"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Vals licht

Dinsdag, 16 maart, 2010

Geschreven door: Joost Zwagerman
Artikel door: Johan Bordewijk

Bijtende liefde in een schaduwwereld

Joost Zwagerman – het is deze boekenweek al vaker opgemerkt – schuwt de schaduwkanten van de moderne maatschappij niet. Integendeel, deze dienen vaak als setting en onderwerp van zijn romans, als achtergrond om menselijke tekortkomingen tegen af te tekenen. In Vals licht vormen prostitutie en drugshandel het wrange decor waarin een wanhopige liefde maar niet tot bloei wil komen. Dat levert een navrant verhaal op. De vraag is echter of het als roman ook geslaagd is.

Vals Licht vertelt over de relatie van Simon Prins, van jongs af aan hoerenloper, en Lizzie Rosenfeld, een jonge prostitué. Begonnen in een peeskamer ontstaat er een verzengende liefde tussen de twee, waar ze beide zo goed als aan onderdoor gaan. In een wereld van schijn en leugen waar niets is wat het lijkt, is het problematisch om oprecht lief te hebben. Bedreigingen van fysieke aard, afpersing, molest vanwege verdwenen geld, of bedreiging van emotionele aard, jaloezie en verraad vormen splijtzwammen in hun relatie.

Zwagerman zet de benauwende sfeer van het seksbedrijf en de uitzichtloosheid van het leven in de prostitutie overtuigend neer. Het is een wereld waar mensen alles aan elkaar liegen om te overleven. ‘Ze loog niet om de waarheid te verdoezelen. Ze loog om een waarheid te creëren.’ Een mooi beeld schetst hij van de gedaantewisseling van het meisje naar de hoer:

‘Ze bepleisterde haar wangen met witte poeders en dikke crèmes, omzoomde haar ogen met oorlogskleuren als een heuse squaw en besmeurde haar glooiende, vleugelvormige mond met een lipstick van een dieppaarse kleur die van haar zachte lippen een hoofdwond maakte. […] Als ze zich afschminkte haalde Simon opgelucht adem. Met de watjes en het flesje reinigingsmelk paste Lizzie een soort omgekeerde archeologie toe op zichzelf. Zij diepte vanonder vele lagen doodsheid haar huid op die kon herademen. Onder het tl-licht vloeiden daar poriën open als lentebloemen in een winterkas.’

Boekenkrant

Hoe mooi het beeld ook is, dit citaat geeft tevens het probleem van het boek aan. Dit zijn vermoeiende zinnen. Op meer plaatsen gaat het verhaal gebukt onder loodzwaar proza. Zwagerman neemt de lezer in de houdgreep en als een ervaren judokampioen smoort hij hem bijna met een overdaad aan details, scènes, gedachten en bespiegelingen. Als voorbeeld kan een beschrijving van hoofdpijn dienen, die ontaardt in een paginalang exposé van beeldspraak:

‘Het begon met een traag een zwaar geklop boven zijn oren. Het hielp niet als hij met de toppen van zijn wijs- en middelvinger zijn slapen masseerde. Zijn vingers konden wrijven en duwen wat ze wilden, de hardnekkige regelmaat van het drukkende geklop werd er niet door onderbroken.’

Een mooie beschrijving, die nog aangezet wordt door een vergelijking met ‘technocratische kwelgeesten’ en ‘een dreunende substantie’. Maar dan komen nog ‘legers op weg naar het slagveld’, turen ‘naar een denkbeeldige zon’, ‘als een hoorn van tussen de wenkbrauwen’, een speelbal met ‘samengeperste lucht’, ‘een van iedere ritmiek gespeende kakafonie’ en een ‘dolgedraaid carillon’ langs. Je kunt bijna niet anders dan de beelden van de schrijver helemaal en totaal ervaren. De primaire emotie te willen ontsnappen uit deze opeenstapeling van zinnen, doet zich dan ook voor. Daarnaast laat de verteller er geen twijfel over bestaan hoe de liefde zal aflopen – zij zal sterven – waardoor het verhaal nog meer verstart.

De wereld is gitzwart in Vals licht, er is weinig lol te beleven. Schijnwerelden, bedrog en geldzucht beroven ware bedoelingen van hun oprechtheid. En ook de lezer moet eraan geloven. Het lijkt alsof Zwagerman de lezer wil waarschuwen: waag het niet te denken dat er ook nog plezier gemaakt kan worden. Om een maatschappelijk gezwel als de prostitutie te ontdoen van een waas van romantiek is dat perfect. En ook een grimmige uitwerking is op zijn plaats, maar deze betonnen stijl is te veel van het goede.

Boeken van deze Auteur: