"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Van kleine helden

Vrijdag, 22 december, 2017

Geschreven door: Richard de Nooy
Artikel door: Anke Cuijpers

De wonderbaarlijke estafette van goedheid

Wat bezielt een man om van Noorwegen via Rome naar Jeruzalem te liften met alleen een hond en een rugzak vol handgesneden houten beelden. Van kleine helden begint raadselachtig, via het perspectief van Bodolf, de hond van deze Per, en dan verder, via allerlei vertellers, dwars door Europa en oorlogsgebied. Al die tijd heeft het intermenselijke de glansrol, de gewone mensen langs de route, tot we in Jeruzalem belanden waar de wetenschap Per in handen krijgt.

Van kleine helden is opgebouwd als een mozaïekvertelling. Ik heb het zelf niet gecontroleerd maar de verantwoording meldde een telling van 145 personages. Dat nadert het aantal van 160 personages die De bijenkorf van Cela bevolken, eveneens een sociale roman die de alledaagse mens aan de zelfkant portretteert. In elk hoofdstuk liften we mee in het hoofd van een personage, zien we een momentopname uit zijn of haar leven. De Nooy weet de separate werelden binnen het bestek van een paar woorden levendig en voorstelbaar te maken. Wat bovendien helpt is dat boven elk hoofdstuk de naam van het vertellende personage wordt genoemd, en de plek waar dit deel van het verhaal zich afspeelt. Op die manier houden we als lezer een vinger op de landkaart tijdens de reis naar Jeruzalem. Alleen als Per aan het woord is staan getallenreeksen boven de hoofdstukken. Per draagt het verhaal, draagt een raadsel met zich mee. Of is Per zelf het raadsel? Sommige personages die hij ontmoet zien in hem een Jezus, al-Khidr, een engel of een genezer. Andere personages zien hem niet, alleen de lezer herkent de oude man die iets verderop loopt of staat. Per is daarmee bovenal zelf een mythe.

Het men is vele ikken

De mensen die de Nooy zo schitterend portretteert zijn vrachtwagenchauffeurs, vuilnismannen, verpleegsters, een paar ordezusters in het Vaticaan die sardonisch genieten van de stervenspijn van hun moeder-overste, Bulgaren die naar Nederland komen om gebouwen schoon te maken, een lerares met een burn-out. Bijna zonder uitzondering zijn het mensen die niet lang soebatten maar de helpende hand uitsteken, en dat doen ze op de meest vanzelfsprekende manier. Zonder er veel woorden aan vuil te maken besluit de Thaise die met een dronkaard van een Zweed is getrouwd om Per naar zijn bestemming te brengen. De manier waarop het winkeliersechtpaar Mehmet en Semra, die hun groentewinkel uitbaten tegenover een bordeel, reageren als een Roemeense prostituee vol schrammen en bebloed de winkel binnenkomt laat meest van al een warm portret van hun huwelijk zien. Waardoor des te meer het risico van hun heldhaftigheid voelbaar wordt als Mehmet de prostituee naar buiten smokkelt en Semra alleen in de winkel achterblijft.

Schrijven Magazine

Alle hoofdstukken zijn als een losstaand kortverhaal te lezen, maar binnen de estafettestructuur van de roman winnen ze aan kracht. Een van de mooie voorbeelden daarvan is het verhaal van de autistische Pavel die sleutelt aan een ruimtevaartcapsule en zijn stervende buurvrouw naar het hiernamaals wil brengen in een banaan. Astronaut en banaan belanden in de volgende vertelling waarin twee passanten hem vinden en uiteindelijk het alarmnummer bellen:

“De man fronst: ‘Nee, ik geef geen naam. Er staat hier nog een meneer.’
Ignác schudt zijn hoofd.
‘Nee, hij heeft ook geen naam.’
[…]
‘Bijzonderheden?’ zegt de passant. ‘Er ligt hier een bewusteloze parachutist. Is dat niet bijzonder genoeg?’

Aangespoord door deze tirade bekijkt Ignác de parachutist nog eens goed en ziet dan iets wat hem niet eerder is opgevallen. Knippend met zijn vingers trekt hij de aandacht van de bellende passant en wijst op de hand van de parachutist, die half onder zijn jas verscholen ligt.”

De Ignác uit het hierboven aangehaalde citaat is een van de weinige personages die eerst aan hun eigen hachje denken voor ze tot handelen overgaan. Juist op deze momenten in de roman evoceert de Nooy de vragen. De geruststelling dat het fictie is die ik lees wordt vlak voor het dichtklappen van het boek op losse schroeven gezet. De hoeveelheid en diversiteit van de personages maakt duidelijk dat het hier niet om een autobiografische roman handelt, maar, wel om fictie die soms zo goed gedocumenteerd is dat ze waar gebeurd is. Lezen, herlezen, deze bijzondere roman rondom een ongewoon thema.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Van kleine helden