"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Twaalf keizers

Woensdag, 16 februari, 2022

Geschreven door: Mary Beard
Artikel door: Marnix Verplancke

Waarom zijn we al een paar millennia verkikkerd op Romeinse keizers?

[Recensie] Afgezien van Jezus, Maria en een handvol heiligen zijn er geen figuren zo vaak geschilderd en gebeeldhouwd als de Romeinse keizers, schrijft de vermaarde Britse classica Mary Beard in haar nieuwste boek, en dat terwijl we in feite niet weten hoe die mannen er in het echt uitzagen. Neem bijvoorbeeld de iconische Julius Caesar, de eerste die Beard in Twaalf keizers behandelt, het dozijn waarover Suetonius in 121 ook al zijn De vita Caesarum schreef. Deze veldheer die komaf maakte met de slabakkende republiek was de eerste die zich op munten liet afbeelden en standbeelden van zichzelf liet oprichten. Een schat aan beeldmateriaal zou je denken, maar als je alles bij elkaar legt zijn er in feite maar twee dingen die zowat alle beelden gemeen hebben, de plooien in de hals en het schamele haar dat over zijn kalende knikker gedrapeerd is.

Maar waarom wou iedereen met wat maatschappelijke status dan zo’n keizer in zijn huis – of zelfs een wand vol keizers? Volgens Beard heeft het alles te maken met charisma. De keizerlijke macht straalde af op de bezitters van hun standbeelden en schilderijen. Toen Mussolini in maart 1936 de afschaffing van de Italiaanse Kamer van Afgevaardigden aankondigde, deed hij dat bijvoorbeeld niet toevallig aan de voet van een groot standbeeld van Julius Caesar.

Beard gaat vrij uitputtend te werk. Ze haalt voorbeelden aan uit de hele westerse kunstgeschiedenis, besteedt aandacht aan Memling, Rubens en een aantal Vlaamse wandtapijten en haalt er zelfs Anselm Kiefer en Ridley Scotts box office hit Gladiator bij. Maar bijt het, dat is de vraag, en dat doet het jammer genoeg heel wat minder dan we van haar gewend zijn. Het is leuk om weten dat Lourens Alma Tadema op zijn schilderij De rozen van Heliogabalus toont hoe een keizer zijn gasten in een vlaag van sarcasme versmacht onder een lading rozenblaadjes en daarmee wijst op de nauwe band tussen goeddunken en dodelijkheid, maar waar is de bredere relevantie daarvan? Gaat dit verder dan de interesse van de kunsthistoricus? Twaalf keizers blijft al te vaak steken in anekdotiek en slaat niet vaak genoeg de brug naar de hedendaagse wereld, iets wat Beard in S.P.Q.R. bijvoorbeeld wel deed. Wat bijvoorbeeld te denken van een hedendaagse partijvoorzitter die zich verkleed als Romein op een koekendoos laat afbeelden? Beard heeft er geen antwoord op.

Ons Amsterdam

Eerder verschenen in Knack