"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Verzonken boeken

Vrijdag, 28 mei, 2021

Geschreven door: Gerrit Komrij
Artikel door: Quis leget haec?

Vergeten boeken die niet vergeten mogen worden

[Recensie] Verzonken boeken van Gerrit Komrij heeft zich elf jaar lang genegeerd zitten voelen in mijn boekenkast en dat zeer ten onrechte. In dit boek van zo’n 230 pagina’s trekt Komrij boeken uit de vergetelheid, vaak nog uit de krochten van de negentiende eeuw. Komrij heeft een heel eigen stijl van schrijven die ik erg prettig vind om te lezen. Redelijk archaïsch maar met prachtige woorden, vergelijkingen en humor.

Hij begint meteen maar met één van zijn favoriete boeken, The Cardinal’s Snuff-Box van Henry Harland. Geen hoogstaand literair werk maar iets dat Komrij voor zijn plezier leest. Dat plezier is een beetje in ongenade geraakt; de één moet dingen gelezen hebben voor een goed cijfer, de ander om den brode en

“Zo klost avond na avond het moede circuspaard door de piste, want na afloop wacht het klontje.”

Plezier dus, en dat verschaft dit boek Komrij. Dat geldt ook voor The Green Carnation van Robert Hitchens. We leren en passant waar een sleutelroman (want dat is het) aan moet voldoen maar ook dat dit boek een tijdsbeeld is en een scherts op Oscar Wilde. Oscar kon er zelf wel om lachen en Hitchens was zo fair om het boek even uit de handel te laten nemen toen Oscar Wilde maatschappelijk gezien niet zo lekker lag. Komt u het tegen, schaf dit zeldzame boek onverwijld aan, zegt Komrij. Of doe rustig aan, want tegenwoordig kan het met een paar muisklikken ook.

Heaven

Der Garten der Erkenntnis van Leoplold Andrian intrigeert ook. Andrian publiceert dit dunne boekje van eenenzestig pagina’s op zijn negentiende. Hij wordt zesenzeventig maar publiceerde na dit ene werkje nooit meer iets. Toch wordt dit boekje beschouwd als de quintessens van ‘het moderne levensgevoel’ en Komrij is er lyrisch over. Toen moeilijk verkrijgbaar, nu te bestellen met een nawoord van Komrij zelf.

Ik kom Portnoy’s Complaint, namelijk Charlotte s’amuse van Paul Bonnetain. U kunt nu wel ongemakkelijk om u heen kijken maar Komrij heeft het hier over de ‘bijbel van de ruggemergtering’, ofwel hoe onanie tot verwoesting kan leiden;

“Het ontstaat, zonder iemands tussenkomst, door de samenvoeging van twee bewegende delen van het menselijk lichaam, te weten de hand en zekere helse machine, in corresponderend ritme.”

En zo gaat het door; het ene interessante verhaal na het ander. De jonge maar rijke baron Jacques d’Adelsward-Fersen die Parijs na wat schandalen moest ontvluchten en op het Italiaanse Capri een villa liet bouwen, Villa Lysis. Ook hij schreef een roman, Lord Lyllian, die ook voor een tijdsbeeld staat en wel ‘met de geur van Dorian Gray’. Oscar Wilde is nooit ver weg. Ook de Death’s Jest-Book van Thomas Lovell Beddoes lijkt een pareltje. De dood als grap, of als pure poëzie;

“Transparent as the glass of poisoned water
Through which the drinker sees his murderer smiling”

Ook dit boek kunt u nog gewoon verkrijgen. Komrij beklaagt zichzelf in een apart hoofdstuk over zijn bibliofiele aandoening. Hij blijft maar boeken kopen en eigenlijk hebben wij onlangs geleerd dat dit een bibliomane aandoening is; de wetenschap schrijdt voort. Het hoofdstuk over literaire blunders is ook om te smullen, net als het stuk over ‘mystificaties’. Hierin wast Komrij ene Jaap Buurman de oren die een literair boek geschreven heeft, Lepels en vorken. Buurman wordt door zijn uitgever groots weggezet en daar vindt Komrij iets van, ook omdat in dit boek blijkbaar ‘de verbeeldingswereld van een vrouw op schokkende wijze belicht wordt’ ;

“Wie in Nederland door zijn uitgever al bij zijn debuut zonder blikken of blozen onder de reuzen wordt gerangschikt, is nooit meer dan een kabouter op stelten… misschien dat er, in Oostkapelle, een in duisternis wandelende huisvrouw, die haar verbeeldingswereld ook eens gaarne belicht zag, intrapt – ik betwijfel het.”

Dit boek zult u dan weer niet terugvinden en daar zijn redenen voor. Over vrouwen gesproken, Komrij wijdt een deel in dit boek aan uitspraken over vrouwen door allerlei schrijvers. Daar brand ik mij niet aan, leest u dat maar mooi zelf.

Wel leert u nog bij over het catlinisme. De oplossing voor allerhande kwalen en problemen, louter veroorzaakt door het feit dat u met de mond open slaapt. George Catlin heeft het uitgevogeld en opgeschreven. Komrij schrijft voorts verder over jonggestorven dichters, waarbij de grens op vierendertig jaar ligt. Jacob van Eeghen voldoet hieraan, hij werd slechts zestien. Zijn niet bijster goede gedichten (aldus Komrij) worden wel mooi door hem geduid.

Dat kan hij als geen ander en zo doet hij dat ook met schalkse raadseltjes;

“Als ik in mijn tuintje spit:
Ben ik ongemeen verhit:
En, na slechts een vierde stond,
Ligt mijn spade reeds op den grond

‘K geef het daarom zijnen zin,
En steek ’t spaadje er weder in.
Netje, ‘k wed gij raad gewis,
Niet wat ding mijn tuintjen is.”

Als dat domme Netje het inderdaad niet begrijpt kan ze achterin zo’n raadselboekje vinden dat het hier om ‘het propertje van de vrouwen’ gaat. Je woordenschat wordt weer lekker opgefrist bij het lezen van zo’n Komrij-boek.

Als u nog niet enthousiast was over dit boek, wellicht kan het tijdschrift Maledicta u nog over de streep trekken. Dat was een periodiek op het gebied van de verbale agressie, met broodnodige wetenswaardigheden over

“het uitslaan van smerige taal in het Cubaans
obscene plaatsnamen in Macedonië
Venetiaanse blasfemieën
het vloeken van apen
de vuilbekkerij van Marlon Brando
kwetsende epitheta in de Alpen”

Enzoverder. Komrij was erop geabonneerd maar het ging in 2005 ter ziele. Uiteraard nog her en der wel verkrijgbaar in losse volumes. Ik kan nog wel even doorgaan, het boek had wat mij betreft een keer zo dik mogen zijn. Mijn lange bespreking van een niet zo’n dik boek moge getuigen van mijn enthousiasme hiervoor. Ik mis zulke schrijvers.

Eerder verschenen op Quis leget haec?

Boeken van deze Auteur:

Over de bergen

De pagode

Rook zonder vuur