"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Veeg teken

Woensdag, 27 september, 2006

Geschreven door: Nelleke Noordervliet
Artikel door: Juliette van Wersch

De verlossende werking van alleen zijn

Drie verhalen over de subtiele grens tussen eenzaamheid en alleen zijn, tussen werkelijkheid en onwerkelijkheid, over een naderend einde, over rituelen en louterende ervaringen, en over het gewoon weer doorgaan, dat is Nelleke Noordervliets novellenbundel Veeg teken. De hoofdpersonages zijn verlaten of achtergebleven en worstelen daar mee totdat ze een teken denken te krijgen om het leven anders aan te pakken. Ze zijn op zoek naar vrijheid, en naar verlossing van hun verdriet en hun verleden. Maar daarbij is niet alles wat het lijkt.

In de eerste novelle, ‘Miss Blanche’, slijt sigarenboer en weduwnaar Herman Hillebrand Wedigh zijn dagen achter zijn toonbank. Er gebeurt weinig in zijn leven, des te meer in zijn fantasie. Wat deze fantasie met hem kan doen, wordt pas goed duidelijk wanneer een mooi Turks meisje tegen hem oploopt en hem uitscheldt daarvoor. Vanaf dat moment is zij voor hem zijn engel. Hij voelt de drang zijn leven te veranderen, al weet hij niet meteen hoe. Er zijn meerdere tekenen aan de wand. Zoals het contrast tussen de mooie ‘Halina’, zoals hij haar noemt, en de verminkte mannen die hij ontmoet. En zoals de aardige Puck, de secretaresse van de wijkraad. Dat Halina niet zo’n engeltje is, blijkt enkele maanden later. Voor Herman blijft ‘Halina forever’ gelden, maar hij gaat uit met Puck.

Net als in het eerste verhaal is de hoofdpersoon van de tweede novelle ‘Water en as’ graag alleen, en voelt zich eenzamer in een mensenmassa. Alleen zijn heeft echter een keerzijde: gebrek aan liefde. Dat is waarmee mevrouw Goud geconfronteerd wordt, wanneer ze in opdracht van haar overleden moeder – met wie ze meer een verplichte dan een liefdevolle band onderhield -, in een klein Frans dorpje belandt om haar moeders ‘schulden’ af te lossen en haar as te verstrooien. In geheimen en vragen gehuld over de oude hoteleigenaresse en haar gehandicapte zoon, over die plek, over haar moeder en over zichzelf, brengt ze haar dagen door, in een soort droomachtige toestand. Langzamerhand denkt ze haar moeder te begrijpen en ondergaat een rouwproces, dat niet alleen het verlies van haar moeder betreft maar ook de acceptatie van zichzelf.

De hoofdpersoon van de laatste novelle, ‘De verlossing’, is door haar ex in de steek gelaten voor een ander. Ze voelt zich oud en overbodig geworden en gaat op reis naar Sevilla. Daar doolt ze rond, als in een labyrint, met in het middelpunt een kerk waar ze een priester met een Brabants accent ontmoet. Zijn trieste verschijning, alsof hij niet op de juiste plek is, raakt haar. En ook de kerk heeft een vreemde mysterieuze invloed op haar. Ze raakt in een soort touwtrekspel met deze Javier betrokken, waarbij niet duidelijk is wie nu de rol van de advocaat van de duivel heeft. Uiteindelijk raken beiden op een bepaalde manier verlost van hun kwellingen.

Dans Magazine

In Veeg teken tilt Noordervliet de thematiek van de verhalen op een hoger plan door haar originele taalgebruik en ironische stijl. Daarnaast kauwt ze de lezer niet alles voor, die daardoor wel met vragen kan blijven zitten. Het meest treffend aan Noordervliets taalgebruik zijn de zintuiglijke beschrijvingen, of eigenlijk de mix daarvan, zoals de omschrijvingen van geuren met een kleur: ‘lichte roestlucht van warme steen’ en ‘het zachtroze van het gras’. Maar ook van gevoelens en sfeer, die vaak beklemmend zijn: ‘mijn ogen en oren waren volgepropt met duisternis en stilte’.

De ironie is een mooie tegenhanger van de bijna magisch-realistische ervaringen van de personages. Zo is de overleden moeder in het tweede verhaal als as in een urn meer moeder voor de hoofdpersoon dan ze ooit levend is geweest. Soms gaat de ironie over in sarcasme, bijvoorbeeld wanneer twee mannen in het dorpscafé in een verhitte woordenwisseling verwikkeld raken, ‘die al spoedig van mij overging op een verkeerd beslagen paard. “Wat is het verschil”, dacht ik.’ Het geeft de zware thematiek iets lichtvoetigs, hoewel ironie daarmee ook een maniertje van de auteur kan zijn. Ik heb boven verwachting genoten van deze bundel. Als muzieknoten, of tekenen aan de wand, blijven sommige omschrijvingen en vragen in de lucht hangen. De novellen lijken het volgende lied te willen zingen: met een juiste mengeling van fatalisme, overgave, vertrouwen in jezelf en nuchterheid kun je je staande houden in de chaos van het leven.


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.