"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Van kop tot teen

Vrijdag, 23 oktober, 2020

Geschreven door: Charlotte Van den Broeck, Jeroen Dera
Artikel door: Bas Aghina

Verfrissend, gedegen en veelzijdig poëzie lees-, leer en doe-boek

[Recensie] Gedichten lezen en van ze genieten, is ook voor veel volgroeiden geen sinecure. Als hogepriesters en hogepriesteressen van de taal maken de dames en heren dichters het ons soms moeilijk. Niet opzettelijk, uit effectbejag of balorigheid, maar omdat hun gedichten bij uitstek de hyperindividualisering van onze huidige levens laten zien. In taal worden geboren en via Haar – inderdaad, een hoofdletter, want over onze moerstaal mogen we best respectvoller schrijven – je unieke leven, werken, idealen, angsten filteren en kanaliseren naar anderen toe, kent talloze variatiemogelijkheden. Het uitdrukken en overbrengen van een boodschap tussen poëet en genieter, kan daarbij zoveel kanten op gaan dat de laatste soms denkt: “Toch niet helemaal mijn ding.” En dat is jammer. Poëzie vergt – en dat geldt voor poëten én genieters – behalve talent ook aandacht, ijver en studie en een “smaakklik” tussen lezer/lezers en gedicht. Tot op zekere hoogte kun je smaak voeden door meer kennis van bijvoorbeeld de gedichtstructuur, het bonte spel der tegenstellingen, verbale, semantische en muzikale elementen. Er kan meer begrip en zelfs bewondering ontstaan voor de opbouw, werking en achtergronden van een gedicht en de dichter die erin doorklinkt. Maar uiteindelijk is het ook een kwestie van verwantschap tussen poëten en genieters of zelfs – zo je wilt – het lot. Het blijft een persoonlijk, bijna een intiem proces tussen lezer/lezers, gedicht, moment van de dag en zoiets als de stand van ieders ster. Zouden we misschien wel kunnen zeggen dat geslaagde poëzie, als daad en ervaring, samenvalt met een van haar meeste gebezigde onderwerpen, de liefde?

Als we hier van uit zouden gaan, dan moeten we ervoor zorgen dat deze liefde niet overwaait als een bevlieging, maar kan uitgroeien tot een geslaagde relatie die iedereen rijker maakt. En hierbij kan goede opvoeding en scholing in de poëzie zeker helpen. Op dit gebied is een nieuwe aantrekkelijke loot aan de kennisboom verschenen: de bundel Van kop tot teen met Charlotte Van den Broeck en Jeroen Dera in de reeks “woorden temmen” van uitgeverij grange fontaine, de opvolger van het succesvolle poëzieboek voor elfjarigen 24 uur in het licht van Kila&Babsie uit 2018.

Opnieuw verrast deze uitgeverij met een verfrissend, gedegen en veelzijdig poëzie lees-, leer en doe-boek. Met 30 vooral recente en soms fonkelnieuwe gedichten elk over een ander deel van het menselijk lichaam passeren Nederlandse en Vlaamse dichters en dichteressen de revue, zoals Lucebert, Radna Fabias, Hugo Claus, Marieke Lucas Rijneveld (jawel, winnares van de Booker International Prize), Delphine Lecompte en Bas Belleman. Zinnen als “Alles gaat goed met me/er is genoeg voor maanden” van Peter Verhelst of de klassieke Vasalis’ zin “Ik droomde dat ik langzaam leefde…/langzamer dan de oudste steen.” (beginzin van Tijd), springen je van de pagina’s tegemoet. Niet alleen zeer kundig, maar vooral ook persoonlijk toegelicht door Van den Broeck en Dera met de nodige theoretische achtergronden voor wie bijvoorbeeld meer wil weten over parlando of hoe het gedicht Ring van Christine D’haen een antwoord is op Elsschots klassieke gedicht Het Huwelijk. Nog leuker wordt het als je de oefeningen gaat doen: zelf met ogen dicht opschrijven bijvoorbeeld – ieder gedicht heeft een lege pagina om zelf te gebruiken – wat je allemaal kunt horen of de Dr. Pennebaker-methode van vrij schrijven uitproberen. Na zo’n oefening is de vraag natuurlijk wel of je het beetje goed doet; voor een antwoord hierop wellicht toch een cursus bij de auteurs gaan volgen … Het is in ieder geval duidelijk waarom deze bundel in scholen en universiteiten gebruikt wordt.

Van kop tot teen met Charlotte Van den Broeck en Jeroen Dera neemt een waardevolle en geheel eigen plaats in tussen leerboeken en doet in frisheid en stijl ook wat denken aan dat andere zeer toegankelijke, klassieke ´doe-en-leer´-boek Willem Wilminks In de keuken van de Muze. De gehele schriftelijke cursus dichten uit de vorige eeuw alweer. Advies van uw recensent: ruim voor deze bundel een goede plek in tussen Wilminks In de keuken van de Muze en Pfeijffers De Nederlandse poëzie van de twintigste en de eenentwintigste eeuw in duizend en enige gedichten.

Pf

Alleen, één probleem levert deze bundel wel op: er is nog geen kast waar dit opvallende ruitvormig schrijven in past zonder om te vallen. Dan blijft er maar een plek over voor Van Kop tot teen met Charlotte Van den Broeck en Jeroen Dera: op het nachtkasje… Eh, wordt dat niet te intiem? Ik zou zeggen: koop/bestel, lees en oordeel zelf…

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub Van Alles