"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Verdriet is het ding met veren & Jaag je ploeg over de botten van de doden

Vrijdag, 28 mei, 2021

Geschreven door: Max Porter
Artikel door: Christian Jongeneel

Uiteenlopende inspiratiebronnen

[Recensie] Stom toevallig las ik twee romans achter elkaar die hun opvallende titel ontlenen aan oude gedichten. Jaag je ploeg over de botten van de doden van Olga Tokarczuk leunt op een quote uit Proverbs of Hell van William Blake uit 1789.

Beide romans zijn verder totaal verschillend, ook in relatie tot de manier waarop het gedicht verband houdt met het verhaal. Toch leek het me een aardige invalshoek om ze naast elkaar te leggen, omdat het laat zien hoe uiteenlopend je om kunt gaan met je inspiratiebronnen.

Max Porter

De roman van Max Porter, die we afgelopen week interviewden voor Boek & Meester, naar aanleiding van de aanstaande première van het toneelstuk, is een ontroerend verhaal over rouw. In korte passages geeft Porter het woord aan de man die onlangs zijn vrouw verloren heeft, de jongens, en kraai, een disruptief karakter die de vader hardhandig confronteert met zijn verlies en hem zo helpt ermee in het rijne te komen. In het toneelstuk wordt Kraai beurtelings gespeeld door de vader en zijn zonen zelf.

Hereditas Nexus

De taalbeheersing van Porter is weergaloos. Hij beweegt heen en weer tussen poëzie en proza, tussen metafoor en zorgvuldige beschrijving van handelingen. Zo slaagt hij erin de verschillende fasen van de rouw op te roepen zonder ze expliciet te benoemen, de opstandigheid, de berusting, het hervinden van de levenslust. Door kraai als zelfstandig karakter op te voeren kan hij de vader een dialoog met zichzelf laten aangaan die anders misschien obligaat zou zijn geworden.

Dezelfde subtiliteit zit in de relatie met het gedicht van Emily Dickinson, dat hoop als onderwerp heeft. Er wordt niks expliciet benoemd, het is aan de lezer zelf om de allusie te begrijpen. Verwerken van rouw gaat ook om het hervinden van hoop. Erg knap hoe Max Porter in honderd pagina’s met veel witruimte een waaier aan gevoelens weet op te roepen.

Olga Tokarczuk

Bij Olga Tokarczuk is de subtiliteit ver te zoeken. In een afgelegen Pools gehucht tegen de grens met Tsjechië vindt een aantal moorden op jagers plaats. De verteller, een oudere vrouw die heilig gelooft in horoscopen en een liefhebber is van de poëzie van William Blake, gaat op onderzoek uit. Ze heeft zo haar vermoedens over de toedracht, maar niemand gelooft haar. Als detective, compleet met slotscene waarin de hoofdrolspelers samenkomen en de dader onthuld wordt, overtuigt het niet.

Wel overtuigend is het portret van Janina Duszenko, de zestiger die in een clustertje vakantiewoningen bovenaan de berg bij het dorp woont. Zij en haar twee buurmannen zijn de enigen die er ook in de winter verblijven. Janina moppert, spant mensen voor haar karretje, houdt lange monologen over astrologie. Een irritant mens waar je niettemin van gaat houden. Ze is niet makkelijk, maar heeft het ook niet makkelijk.

William Blake is er een beetje bijgesleept. Zijn werk komt uitgebreid aan bod, maar enig verband met de hoofdhandeling van het verhaal lijkt er niet te zijn. Misschien ontgaat me iets, maar net als bij de andere roman die ik van Tokarczuk las, vroeg ik me af of ze wel iets te vertellen heeft.

Eerder verschenen op Christianjongeneel.nl