"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Vlijmscherpe tranen

Zaterdag, 13 mei, 2023

Geschreven door: S.A. Cosby
Artikel door: Marnix Verplancke

“We hebben verloren, maar in feite zijn we superieur”

[Interview] S.A. Cosby is een Amerikaanse misdaadschrijver voor wie de misdaad pas op de tweede plaats komt. Met zijn voelsprieten op scherp gaat hij liever op zoek naar de hete hangijzers van zijn tijd, zoals racisme, kansarmoede en homofobie, om er daarna een hard-boiled thriller mee te schrijven. 

“Een paar jaar geleden kwam mijn neef uit de kast,” vertelt S.A. Cosby. “Hij was al 42, maar hij had zijn seksuele geaardheid al die tijd verborgen gehouden voor de familie. Mijn broer en ik wisten het, omdat we vrij close waren, maar zijn ouders niet. Of misschien wilden ze het niet weten. Tot hij op een familiefeest zijn vriend meebracht en de boel ontplofte. 

Hij was er het hart van in, dus gingen we nadien nog een glas drinken, en toen zei hij iets wat me raakte. ‘Misschien,’ zei hij, ‘had ik het voor mezelf moeten houden.’ En ik dacht nee, je moet je niet verbergen en je mag best hand in hand met je vriend over straat te lopen. Het moet hard zijn wanneer je ouders, de mensen die geacht worden het meest van al van je te houden, niet met je overweg kunnen omdat je samen bent met de verkeerde persoon. Maar ooit krijgen ze daar spijt van, dacht ik toen. Want ze moeten toch inzien dat liefde belangrijker is dan het geslacht van de geliefde?”

Met de glimlacht door de hakselaar

Voor Cosby, die drie jaar geleden debuteerde met de fel bejubelde en met prijzen overladen misdaadroman Een laatste uitweg, legde het gesprek met zijn neef het fundament voor zijn tweede boek, Vlijmscherpe tranen, een wraakroman waarvan de filmrechten meteen na het verschijnen al verkocht waren. 

Bergen

Het boek gaat over Ike en Buddy Lee. De een is voormalige bajesklant met negen doden op zijn conto die alweer vijftien jaar op vrije voeten is en een succesvol tuinbedrijf heeft. De ander is een aan lager wal geraakte en in een trailerpark belande nietsnut van twaalf stielen en dertien ongelukken die niet vies is van een flinke borrel. Wat hen bindt zijn hun zonen, Derek en Isiah, gelukkig getrouwd met een dochtertje van drie dat een draagmoeder hen bezorgde. 

Tot ze samen op wrede wijze vermoord worden en Buddy Lee Ike voorstelt om samen achter de daders aan te gaan omdat de politie niet echt haar best lijkt te doen. Wat volgt is een hard boiled misdaadroman waarin er met de glimlach iemand door een hakselaar wordt gedraaid en kunstmest uitstekende springstof blijkt te zijn. “De eerste keer dat je een lichaam in stukken moet hakken is walgelijk,” schrijft Cosby, “De tweede keer is het vermoeiend. Bij de vijftiende is het een kwestie van spiergeheugen.”

Bekennen dat ze veel fouten hebben gemaakt

“Ike en Buddy Lee zijn getrokken uit de klei van zuid-oost-Virginia, de streek waar ik ook zelf vandaan kom,” vertelt de schrijver. “Het zijn mannen die er geen moeite mee hebben om te bekennen dat ze veel fouten gemaakt hebben in het leven, maar die zichzelf desalniettemin niet als slechte mensen zien. 

Ze hebben niet genoeg van hun zonen gehouden, beseffen ze wanneer het te laat is en ze daar spijt van hebben. Voor mij gaat het boek dus niet per se over het oplossen van een misdaad, maar wel over de evolutie die Ike en Buddy Lee doormaken. Van vaders die de homoseksualiteit van hun zonen niet kunnen aanvaarden ,tot gelouterde mannen die beseffen dat liefde liefde is en dat het niet uitmaakt van wie je houdt zo lang die ook maar van jou houdt.” 

Wat moeten we ons bij zuid-oost-Virginia voorstellen?

“Landbouwgebied, tarwe en bonen en onontgonnen stukken natuur met veel dennenbomen en magnolia’s, kleine stadjes met prachtige grote huizen enerzijds en trailerparks vol stacaravans aan de andere kant. Er zijn een paar tankstations, een supermarkt en een bar waar mensen elkaar over hun leven vertellen. En het is het zuiden natuurlijk, waar je Amerika’s erfzonde aantreft. Het is daar dat het land gesticht werd, er slaven werden gehouden, de burgeroorlog wreed om zich heen greep en nadien de misdaden van het verleden met de mantel der liefde werden bedekt.” 

Vandaar dat er nog steeds standbeelden ter ere van de confederatie staan, zoals in de hoofdstraat van het stadje waar Vlijmscherpe tranen speelt?

“Niemand wilde het zuiden echt vernederen na de burgeroorlog en daarom liet men de standbeelden toe, maar daardoor zitten wij er vandaag wel mee natuurlijk. En wij, dat zijn zowel de extreemrechtse apologeten van de vroegere confederatie als ik, de afstammeling van de mensen die er gewerkt en gebloed hebben, en die er uiteindelijk ook gestorven zijn. Het zuiden is net zo goed van hen als van mij. Het heeft verschillende stemmen. ‘Omdat ik van Amerika hou heb ik het recht om het ook te bekritiseren,’ zei James Baldwin ooit.” 

Is het niet gek dat die standbeelden er nog steeds staan?

“Witte Amerikanen hebben de mythe van de verloren zaak gecreëerd: wij hebben de oorlog verloren, maar in feite zijn we superieur. Ze koesteren die mythe omdat ze voor de rest niet veel hebben om trots op te zijn. Hun voorouders waren arm en zij zijn dat ook. Ze verdienen beter, vinden ze, en dus trekken ze zich op aan dat moment toen ze opkwamen voor zichzelf. Ze zien het als hun erfgoed, terwijl het eerder een vloek is. 

Stel dat Amerika de zuiderlingen behandeld had zoals andere landen verraders behandelen, dan zaten we nu niet met de gebakken peren. Als je naar Duitsland reist tref je er een bevolking die zich terecht schaamt over het verleden. Reis je daarentegen naar het zuiden van de VS, dan tref je een bevolking die fier is op haar verleden. 

In het stadje waar ik opgroeide staat er voor het gerechtsgebouw een enorm standbeeld ter ere van de confederatie. Voor mij zegt dat: als je hier binnenkomt zul je nooit een eerlijk proces krijgen. Een tijd geleden is er een referendum geweest met de vraag of het weggehaald moet worden. De meerderheid wil het laten staan. Omdat ze in de mythe van de verloren zaak gelooft.”

En daarom stemmen ze ook voor Trump?

“Ja, want dat is nog zo’n held die het Amerikaanse prestige hooghoudt. Terwijl die mensen alleen maar bang zijn voor de veranderende wereld. Weet je wat een vriendin onlangs tegen me zei? Dat die extreemrechtse witten bang zijn dat wanneer de zwarten aan de macht komen, die hetzelfde zullen doen als hun witte voorvaderen. En dat terwijl ze blij zouden moeten zijn dat die zwarten alleen maar gelijkheid willen en geen wraak.” 

Een deel van het probleem lijkt me het stereotiepe beeld van mannen dat in die gemeenschappen geheiligd wordt, stoer en gewelddadig. Als je geen heerser bent, ben je een loser.

“Ik groeide op in een omgeving waarin je je mannelijkheid moest bewijzen. Als er in een bar per ongeluk iemand tegen je aanliep, dan sloeg je die tegen de grond. Op de begrafenis van mijn oma dacht ik maar aan een ding, ik mag niet huilen. Ik heb dat allemaal moeten afleren, en dat was niet makkelijk. Ik heb het er soms nog altijd moeilijk mee. Ik ben blij dat ik al veertien jaar gelukkig getrouwd ben met een vrouw die een eigen zaak heeft. Soms spring ik een beetje bij op kantoor en dan hoor ik wel eens hoe een klant grof wordt tegen haar. Dan wil ik me er meteen mee gaan bemoeien, maar dat kan natuurlijk niet. Ze is een volwassen vrouw die mij niet nodig heeft om haar te redden. Tenzij ze het vraagt natuurlijk, dat is iets anders.” 

Verandering is dus mogelijk?

“Natuurlijk, als je het maar hard genoeg wil en je omgeving je een duwtje in de rug geeft. Neem bijvoorbeeld Donald Trump, zowat het verfoeilijkste sujet in de Amerikaanse politiek. Hoe is hij zo geworden? Doordat er nooit iemand eerlijk durfde te zijn tegen hem of hem verantwoordelijk hield voor zijn daden. En dat heeft alles met klasse te maken. Wanneer je uit een rijke en machtige familie komt, behoedt deze je voor de gevolgen van je daden. Het is niet dat ik per se medelijden heb met Trump, maar toch vind ik het soms zo’n zonde voor hem. Hij zou zoveel beter kunnen.”

Buddy Lee heeft het in zekere zin ook over die klassenverschillen. Kijk naar mij, zegt hij tegen Ike, ik ben wit, maar ik ben een sukkel die in een stacaravan woont, terwijl jij een zwarte bent met een bedrijf van vijftien man. Er is meer onrecht in Amerika dan dat gebaseerd op huidskleur?

“Ike heeft natuurlijk gelijk, maar toch heeft zo’n witte sukkel het makkelijker dan een zwarte. Al te vaak worden voorrechten verward met succes. Het is niet omdat je geen succes hebt, dat je geen voorrechten hebt. Ik denk dat Buddy Lee dat ook gaat inzien na verloop van tijd, door genoeg met Ike te praten. 

Ik weet niet hoe het in Europa zit, maar in Amerika heeft iedereen het gevoel dat niemand nog met een ander wil praten. De ene partij wil boeken en abortus verbieden en ons terug naar de jaren vijftig katapulteren, terwijl de andere een fatsoenlijke ziekteverzekering voor iedereen voorstaat en volwaardige vrouwenrechten. En alles lijkt geblokkeerd. Ik zal wel naïef zijn, maar ik denk vaak dat als je mensen met elkaar kunt laten praten, je veel schijnbare kloven kunt overbruggen. 

Ik denk trouwens dat het hier in Europa nog zo erg niet is. Zo kreeg ik onlangs een telefoontje van mijn uitgever met de boodschap dat Vlijmscherpe tranen het bijzonder goed doet in Polen. En dat terwijl ik dacht dat de Poolse maatschappij heel erg gepolariseerd en sterk homofoob was. Weet je wat ik dan hoop? Dat een paar van die fervente homohaters mijn boek lezen en daardoor van idee veranderen.” 

In een scène in een kapsalon zegt een zwarte klant dat homoseksualiteit het gevolg is van de regering die verdeeldheid zaait in zwarte gezinnen. Ze hebben een uitkering aantrekkelijker gemaakt dan een job, zegt hij, en ze hebben vrouwen wijsgemaakt dat ze niet meer naar hun man moeten luisteren. Op die manier krijg je bro’s met pruiken en ladingen make-up die rondhuppelen als een stelletje Tinkerbells.

“Dat is me echt overkomen toen ik bij de kapper zat, woord voor woord. Als mijn zoon een homo was, vermoordde ik hem, zei die man. Waarop ik antwoordde dat als ik die avond naar zijn huis zou komen om zijn homoseksuele zoon te vermoorden hij hem zonder enige twijfel zou verdedigen. Zwarte gemeenschappen zijn op zich niet homofober dan andere, maar ik denk dat ze het anders ervaren. Zwarte mannen zijn heel lang hun mannelijkheid ontzegd. In de tijd van mijn grootvader werden ze nog ‘boy’ genoemd. Daarom zien sommige zwarte mannen homoseksualiteit als een bedreiging voor hun eigen seksualiteit. Zelf ben ik daar al een tijdje over. Dat iemand gay is heeft geen enkele invloed op mijn relatie met mijn vrouw.”

Tex, de ober in de homobar, zegt nochtans dat hij niet goed weet wat het ergste is, zwart zijn in een witte wereld of homo in een zwarte. 

“Er zijn zwarte gemeenschappen, en vooral zwarte kerken, die zwaar homofoob zijn. Het idee is dan dat zwarten niets met homorechten te maken hebben, ze hebben al genoeg problemen met het verdedigen van hun eigen rechten. En dat terwijl ik ervan overtuigd ben dat een maatschappij die zwarten niet als gelijken ziet, dat ook niet met homo’s zal doen. We moeten voor de rechten van beiden strijden. Die zaken zijn niet te scheiden. 

Maar ik vond echter niet dat ik vanuit het perspectief van Isiah of Derek kon schrijven. Daar zijn homoseksuele schrijvers veel beter in. Ik hou me liever bij personages die ik ken en voor wie dit boek ook bestemd is, mensen zoals Ike en Buddy Lee.” 

Is dat de reden waarom u authenticity en sensitivity readers hebt ingeschakeld, omdat u zich op onbekend terrein waagde?

“Ik wilde er zeker van zijn dat de homoseksuele personages geen kartonnen karikaturen waren. Dat is blijkbaar vrij goed gelukt, want ik kreeg maar een paar opmerkingen. De belangrijkste was dat ik tijdens een gevecht in Tex’ homobar beschreef hoe alle homoseksuelen bij elkaar troepten aan de ene kant en zo een groep vormden. Een van de sensitivity readers merkte op dat een gevecht in een homobar niet anders is dan een gevecht in om het even welke bar, sommigen gaan snel op zoek naar de uitgang, anderen nemen foto’s en nog anderen proberen de vechters uit elkaar te houden. Goede opmerking, dacht ik, dus heb ik dat aangepast. 

Maar ik ben niet op alle suggesties ingegaan. Want zo doe je dat met sensitivity readers. Niemand verplicht je om hun raad op te volgen. In feite kun je zo’n reader vergelijken met een redacteur. Ook die geeft je nuttige tips, maar niemand verplicht je er notie van te nemen. “

De politie is zo goed als afwezig in je boek. Is dit bewust, omdat je als zwarte maar beter je zaakjes zelf kunt oplossen? 

“Toen ik mijn rijbewijs haalde drukte mijn moeder me op het hart dat als ik ooit aangemaand zou worden door de politie om aan de kant van de weg te gaan staan, ik dat meteen moest doen. Leg je handen boven op je stuur, kijk recht voor je uit en antwoordt met ‘yes sir’ of ‘no sir’, voegde ze er nog aan toe. 

De eerste keer dat ik aangehouden werd, terecht overigens, want ik reed te snel, zat er een witte vriendin naast me. Ik deed netjes wat mijn moeder had gezegd, terwijl die vriendin de agent verrot begon te schelden zonder dat die reageerde. Ik leerde toen meteen dat de kans onbestaande was dat die agent haar bij de haren uit de auto zou sleuren en haar gezicht op het hete asfalt zou drukken. Want dat is wat ik nadien meemaakte, toen ik tegengehouden werd met een zwarte vriend die net een nieuwe auto had gekocht. Eruit, zei de agent, en op de grond.

Het was in het midden van de zomer en het asfalt was gloeiend heet. ‘Hebben jullie die auto gestolen?’ vroeg hij. ‘No sir,’ zei mijn vriend en er volgde een hele uitleg over het geld dat hij gespaard had, maar de agent geloofde hem niet en insinueerde dat hij in een andere county gezocht werd. Dus ja, sommige zwarten vertrouwen de politie voor geen haar, en geef ze maar eens ongelijk.” 

‘Defund the police’ dan maar?

“Dat is een ongelukkige uitdrukking vrees ik, want ze insinueert dat je de politie wil afschaffen. O nee, denken mensen dan, zo vervallen we in een totale anarchie. Wat degenen die deze slagzin gebruiken in feite bedoelen is dat de politie zoals ze nu bestaat, niet langer houdbaar is, en dat we dus een nieuw systeem en een nieuwe politie nodig hebben. 

En terecht, want het bestaande systeem is gewoon een ramp. De wijze waarop de politie vandaag georganiseerd is, trekt een bepaald type mensen aan, autoritaire. De commissaris van mijn woonplaats was lange tijd iemand die ik kende van op school, de grootste pestkop van allemaal, en zo dom als een achterdeur. Hij kon het woord ‘cat’ niet schrijven als je hem een c, een a en een t gaf. Maar waarom wilde hij bij de politie? Omdat hij daar een badge en een wapen kreeg. 

Een ander probleem is dat er soms volstrekt onnuttige, maar wel dure wapens gekocht worden. In mijn stadje wonen 8000 mensen. Wij hebben geen raketlanceerder nodig, maar we hebben die wel. Er zijn Amerikaanse politiecorpsen die tanks hebben. Spendeer dat geld aan sociale programma’s. Misdaad is immers geen moreel, maar wel een maatschappelijk falen. Mensen stelen omdat ze honger hebben. En waarom hebben ze honger? Omdat de lonen niet meestijgen met de levensduurte. Het Amerikaanse minimumloon is vandaag hetzelfde als tien jaar geleden. 

En tenslotte nog een derde probleem: in de VS bestaan er geen algemene vereisten voor politiemensen. Iedere county of staat hanteert zijn eigen regels. Er is ook geen uniforme opleiding. In sommige staten duurt die zes maanden, maar er zijn county’s waar je na twee weken je badge al krijgt. Wil je verpleegster worden, dan moet je meedoen aan een nationaal examen. Het lijkt me maar normaal dat iets dergelijks ook ingevoerd wordt voor politiemensen. Als je een serieuze opleiding moet volgen en een streng examen afleggen om een leven te redden, moet je dat mijns inziens ook doen om er een te nemen.”

Eerder verschenen in De Morgen

Boeken van deze Auteur: