"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Tropenbruid

Vrijdag, 30 oktober, 2020

Geschreven door: Susan Smit
Artikel door: Nico Voskamp

Een sterke vrouw in een miserabel stuk vaderlandse geschiedenis

[Recensie] Misschien had deze recensent te veel verromantiseerde geschiedenissen gelezen, of te vaak de misstanden in Nederlands-Indië gehoord. Of was er een natuurlijke verzadiging opgetreden van het de laatste jaren met grote regelmaat opgerakelde slavenverleden. Er was wat terughoudendheid kortom, om aan dit boek te beginnen. Onterecht, bleek toen het verhaal na twee alinea’s de lezer meesleurde tot aan het schrijnende einde: dit is uitstekend geschreven.

In het nawoord lezen we dat Susan Smit een missie had met dit boek: “Aandacht vragen voor het beklagenswaardige en onrechtvaardige lot van de njai was het uitgangspunt van deze roman… Het is een ongemakkelijk onderdeel van onze koloniale geschiedenis: Europese mannen die, in afwachting van een geschikte Europese huwelijkskandidate, samenleefden en niet zelden kinderen kregen met een jonge Chinese, Japanse of Indonesische vrouw die geen rechten had… De njaj at met de heer aan tafel, sliep met hem, fungeerde als tolk en baarde zijn kinderen. Toch kon de man haar op elk moment, zonder gevolgen, wegsturen. Voor de njaj was dat een dubbele ramp, omdat de inheemse samenleving het njaischap afkeurde en ze niet terug kon naar haar familie, ook al had die niet zelden geld voor haar ontvangen. Ze werd een uitgestotene.”

De lezer realiseert zich deze naargeestige waarheid als hij langzaam in het verhaal komt. Het begint in het weeshuis van Amsterdam, 1907, als we het weesmeisje Anna tegenkomen. Ze is ambitieus, wil meer uit het leven halen dan wat haar als weesmeisje te wachten staat. Dus schrijft ze terug op een advertentie waarin een ambtenaar in Nederlands-Indië een echtgenote zoekt. Ze wordt gekozen en komt terecht in de konkelende wereld van Batavia, waar echtgenoot Willem haar ge- en misbruikt om zijn eigen geheime liefdes en buitenechtelijke escapades te verbloemen.

Wij lopen eerst met Anna mee terwijl ze de noodzakelijke stappen neemt om eerst in Batavia te belanden. Daar merkt ze dat het hele ambtenarenapparaat aan elkaar hangt van de juiste personen kennen, bij ze in het gevlei komen en de correcte feestjes aflopen om dat ene hogere doel te bereiken: promotie maken. Haar man Willem doet dat ook, met een onplezierig effect op zijn humeur.

Boekenkrant

Anna vergezelt hem naar de partijtjes – op zijn bevel. Zo komt ze in aanraking met de hoger geplaatste ambtenaren, dat wil zeggen, met hun vrouwen. Dat contact gaat wat moeizaam door de stijve etiquette maar langzaam wint ze het vertrouwen van met name de residentsvrouw, die in Anna iets van haar eigen ongemak (dat ze naar de achtergrond heeft gedrongen) terugziet.

Dat het leven hier geen ballonnenfeestje is, heeft Anna al snel door. De Nederlandse overheersing is ongewenst, de inlanders bieden passief verzet en het klimaat is nauwelijks te doen. Bovendien heeft Willem geheimen, zoals ze op een kwaad moment ontdekt. Inderdaad, hij heeft een njai gehad, en Anna dacht nog wel dat zijzelf gekozen was om zijn échte vrouw te zijn. Het moment waarop ze die desillusie beseft, zet Susan Smit raak neer:

“Na het ontbijt trok Anna de sarong uit, deed de spelden teug in het houten doosje en sloot het deksel. Hoe kon ze deze sieraden ooit nog dragen nu ze dit wist? … Daarna liet ze zich naar het Koningsplein rijden om te wandelen. Het liep al tegen het middaguur en het licht weerkaatste hel op de lichtbruine aarde. Het was of ze door een vuur liep… ‘Voel je je wel goed, beste Anna?’
Ze keek op en zag een chic geklede dame voor zich staan. Het was de vrouw van de resident…
‘Jawel mevrouw,’ zei ze, ‘de hitte werd me gewoon even te veel.’‘Net van de boot natuurlijk.’ De dame glimlachte geamuseerd. ‘Probeer genoeg te drinken.’
Anna knikte. ‘Dank u wel, mevrouw.’”

Als toeschouwer voel je de verzengende tropenzon, leef je met de arme Anna mee en verbaas je je over de norse, bedrieglijke Willem. Hoe kun je zo leven? Hoe kun je sowieso de oorspronkelijke bewoners, Javanen hier, meedogenloos onderdrukken en zelf mooi weer spelen? Alleen al om die ongelijkheid en uitbuiting zichtbaar te maken is dit een verhaal dat verteld moet worden.

Er is meer. Susan Smit brengt – terecht – de positie van vrouwen onder de aandacht. Onderdrukte, machteloos gemaakte vrouwen zoals destijds, maar helaas op een groot aantal plekken ter wereld nog altijd vastgepind in schrijnende situaties. Het zijn de lessen uit dit verhaal die we ter harte moeten nemen. Smit vervlecht ze knap in een vloeiend lezend boek dat de lezer voor eventjes in een andere dimensie brengt.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub Van Alles

Boeken van deze Auteur: