"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Verlichting nu

Zondag, 4 november, 2018

Geschreven door: Steven Pinker
Artikel door: Karl van Heijster

Het gaat ontzettend goed met de wereld

[Recensie] Optimisten hebben de naam naïef te zijn, maar optimisten hebben de werkelijkheid dus wel aan hun zijde. Het gaat ontzettend goed met de wereld, op vrijwel elk gebied. Of het nu gaat om levensduur, gezondheid, welvaart, vrede, veiligheid, democratie, kennis, kwaliteit van leven of geluk: er bestaat geen beter moment om te leven dan nu. En dat hebben we allemaal te danken aan de Verlichting. Dat is wat de Candadees-Amerikaanse taalkundige en psycholoog Steven Pinker betoogt in zijn bijna 700 pagina’s tellende pil Verlichting Nu: Een pleidooi voor rede, wetenschap, humanisme en vooruitgang.

Het grootste gedeelte van die pagina’s wordt gevuld met de ene na de andere hoopvol stemmende statistiek. Zo is de levensverwachting de afgelopen tweehonderd jaar meer dan verdubbeld: van rond de dertig in 1800 tot 71,4 jaar in 2015. Van 1820 tot nu is het bruto mondiaal product bijna honderdvoudig toegenomen. En ondanks dat de wereldbevolking explosief groeit, daalt het aantal mensen dat in extreme armoede leeft – niet alleen relatief, maar ook absoluut. De enige uitzondering op die positieve trend is overigens de recente stijging van het aantal terroristische aanslagen, waar Pinker met een hoop keukentrapjesargumenten omheen schrijft om zijn voor het overige terechte optimisme te kunnen handhaven.

Maar dat er sprake is van een opwaartse trend, betekent niet dat alles vanzelf goedkomt. Pinker onderkent bijvoorbeeld dat er op het gebied van milieu enorme uitdagingen op de weg liggen. Maar daar waar anderen vervallen in platte ontkenning of apocalyptische bangmakerij, pleit Pinker voor het handhaven van een optimale verhouding tussen (economische) vooruitgang en vervuiling. Die houding is niet ingegeven door een onwil om de luxe van het moderne leven op te geven. Pas als de welvaart zich op een bepaald niveau bevindt, kunnen mensen zich druk gaan maken om het milieu; alles daarvóór is louter en alleen gericht op overleven. Wil de mensheid de concrete problemen rondom milieuvervuiling oplossen, dan zal ze dus ook en vooral moeten investeren in zichzelf. Hoe? Milieuactivisten zullen van Pinkers antwoord sidderen: met kernenergie, aangeprezen als de (relatief) schoonste technologie met de hoogste opbrengsten.

Pinker is wars van heilige huisjes en baseert zijn betoog op data, niet op ideologie – althans, voor zover het zijn pleidooi voor het reële bestaan van vooruitgang betreft. Zijn verdediging van de waarden die die vooruitgang mogelijk hebben gemaakt – rede, wetenschap en humanisme -, is zo rotsvast verankerd in een ideaalbeeld van de Verlichting dat het zijn eigen blinde vlekken over het hoofd ziet. Zo rept Pinker met geen woord over de rampzalige gevolgen van de Verlichting in Frankrijk. Erger nog: tegen het eind van zijn boek heeft de psycholoog de neiging discussies te voeren op basis van makkelijk weg lezende maar karikaturale schetsen van zijn opponenten. De nuchtere en afstandelijke wetenschapper maakt plaats voor een bevlogen orator. En geef hem eens ongelijk: met alle verworvenheden van de mens anno nu is een viering op zijn tijd niet meer dan gepast. Verlichting Nu is de feestverlichting in het feest van de Verlichting.

Boekenkrant

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles