"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Verslaafd aan geluk

Zondag, 22 november, 2020

Geschreven door: Onbekend
Artikel door: Cyril Lansink

Over het koesteren van sombere momenten

[Recensie] De mens verlangt naar geluk. Niets natuurlijker dan dat. Van oudsher wordt het gezien als het uiteindelijke doel van onze strevingen en activiteiten. Het heeft dan ook iets uitdagends als iemand een boek schrijft met de titel Against Happiness. Hoe kun je nu tegen geluk zijn, als het zo evident is dat het tot de basisbehoeften van de mens behoort?

Het antwoord schuilt in de vorm van geluk waar de auteur, de Amerikaanse hoogleraar Engelse letterkunde Eric Wilson, aanstoot aan neemt. Volgens hem is geluk in de moderne – met name Amerikaanse – samenleving verworden tot een pijnloos welbehagen, passieve tevredenheid en oppervlakkig, voorspelbaar gemak. Tegen geluk zijn wil zeggen tegen een cultuur zijn die zich presenteert als consumentenparadijs en die er alles aan doet om het onverkwikkelijke en het tragische weg te poetsen, de rimpels glad te strijken en te vergeten dat we sterfelijke wezens zijn. Wilson constateert met afschuw dat het gros van zijn landgenoten verslaafd is geraakt aan dit geluk – het geluk van de aangeharkte tuintjes, van de happy meals en de eeuwige smileys.

Op bewogen wijze – maar ook nogal voorspelbaar en karikaturaal – geeft de auteur lucht aan zijn cultuurkritiek. Maar daarmee overtuigt zijn alternatief voor een leven gericht op instantbevrediging  nog niet. Tegenover de gewraakte gelukkige types plaatst hij de melancholieke mens. Deze laatste beseft dat echte vreugde het verdriet in zich draagt, en dat er een verband is tussen schoonheid en vergankelijkheid. Maar Wilson gaat in zijn apologie van de somberheid veel verder. Er is geen andere weg tot authentiek geluk dan zwaarmoedigheid, zo suggereert hij. Zonder omarming van het verdriet geen diepgang. ‘Ongeluk maakt ons creatief.’ ‘Mensen moeten lijden voor schoonheid.’ In hoogdravende taal verlustigt hij zich in alles wat smerig, duister, zwaar, destructief, onzeker en tegenstrijdig is. De rottende boom in zijn tuin is mooier dan de middagzon.

Het is dan ook niet toevallig dat de helden waaraan hij zijn betoog ophangt vrijwel allemaal gekwelde romantische kunstenaars zijn. Coleridge, Keats, Beethoven, of recenter Joni Mitchell en John Lennon, belichamen het levensgevoel dat Wilson koestert. Mensen die uit triestheid, ellende en onrust kunstwerken peuren, zouden het voorbeeld bij uitstek vormen voor ons die willen ontsnappen aan het goedkope, laffe geluk dat reclame en vakantiefolders beloven. Hoe reëel is dat? Wat weggelegd is voor een paar scheppende geesten is voor gewone stervelingen helemaal geen ideaal. Maar dat betekent toch niet dat ze gedoemd zijn om in de oppervlakkigheid van voorgekookte geluksverlangens te blijven steken? 

Boekenkrant

Er mag waarheid zitten in de melancholie, maar dan hoef je er nog niet mee te dwepen. Anders blijft de lezer, die niets op heeft met geestloos geluk maar ook niet behept is met de vruchtbare droefenis van de romanticus, met lege handen achter.

Eerder verschenen in Intermediair