"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Van de wereld

Vrijdag, 30 maart, 2018

Geschreven door: Peter Drehmanns
Artikel door: Istvan Kops

“Veel mensen voelen zich opgejaagd en nemen hun toevlucht tot de gekste strategieën om de controle niet te verliezen”

Interview met Peter Drehmanns

Hoofdpersoon in Peter Drehmanns’ nieuwste roman is Daan Vos, een zorgeloze jongen van negenentwintig met het hart op de juiste plaats. Als medewerker van het KID (Kinder Interventie Departement) probeert hij de wereld een beetje beter te maken en crisissituaties in gezinnen op te lossen. Istvan Kops sprak de schrijver.

“Op mijn visitekaartje staat behalve mijn naam onder meer het volgende: ‘verhalenjager, woordenaar, fabelzaaier, leugenleverancier, metaforenmachinist, prozabeul, woordpooier’. Dat zou moeten volstaan als informatie over mijzelf. De mens achter de schrijver, dat lijken de meeste mensen tegenwoordig haast belangrijker te vinden dan het verhaal dat die schrijver heeft geschreven. Maar ik beschouw een roman nog altijd als een autonoom kunstwerk. Biografische feiten zouden geen rol moeten spelen bij de beoordeling van een werk van fictie.”

Hoe en wanneer is het verhaal van Van de wereld ontstaan?

Boekenkrant

“Ik kreeg het idee voor het verhaal toen ik zo’n drie jaar geleden een jongen uit mijn voetbalteam leerde kennen die werkzaam was in de jeugdzorg maar af en toe ook nogal brak het veld betrad omdat hij de avond ervoor hevig had doorgehaald. In hem huisde zowel een verantwoorde, betrokken hulpverlener als een losbol. Door de week functioneerde hij in dienst van de wereld, en in het weekend bleek hij geregeld in figuurlijke zin ‘van de wereld’, door drank en drugs beneveld dus. Dat contrast vond ik interessant en omdat een schrijver zich nu eenmaal voedt met conflictsituaties, bedacht ik een verhaal waarin die twee werelden op elkaar botsen.”

In hoeverre is de roman als kritiek te beschouwen op de hedendaagse maatschappij?

“Voor mij is een roman in de eerste plaats een onderzoek waarin ik bepaalde hypotheses opwerp zonder dat ik sluitende verklaringen bied of eenduidige morele standpunten verkondig. Conflicten zichtbaar maken, dat is mijn taak, en de lezer mag vervolgens zijn eigen conclusies trekken. Maar een verhaal houdt zich natuurlijk ook met de werkelijkheid bezig, en in mijn verhalen zijn de hoofdpersonen vaak een speelbal van die werkelijkheid. De werkelijkheid die geschetst wordt in Van de wereld is een tamelijk troebele, jachtige werkelijkheid waar grote verwarring bestaat en waarin onder de oppervlakte menig gezinsdrama woekert. De wereld waarin de hedendaagse westerse mens zich staande probeert te houden is een hedonistische, exhibitionistische en uiterst complexe wereld die gekenmerkt wordt door enerzijds wanhopig risicomanagement en anderzijds heftige uitspattingen en woede-uitbarstingen. Met name degenen die in de zorg werkzaam zijn ondervinden dat onze maatschappij steeds meer lijkt op een schoolplein vol ontevreden, angstige, verwende, krijsende kinderen. Veel mensen voelen zich opgejaagd en nemen hun toevlucht tot de gekste strategieën om de controle niet te verliezen. Voor een romanschrijver is zo’n wereld uiteraard een zeer vruchtbare voedingsbodem.”

In de roman vertelt de hoofdpersoon Daan Vos over zijn werk als gezinsvoogd: “Als gezinsvoogd probeer je structuur aan te brengen, houvast te bieden aan al die frenetiek op en neer verende wezentjes met ouders die zichzelf als de maat der dingen beschouwden, hoewel ze vaak richtingloos door het leven bolderden.” Zelf lijkt Daan echter ook nogal stuurloos door het leven te gaan. Hoe verhoudt zich dat tot elkaar?

“Daan heeft zijn leven juist lange tijd prima op orde door een strikte scheiding aan te brengen tussen werk en privé. In zijn vrije tijd permitteert hij zich een nogal losbandig gedrag; maar dat is een gestructureerde stuurloosheid, die geen nadelige invloed heeft op zijn standvastige optreden als gezinsvoogd. Integendeel, het lijkt erop dat die weinig brave levensstijl zijn vermogen om met crisissituaties om te gaan juist vergroot, fortificeert. Het gaat pas mis zodra die twee werelden door elkaar heen gaan lopen en de hulpverlener zelf een hulpbehoevend wezen wordt dat niet meer in staat is de tekenen te verstaan en alarmtoestanden correct in te schatten.”

Hoe moeilijk was het om in de huid van Daan Vos te kruipen?

“De wereld van de zorg was voor mij terra incognita. Maar het leek mij interessant om eens een hoofdpersoon op te voeren die getuigt van een groot empathisch vermogen en die ook gelooft in de intrinsieke goedheid en de maakbaarheid van de mens. Een dergelijk personage had ik niet eerder de wereld in geschopt in mijn romans. Bovendien spelen er stekelige ethische kwesties een rol van betekenis in de wereld van de zorg, en ook dat vond ik boeiend. Het was dus zaak om mij te verdiepen in die onbekende wereld. Ik heb dat vooral gedaan door uitvoerige gesprekken te voeren met die jongen uit mijn voetbalteam, die gezinsvoogd waarover ik eerder sprak. Daarbij lette ik ook speciaal op zijn taalgebruik, zowel het werkgerelateerde idioom als het taaltje dat hij als 29-jarige met zijn vrienden sprak in het café of op een dancefestival dat ik met hem heb bezocht. Daarnaast heb ik nog andere mensen gesproken uit het ‘veld’ om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van het werk dat mijn hoofdpersoon verricht en de crisissituaties waarin hij verzeild raakt.”

Wat zijn voor u de grootste afleidingen tijdens het schrijven?

“Haha, nou, ik denk dat dat het min of meer dezelfde toestanden zijn die de hedendaagse mens van zijn werk afhouden. De digitale doos van Pandora. Facebook, appjes, mailtjes en al die andere hinderlagen waarin je dagelijks door internet wordt gelokt. Daarom ga ik – meestal tijdens de laatste drie maanden van het jaar – naar een hok in een loods op een industrieterrein waar ik geen internetverbinding en telefoon heb. Dat schrijfhok heeft zelfs geen ramen en ik hoor er alleen maar industrieel rumoer, wat mij tot grote werkdrift aanzet. Ik schrijf dan wel vijf, zes bladzijden per dag. Als ik mij van de noodzaak weet te overtuigen elke werkdag twintig minuten door weer en wind naar die schrijfcel te fietsen, kan ik in ongeveer drie maanden een roman voltooien.”

Wanneer bent u zelf tevreden over een boek?

“Als ik erin geslaagd ben op overtuigende en technisch volleerde wijze de schroeven los te draaien van de wereld waarin mijn anti-helden zich bewegen. En als de vorm van het verhaal (zowel de compositie als de stijl) zich organisch vervlecht met de inhoud. En ook als er lezers zijn, recensenten of gewoon liefhebbers, die bepaalde intenties en gebruikte procedés herkennen en weten te waarderen.”

Heeft u bepaalde schrijfrituelen en, zo ja, welke?

“Afgezien van wat ik eerder vertelde over mijn via crucis naar het schrijfhok op het industrieterrein: ik geloof ook heilig in effectief lanterfanten. Zodra ik een boek voltooid heb, geef ik mezelf alle rust en ruimte om als het ware leeg te lopen zodat er weer langzaam een nieuw verhaal kan ontkiemen in mijn brein. De meeste mensen in mijn omgeving denken dan dat ik geen steek uitvoer en alleen maar een beetje in bed lig. Het is waar dat ik in zo’n periode weinig bewijsbare activiteiten ontplooi, maar achter de schermen ben ik ontspannen bezig met het verzamelen van aantekeningen en invallen. Net zolang totdat ik denk dat dit voldoende materiaal is om het fundament te vormen van een nieuwe roman. Die aantekeningen rubriceer ik dan op basis van bepaalde thema’s, meestal zo’n vijftien à twintig pagina’s die ik in een multomap stop. Die map raadpleeg ik altijd bij het schrijven van de roman.”

Wat zijn uw toekomstplannen?

“Ik ben nu voorzichtig bezig met een Grote Roman, die net zoals enkele eerdere romans van mij een queeste beschrijft, maar waarin nu ook zowel maatschappijkritische als allegorische aspecten een rol spelen. Het is mijn ambitie om met dit boek een zowel actuele als tijdloze roman te scheppen, die niet alleen qua omvang maar ook qua inhoudelijke en vormtechnische reikwijdte een hoogtepunt in mijn oeuvre moet worden. Behalve een forse portie cultuurkritiek (op de gedigitaliseerde, geglobaliseerde westerse wereld) zullen er tegelijkertijd serieuze en relevante thema’s als identiteit, (zelf)bedrog, authenticiteit en waanzin aan bod komen. Ook zal ik me buigen over de tegenstellingen cultuur-natuur, schijn-realiteit en verdwijnen-verschijnen.

Daarnaast wil ik proberen een oude droom te verwezenlijken, namelijk het maken van een volwaardige film – een documentaire in dit geval. Ik heb eerder korte films en een mini-docu gemaakt, maar nu wil ik het serieus gaan aanpakken. Dat is een langdurig en complex proces, waarbij vergeleken het schrijven van een roman een vakantietripje is.”

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Van de wereld

Van de wereld

Altijd maar begraven

Blackpool