"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Val uit de tijd

Zaterdag, 17 juli, 2021

Geschreven door: Janine Brandsen
Artikel door: Jan Stoel

De queeste naar zelfbeschikking

[Recensie] Vrouwen hebben de hele geschiedenis al last van vooroordelen, eigenlijk tot op de dag van vandaag. Denk maar eens aan het feit dat nog niet overal vrouwen hetzelfde salaris krijgen als mannen. Wij vinden het normaal dat vrouwen dezelfde rechten hebben als vrouwen. Maar de geschiedenis toont dat dat eeuwenlang niet zo was. Zo streden de Suffragettes uit het begin van de vorige eeuw voor gelijke rechten voor vrouwen en vrouwenstemrecht en de feministische Dolle Mina’s onder meer voor legalisering van abortus onder het motto ‘Baas in eigen buik’.

Drie vrouwen die ‘uit de tijd vallen’ spelen de hoofdrol in de historische roman Val uit de tijd van Janine Brandsen (1973). Vrouwen die hun eigen toekomst vorm willen geven, zelf beslissingen willen nemen, maar vastlopen op het simpele feit dat ze vrouw zijn en ondergeschikt aan de man moeten zijn. Dat is al in de bijbel bepaald. Leggen ze zich daarbij neer of knokken ze zich vrij? Daar draait het om in deze roman.

“Vanaf het begin der tijden zijn vrouwen onbetrouwbare wezens gebleken, het vleesgeworden kwaad. De vrouw verliet als eerste de wet van God op het moment dat Eva in het Paradijs van de boom met verboden vruchten at en zij daarna Adam verleidde tot de zondeval. Hier begon de lange geschiedenis van misleiden en verleiden.”

Het verhaal speelt zich af in 1345, in de Late Middeleeuwen, in de fictieve stad Arensborg. Helena is de achttienjarige dochter van een niet onbemiddelde lakenhandelaar die komt te overlijden. Ze wil het bedrijf van haar vader voortzetten, maar stuit op allerlei problemen die te maken hebben met het feit dat ze vrouw is. Het koopmansgilde vindt dat een man aan het hoofd van een bedrijf moet staan. (Overigens waren er ook wel gildes waar vrouwen wel lid konden zijn). Helena moet dus trouwen, maar weigert dat. Ze wil alleen uit liefde trouwen. Maar de lakenhandel van haar vader is gewild en er zijn kapers op de kust, die er alles voor over hebben om het bedrijf in te pikken. Huwelijk is daar een mogelijkheid voor. Een huwelijk werd in die tijd vooral gezien als een zakelijke transactie. Het belang van de familie ging boven dat van het individu. In dit spanningsveld komt Helena terecht. Zij wil koste wat kost de onderneming van haar vader – die zij tijdens zijn ziekte op prima wijze leidde – voortzetten. Zij is een onafhankelijke geest, wil haar eigen droom realiseren, past dus eigenlijk niet in de tijd waarin ze leeft. “Liever dwaas en onafhankelijk, dan schrander maar liefdeloos gebonden”. Zoekt ze een huwelijkspartner, gaat ze akkoord met een gedwongen huwelijk, bedenkt ze een list, volgt ze haar hart?

Yoga Magazine

Dorothea en Betje zijn de twee andere vrouwen die ook een eigen verhaallijn in de roman hebben. De zeventienjarige Dorothea is van adellijke en welgestelde komaf en wordt door haar vader uitgehuwelijkt. Ze is een naïef meisje dat troost zoekt in de hoofse literatuur, Dante leest en de minneliederen van Hendrik van Veldeke. Dorothea heeft “de schijnwereld uit de boeken nodig om haar realiteit beter te kunnen dragen.” Ook zij lonkt naar een ander leven.

De derde vrouw is Betje, die niets liever wil dan moeder worden, maar daar steeds niet in slaagt. Ze is heel gelovig, onderdanig, arm (en mag dus wel trouwen met wie ze wil). Ze wordt door haar man mishandeld na iedere mislukte zwangerschap. Ze wil een ander leven. Deze twee verhaallijnen worden verknoopt met de historie van Helena, maar worden niet afgerond, hebben – met reden – een open einde. Zij worden hoofdpersonage in de volgende twee boeken van Janine.

Janine Brandsen heeft grondig onderzoek gedaan – ze is niet voor niets docent geschiedenis – en is erin geslaagd om allerlei aspecten uit de Late Middeleeuwen een plek te geven in het verhaal: het leven in een stad met zo’n 3500 inwoners, de onveiligheid als je moest reizen buiten de stad, het belang van een strategische ligging van een stad, namen die verwijzen naar beroepen (de Kuyper als iemand tonnen/kuipen maakte), de organisatie van de gilden, de standen in de samenleving, het bijgeloof, de afwatering in de stad, de hygiënische omstandigheden, de gebruiken bij een bevalling, de jaarmarkten, het geloof dat alles bepaalde, de ‘beurzensnijders’ (zakkenrollers) de kleding, de volkswijsheden. Je waant je in die stad: “De zilte geur van de vismarkt en het aroma van de huiden bij de leerlooiers vormden een bont geheel met de rottingslucht van het afval.” Er is zelfs een woordenlijst toegevoegd waar middeleeuwse woorden verklaard worden.

In haar verhaal stelt de auteur thema’s als zichzelf ontwikkelen, liefde, eerlijkheid, wreedheid ten opzichte van vrouwen en elkaar, de dubbele moraal, respect en macht aan de orde. De regels vallen altijd gunstig uit voor degenen die het voor het zeggen hebben en worden gesanctioneerd door het geloof en de rechtspraak. Het is voor de gewone man onmogelijk zijn recht te halen, laat staan voor een vrouw. Houdt Brandsen ons hier een spiegel voor?

Janine Brandsen heeft een soepele manier van schrijven. Ze weet de spanning goed vast te houden, wisselt op het juiste moment van verhaallijn en verweeft het historische op een natuurlijke wijze in het verhaal. Af en toe zijn er wel wat ‘hulpjes’ nodig om het verhaal ‘bijeen’ te houden, bijvoorbeeld als Helena aan Bodijn – haar jeugdvriend – bijpraat over wat er gebeurd is. Het voorkomt ‘losse draadjes’ in het verhaal. Het verhaal is chronologisch en scenisch opgebouwd.

De belangrijkste personages hebben een eigen stem, een eigen vocabulaire die past bij de tijd waarin het verhaal speelt. Met name het personage van Helena is mooi uitgediept. Het verhaal bevat stilistische pareltjes die soms heel subtiel zijn. Bijvoorbeeld als het gaat om de uitingen van liefde/respect tussen de ouders van Helena: “Een hand op haar moeders onderrug in het voorbijgaan, een vluchtige steek van haar schouder langs zijn borst wanneer zij bukte om de was op te pakken of haar strelende vingers over zijn kaproen, waarmee zij onzichtbare pluizen verwijderde.” Daar tegenover staat de karikaturale beschrijving van de inhalige pastoor, die het met de mores niet zo nauw neemt. Als een groepje jongeren een vrouw hebben verkracht zegt hij: “Ze hebben gebiecht en nadat ze de boetepsalmen hebben gereciteerd worden zij verlost van hun zonden.”

Val uit de tijd is een heerlijke debuutroman. En dan is er nog die cover met die poort die openstaat. Opent het een weg naar een nieuwe toekomst waarin de drie vrouw zelf hun keuzes kunnen maken, uit de tijd kunnen vallen?

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles