelling, ook al staat dat niet op de cover of de achterflap vermeld. Dat twee gewone jongens zomaar met een prinses en haar lijfwacht mee mogen reizen en een relatie met hen kunnen krijgen hoort misschien ook tot de YA-elementen, al was het voor mij niet heel geloofwaardig. Ten tweede is het erg traditionele fantasy. Ik begrijp heel goed dat er lezers zijn die fantasy juist lezen voor de bekende elementen (middeleeuws aandoende wereld, belegerde steden, magie en magische wezens), maar vooral de laatste jaren zoek ik juist boeken die buiten de gebaande paden liggen. Die experimenteren met andere omgevingen en andere vormen van magie. Dit boek volgt echter de conventies en is daarmee vooral interessant voor lezers die willen genieten van het gevoel in een warm bad te stappen en de bekende fantasysensatie te ervaren. Waar niets mis mee is. Ten derde ben ik een lezer die kritisch is over de wereldopbouw. Die moet voor mijn gevoel kloppen. En een wereld die lijkt op onze wereld in de middeleeuwen moet voor mij ook middeleeuws aandoen. Ik kan me daarom behoorlijk ergeren als mensen in een fantasyverhaal kleding dragen met ritsen erin, als in een koninklijk paleis een staand buffet wordt georganiseerd of als men bij het ontbijt brood met boter en kaas en ham eet (een paar voorbeelden uit dit boek). Voor mij voelen dit soort elementen anachronistisch aan. Ook viel het mij op dat iemand een zware wond oploopt maar hier in een paar dagen weer bijna geheel van genezen is. Nu ik zelf na vijf maanden nog steeds last heb van mijn gebroken arm komt dat op mij niet realistisch over. Maar ik weet uit navraag dat er lezers zijn die niet over dit soort elementen struikelen en wie het niet eens opvalt. Ten vierde werk ik als eindredacteur bij een tijdschrift en let ik dus op redactiefoutjes. Een beroepsdeformatie wellicht, maar ik vond op elke pagina wel twee of drie zaken die ik zou hebben gecorrigeerd. Wat heel vaak voorkwam, was dat werkwoordsvormen niet klopten. Tegenwoordige en verleden tijd werden afgewisseld, en meervoud en enkelvoud. ‘Van achter de balie snelden een stroom medewerkers de trappen op en af,’ las ik bijvoorbeeld. Verder werden woorden soms verkeerd gebruikt: ‘de moraal van de inwoners’ waar ‘het moreel’ werd bedoeld en ‘bedenkelijk’ waar ‘nadenkend’ werd bedoeld. Soms ontbraken er woorden: ‘Hij blies zijn laatste adem.’ Mocht je net als ik kritisch zijn op dit soort foutjes, dan zou ik dit boek niet oppakken als ik jou was.

Uiteindelijk lukte het me de schrijffoutjes te negeren, want het verhaal is wel degelijk vlot geschreven. Vooral korte zinnen (helaas vaak met dezelfde zinsopbouw), zonder overbodige poespas, die je als lezer meesleuren in het verhaal. Het was ook duidelijk dat de auteur goed over het plot had nagedacht, met gebeurtenissen die op elkaar ingrijpen en elementen uit het begin van het verhaal die later terugkomen. De actiescènes waren goed uitgevoerd, met name een zwaardgevecht later in het boek. Dit las als iets waar de auteur zelf studie naar had gedaan, want het was goed beschreven en spannend. Het verhaal bevatte ook enkele goed verzonnen, indrukwekkende omgevingen en natuurverschijnselen. Met name een enorme brug met beelden aan weerszijden vond ik goed verzonnen en omgeven door suggestie (hier zal later vast iets meer mee gebeuren).

Geschiedenis Magazine

Maar wat voor mij uiteindelijk de doorslag gaf dit boek toch meer dan een 6 te geven als beoordeling was de goed uitgewerkte thematiek. Dit voelde als een verhaal dat de auteur niet zomaar opschreef, maar waar hij onderwerpen in opnam waar hij over had nagedacht, waar hij een mening over had. De twee hoofdpersonen zijn vluchtelingen, die uit hun eigen land moeten trekken en elders een nieuw bestaan moeten opbouwen. Parallellen met de huidige vluchtelingenproblematiek zijn snel getrokken. Vervolgens is er de discussie over magie en het wantrouwen in de verschillende volken jegens mensen die anders zijn dan zij. De politieke situatie is ook interessant. Er heerst al 160 jaar vrede, maar volgens sommigen is dat een grote illusie. Er zijn er die weigeren zich te bewapenen omdat ze dan het bestand zouden breken, maar anderen maken juist misbruik van de situatie. Zoals koning Walton, de slechterik van het verhaal, die ergens zegt:

“We schuiven de schuld op de vluchtelingen. Fondorff was niet in staat al die mensen op te vangen. Ze hadden steun nodig, vooral geld. Vanwege het grote vredesverdrag moesten we wel betalen, maar nu zal ik als sterke leider dat niet meer doen. Vertel de mensen dat ik voor mijn eigen volk kies. Het is belangrijker dat wij als eerste worden verzorgd. Vertel mensen dat het de schuld is van de leiders in de andere landen. Ze geven onnodig geld uit en de vluchtelingen zorgen voor extra problemen. Op deze manier zullen ze mij als leider alleen maar meer waarderen. Ze zullen zich verenigen tegen de rest van de wereld.”

Parallellen met onze eigen politieke situatie zijn duidelijk. Ik heb waardering voor schrijvers die ook echt iets te zeggen hebben met hun boeken. En Steven van den Berg heeft zeker iets te zeggen. Dat is een van de redenen dat ik hoop dat hij zich niet laat ontmoedigen, maar gewoon doorgaat met schrijven en zichzelf als auteur blijft ontwikkelen.

Eerder verschenen op Hebban.