"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Verzet en rede

Zondag, 4 februari, 2018

Geschreven door: Susan Neiman
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Het is allemaal de schuld van het postmodernisme

[Essay] De Amerikaanse filosoof Susan Neiman besluit haar polemisch geschrift tegen het populisme Verzet en rede – in tijden van nepnieuws, met de strijdkreet: “Verzet of berusting: de keus is aan ons.” In haar schotschrift hekelt ze het verbond van het rechtspopulisme in Amerika en de media daar die steeds meer nepnieuws verspreiden. Ze voert de 28-jarige Amerikaanse patriot Edgar Maddison Welch op die op 4 december 2016 achthonderd kilometer van North Carolina naar Washington D.C. rijdt, om daar “orde op zaken te stellen.” Hij doet dit omdat Hillary Clinton en haar campagne leider John Podesta, zo berichtten allerlei extreemrechtse websites, betrokken zouden zijn bij een kinderpornonetwerk geleid vanuit een pizzeria waarin het code woord ‘Kaaspizza’ (wat zou staan voor kinderporno) veel gebruikt werd. Welch stormt het restaurant binnen, schiet wat kogels in het rond en moet vaststellen dat er inderdaad heel veel kaaspizza’s worden geserveerd.

De alliantie tussen de nepnieuws-verspreiders en extreemrechts ziet Neiman als een grote bedreiging voor de democratie. Het zet mensen aan tot haat en geweld. Ze citeert uitgever Andrew Breibart, van de extreem-rechtse nieuwssite die zijn naam draagt en waar ook de voormalige adviseur van Trump, Steve Bannon, tot voor kort werkte: “In de 21ste eeuw zijn de media alles. Links wint omdat het de media onder controle heeft. Links bestáát uit de media. Het verhaal is alles. Ik noem dit het Democratische Media-Complex en ik voer oorlog om de controle over het Amerikaanse verhaal te winnen.”

Foucault

De schuld van het waarheids-relativisme legt Neiman bij postmoderne filosofen zoals Michel Foucault die volgens Neiman met hun relativistische teksten over macht en de werking van de macht een theorie van veelheid van waarheden over het westen hebben uitgestort. En deze veelheid van waarheden wordt dankbaar gebruikt door de verspreiders van nepnieuws. Als niets meer waar is, kan alles waar zijn. En als je iets verzint en je verspreidt het als zijnde waar, en mensen geloven het, dat wordt het vanzelf waar. En iedereen maakt zich er schuldig aan, ook de regeringsleiders die de oorlog in Irak startten met fakenews-aannames over vernietigingswapens in handen van Saddam.

Hereditas Nexus

Neiman citeert Foucault: “Is macht niet gewoon een vorm van oorlogszuchtige dominantie? Moeten we daarom niet alle problemen in termen van onderlinge strijd zien? Is macht niet een soort alomtegenwoordige vorm van oorlog die op bepaalde momenten de vormen van vrede en van de staat aanneemt? Vrede zou dan een vorm van oorlog zijn en de staat een middel zijn om die oorlog te voeren.”

Ze concludeert: “Iedereen die gelooft dat waarheid louter macht is, en dat idealen niets anders zijn dan vermomde belangen, zal al snel concluderen dat de enige belangen die tellen stambelangen zijn.”

De kritiek op het postmodernisme van Neiman is een politieke. In de strijd die ze wil voeren, wil ze terug naar de oude waarheden van links en houdt ze vervolgens een lofrede op de Verlichting. “Voor verlichtingsdenkers is de rede het vermogen gebruik te maken van universele waarden, vooral waarden als waarheid en rechtvaardigheid, als oriëntatiepunten voor het denken.” Maar moet je hiervoor het postmodernisme afwijzen? Het is niet zo dat de postmoderne denkers elke vorm van waarheid teniet wilden doen. Jean-François Lyotard, de man die term ‘postmodernisme’ groot maakte, zag een scherp verschil tussen de exacte wetenschappen (natuurkunde, scheikunde, wiskunde etc.) en speculatieve wetenschappen (geschiedenis, filosofie, sociologie, literatuurwetenschap etc.). Het postmodernistisch onderzoek richtte zich voornamelijk op de laatste categorie, waarin door grote modernistische denkers als Marx en Hegel absolute waarheden werden gepredikt met alle gevolgen van dien. Het postmodernisme van Lytoard en Foucault is ook anders te begrijpen: leg een bescheidenheid aan de dag in je aannames, juist in dat speculatieve domein; ontkracht niet alles wat je tegenkomt; laat meerdere stemmen spreken; ga de verbinding aan.

