"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Vernietigen

Vrijdag, 19 mei, 2023

Geschreven door: Michel Houellebecq
Artikel door: Roeland Dobbelaer

De moraal van de gewone mens

[Column] Meer dan twintig jaar, tot aan zijn dood, werkte de Duitse schrijver Robert Musil (1880-1942) aan zijn magnum opus, Der Mann ohne Eigenschaften, in het Nederlands vertaald door Ingeborg Lesener als De man zonder eigenschappen. Het boek kent drie delen, deel drie bleef onvoltooid. De roman is een briljante schets van de decadente Oosterijkse-Hongaarse dubbelmonarchie aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. Het boek zou zich in elke tijd kunnen afspelen, decadentie is immers van alle tijden. 

De hoofdpersoon is de jonge wiskundige Ulrich, die gevraagd wordt zitting te nemen in een comité dat een feest moet organiseren voor de vijfenzeventigjarige verjaardag van de keizer. Ulrich wordt hiermee een soort ambtenaar, maar ondanks deze functie probeert hij zo min mogelijk te doen. Hij vindt het werkende leven een grote farce. Niet dat hij alle plannen probeert te saboteren, maar met grote ideeën komt hij zelf in ieder geval niet. Musil doet verslag van alle vergaderingen van het organiserend comité, het schiet allemaal voor geen meter op. Ook vertelt Musil uitgebreid over wat Ulrich van iedereen die hij tijdens bijeenkomsten tegenkomt vindt. En dat levert mooie satirische beschrijvingen op. Ulrich zou zich het liefst onttrekken aan het hele gebeuren en vraagt zich voortdurend af wie hij is, wie hij moet, wil zijn. Hij lijkt voor de buitenwereld een wat kleurloze figuur, maar vanbinnen – als hij zich niet tussen de mensen van het organiserend comité hoeft te begeven – is hij veel meer dan een ‘man zonder eigenschappen’ en heeft hij wel allerlei ideeën en opvattingen. Zijn maatschappelijke functie echter verlamt hem, maakt een zombie van hem.

Vorig jaar werd een verre achterneef van Ulrich geboren, Paul genaamd, en wel in de laatste roman van Michel Houellebecq: AnéantirVernietigen, de vertaling door Martin de Haan, verscheen in maart. Hoofdpersoon Paul is een kleurloze, brave ambtenaar, secretaris van minister Bruno, en heeft als voornaamste taak diens agenda beheren. Ongewild is Paul de vertrouwenspersoon van Bruno, en zo komen we veel te weten over de Franse politiek. Paul is getrouwd met Prudence, die hij nauwelijks meer spreekt. Ze leven gescheiden in hun appartement, slapen gescheiden en hebben al tien jaar geen seks meer met elkaar. Paul vindt het allemaal wel best, hij “leeft zijn leven zonder te leven”. Deze laatste uitspraak komt regelmatig terug in Vernietigen, in verschillende variaties. 

Herseninfarct
Aanvankelijk gebeurt er weinig in de roman, althans, niets wat we doorgaans in een ‘Houellebecq’ verwachten. Vernietigen is de eerste driehonderd pagina’s verre van groots en meeslepend, gevaarlijk of shockerend, kwalificaties die aan Houellebecqs eerdere boeken wel te geven waren. Zijn nieuwe roman gaat over gewone mensen, met problemen en zorgen die gewone mensen hebben; over de vader van Paul die een herseninfarct krijgt; over de zus van Paul en haar man Hervé, een werkloze notaris met geldzorgen en over de jongere broer van Paul die doodongelukkig is in een huwelijk met een bitsige vrouw. Bladzijden lang lezen we over hoe het gezin zich na de ziekte van de vader opnieuw probeert te organiseren; over hoe de zus en de veel jongere tweede vrouw van de vader (Pauls moeder overleed na een noodlottig ongeluk) zich over de hulpbehoevende man ontfermen; over hoe de zonen en schoonzoon zoals mannen zijn hulpeloos toekijken; maar ook over het hernieuwde contact tussen Paul en Prudence. Ze komen door de ziekte van de vader weer tot elkaar.

Boekenkrant

Toch kan Houellebecq het niet laten en komen halverwege het boek de grote gebaren en gebeurtenissen langs. Hier en daar zijn deze gewelddadig en pervers. In Vernietigen zijn deze verwikkelingen slechts bedoeld om wat spanning in het boek te brengen. Zo spelen op de achtergrond van de roman de presidentsverkiezingen van 2028 een bescheiden rol. Er zijn allerlei machinaties waarbij het erop lijkt dat de zittende president aan de macht wil blijven, of liever gezegd op termijn weer terug wil komen. Houellebecq voert zelfs een geheimzinnige Dan Brown-achtig terreurorganisatie op, die met nog geheimzinnigere aanslagen de wereld teistert. Maar Paul laat zich niet afleiden, hij concentreert zich steeds meer op de ontwikkelingen in zijn eigen leven, op zijn relatie met Prudence en op zijn familie. Vernietigen is Houellebecqs eerste echte familieroman is. Het boek valt niet anders te lezen dan als een pleidooi voor het gezin, voor de familie, en tegen de politiek en het publieke leven waarin je maar een onbeduidend radertje bent. Bladzijde na bladzijde dringt het besef door dat de mens maar een eenvoudig wezen  is dat verlangt naar kleine dingen: lekker eten, af en toe seks, een enkel goed gesprek, geborgenheid. Werken in de publieke ruimte leidt enkel af van de dagelijkse privébezigheden. Je zou, zo draagt deze Paul in Houellebecqs roman uit, je er gewoon niet mee bezig moeten houden. En hiermee kan Paul zijn Weense oudoom Ulrich een hand geven.

Op pagina 124 van het boek plaatst Houellebecq bij een passage over de zus van Paul een opvallende noot, overigens de enige noot in het boek. Hij schrijft: “Wanneer je dit soort vragen gaat uitdiepen (en vroeg of laat komt er altijd een moment waarop je dit soort vragen gaat uitdiepen), moet je rekening houden met het feit dat je altijd jezelf precies in het middelpunt van de morele wereld plaatst, dat je je zelf ziet als iemand die niet goed en niet slecht is, moreel neutraal.” We zijn in het diepst van ons wezen kleine luyden, dat moeten we ons elke dag realiseren, zo leert Houellebecq ons. Dit voorkomt dat we groots en meeslepend willen leven, want dat brengt alleen maar ellende.

Eerder verschenen in Bazarow Magazine

Boeken van deze Auteur:

De verwarring van een jonge Törless

De man zonder eigenschappen (deel 4)

De man zonder eigenschappen