Opvallend is dat rechts net als de linkse Neiman een soortgelijke kritiek op het postmodernisme heeft. Vorige week publiceerden de filosoof Jan Overwijk en filosoof en historicus Adriaan van Veldhuizen een uitstekend artikel in De Groene Amsterdammer. Ze citeren de filosoof Maarten Boudry en historicus Steije Hofhuis eind oktober in NRC Handelsblad: “De ideologie van het postmodernisme is mijlenver verwijderd van die van Trump, maar het intellectuele vandalisme van concepten als ‘waarheid’ en ‘feit’ is gelijksoortig.” “Wetenschappers en politici,” vervolgen Overwijk en Van Veldhuizen, “die over de gebrekkige waarheidsliefde bij Trump klagen, zouden de verkruimeling van de waarheid zelf in de hand hebben gewerkt toen ze vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw het postmodernisme omarmden. In de ogen van Boudry en Hofhuis is het postmodernisme een politieke ideologie: links, met een overdreven sympathie voor de onderdrukten in de samenleving en met de intentie om machtsstructuren te ontmantelen.” In het stuk voeren Overwijk en Van Veldhuizen ook de Canadese psycholoog Jordan B. Peterson op, die even in Nederland was om de hoofdgast te zijn op de discussieavond over immigratie van De Nederlandse Leeuw: “Peterson groeide het afgelopen jaar uit tot het boegbeeld van het internationale verzet tegen het postmodernisme. Op radio, tv en in talloze YouTube-filmpjes vertelt hij over het postmodernisme als het intellectuele neefje van het ‘cultuurmarxisme’ […] Peterson is boos, zegt hij zelf, omdat het postmodernisme met zijn relativistische houding de ruggengraat uit de traditionele samenleving trekt. […] Waar het marxisme mensen op economische kenmerken identificeerde, doen postmodernen dat op grond van ras, seksuele geaardheid of gender, aldus Peterson.”

Het komt er op neer dat zowel rechts als links zijn boos op het postmodernisme met als grote overeenkomst dat ze beide terug willen naar een tijd waarin waarheid met een hoofdletter W wordt geschreven. De rechterkant wil zaken terug als de natiestaat en eenheid (“stambelangen”). Thierry Baudet van het Forum voor Democratie heeft het over de ‘heelheid herstellen’. En links, wat wil links?

Vanuit links roept Neiman op tot verzet. Ze roept ferm dat ze geen Marxist is en ook geen Leninist, maar dat ze zich aan het hele uiterste van het linkse spectrum begeeft is wel duidelijk. Hoe ze de DDR verdedigt als een staat waar het relatief goed toeven was is bizar: “Gedurende de afgelopen jaren is het beeld van Oost-Duitsland als kwaadaardige dictatuur zo diep in het publieke debat verankert geraakt dat het de ervaringen van mensen inkleurt.” Of: “Oost-Duitsland liet bergen dossiers na, niet bergen met lijken.” Het was er beter toeven dan in het huidige Amerika met “zijn onbeteugelde economische en technologische groei.”

In de aanpak van Neiman schuilt een gevaar op zich. Neiman wil niet alleen extreemrechts bestrijden, haar eigenlijke agenda is het verwerpen van het hele kapitalistische neoliberale systeem. En dat hebben we vaker gezien. We hebben vaker gezien dat links de verkeerde keuzes maakte door de eigen strijd te laten prevaleren in plaats van het maken van grote samenwerkingsverbanden met het hele politieke spectrum. Weimar en de Spaanse Burgeroorlog konden gewonnen worden door extreemrechts doordat extreemlinks haar eigen strijd uitknokte en weigerde samen te werken met sociaaldemocraten, christenen, gematigde liberalen, et cetera.

Steeds meer komt het op twitter en straks ook in onze straten tot een handgemeen van extreemrechtse en extreemlinkse betogers, de knokploegen staan her en der al weer klaar. Ik denk dat juist nu niet ‘verzet’ het antwoord is. Als je in verzet komt strijdt je vanuit je eigen waarheden en is er geen ruimte voor debat en het aftasten van andere denkbeelden. En zo kan het dat een links persoon vorig weekeinde op twitter verdedigt dat een 71-jarige aanhanger van het Forum voor Democratie werd geduwd en in elkaar werd geslagen. Oneindig veel beter was geweest dat ze een gesprek met hem waren aangegaan.

Willen we de extremen bevechten dan is verbinding het sleutelwoord. Veel mensen in deze tijden voelen zich onbegrepen, zijn bang voor wat komen gaat, maken zich zorgen over immigratiestromen, over verlies van welvaart. Ze haken aan bij de hardste schreeuwers, bij degenen die andere tot zondebokken verklaren. We kunnen iedereen wegzetten als extreemrechtse gekken, ze in elkaar slaan, bevechten op straat. Maar we kunnen hen ook de hand reiken, ze serieus nemen, openstaan voor hun zorgen en angsten. Neiman laat zelf zien dat in steden waar mensen van verschillende nationaliteiten naast elkaar leven en met elkaar verbonden zijn er minder nationalisme is. Solidariteit, ook met mensen in de kansarme wijken is van belang. Aan de keuze die Neiman ons stelt tussen verzet of berusting is een belangrijke derde optie toe te voegen: verbinding. De keus is aan ons.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles