"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Vlucht voor de tovenaar

Vrijdag, 13 december, 2019

Geschreven door: Iris Murdoch
Artikel door: Tea van Lierop

De macht van magie en het noodlot

[Recensie] Op de cover van de Engelstalige Penguin-uitgave staat de afbeelding van Annette die iets doet wat ze altijd al heeft willen doen: hangend aan een kroonluchter schommelen, erg grappig. Toch is dit niet waar het boek in eerste instantie over gaat. Deze jongedame is een van de hoofdpersonages uit Iris Murdochs tweede roman, een zeer vroege uit 1956. Het boek is opgedragen aan Elias Canetti, haar minnaar.

Dit wordt geen recensie volgens de regels, ik maak er meer een leesimpressie van om te laten zien hoe I.M. in staat is een veelkleurig mozaïek te maken van bonte lapjes. Kleurrijke personages, bekende motieven en los-vaste relaties maken samen een meer dan onderhoudend boek.
Zoals de titel doet vermoeden gaat dit boek over toverkracht. Er is één duidelijk personage, Mischa Fox, die voldoet aan deze omschrijving. Hij is mysterieus aanwezig in het boek. Door zijn rijkdom – een beetje mistig hoe hij zo welgesteld is geworden – weet hij een netwerk te creëren van personages die van elkaar niet weten dat ze ook tot dat eliteclubje behoren. Schuiven en spelen met geheime correspondentie, zwijgplicht en morele intimidatie zijn een paar middelen die hartenbreker Mischa gebruikt om zijn doelen te bereiken.
Met Mischa als middelpunt in een netwerk, deed een beetje denken aan de spinnen uit Bruno’s droom (I.M. 1969), komen de andere personages uit de verf. Allemaal hebben ze met elkaar te maken, vaak in tweetallen, soms in drietal. Die tweetallen zie je terug in de twee Poolse broers die als illegalen werken in dezelfde fabriek als Rosa. Het thema meertallen vormt samen met immigratie een dubbelthema, het is een belangrijk issue, want behalve de twee Polen is ook Nina een immigrante.
Door Mischa geholpen met geld en klandizie – ze is naaister – ligt haar lot volledig in zijn handen. Zolang het goed gaat zijn beide partijen tevreden, maar ‘what if?’
De liefde is één van de andere motieven. Geen huisje-boompje-beestje-relaties, maar ongelijkwaardige verhoudingen door machtsverschillen. Door het hele boek slingert de liefde als één van de rode draden door het weefsel. Het milieu waarin de roman zich afspeelt is een mix van oud geld, nieuw geld, bohémien-achtige scenes en vrouwenemancipatie. De beschrijvingen van de huizen en kamers roepen een deel van die sfeer ook op, het is bijzonder goed voorstelbaar hoe deze personages in wissende constellaties met elkaar leven.
“Rainborough keek om zich heen – en direct drong het tot hem door dat juffrouw Casement’s flat uit één kamer bestond. Het was een kamer waarin de verschoten fluwelen gordijnen en het lompe versleten pluchen meubilair een stoffige geur, die gemengd was met de stank van gas en poeder, afgaven. Het vertrek was stoffig en oververwarmd.’ […] Boven het divanbed, dat overdekt was met zijden floddertjes, zat een plankje met daarop (tvl) een dozijn Penguin-boeken.”
Hunter en Rosa (genoemd naar Rosa Luxemburg) Keepe, broer en zus, houden zich bezig met de uitgave van een tijdschrift met de sprekende naam ‘Artemis’, let ook op de combinatie Hunter en Artemis. Het is een erfenis van hun moeder aan Rosa, zij is nu eigenaar van haar moeders aandelen van het zieltogende tijdschrift. In 1910 werd het blad opgericht door een stel vrouwen die bepaalden dat alleen vrouwen aandeelhouder konden zijn. Mischa maakt jacht op het tijdschrift, hij wil het kopen en hoewel het geld welkom zou zijn, vormen de vrouwen één front, de rijke en excentrieke mevrouw Wingfield slaat haar vleugels liefdevol om het tijdschrift heen.
Net als in haar andere romans verwerkt I.M. het oerthema ‘water’ in het verhaal. Weer als dubbelthema, want tegelijk met het water komt ook de dreiging van de dood. Meestal is het dan donker, de stemming is beangstigend of wanhopig en daar slaat het noodlot toe. Het is een onmisbaar thema, juist door het contrast met de soms wat humoristische stukjes zoals de slinger aan de kroonluchter.
Aansluitend aan het water is er in dit boek ook het motief ‘de vissen’, het komt diverse malen voor met als hoogtepunt de passage waarin er iets gebeurt met het mooie aquarium van Mischa. Hieraan kan meteen het mensbeeld van Mischa gekoppeld worden, d.w.z., hoe hij over dieren denkt en hoe hij daar invulling aan geeft, lees en huiver.
Door meerdere boeken achter elkaar te lezen van I.M. treden er ‘herkenningsmomenten’ op. Bij het eerste boek was het vooral verwondering en verbazing, nu bij het vierde boek zorgen de eerdere herinneringen voor een gevoel van verbondenheid. Het ‘leesweefsel’ van alles wat I.M. ademt wordt dichter en groter, het zoeken naar informatie over haar leven en werk, het lezen van haar quotes zorgt voor een licht euforisch gevoel en mijn bewondering voor haar groeit.
Het lezen is pure ontspanning en ik vind dat haar boeken totaal niet misplaatst zijn in deze tijd. Neem alleen al het immigrantenthema dat in 1956 ook speelde, zij wist dat prachtig te verweven in deze roman.
Ik kan alleen maar blijven herhalen dat deze auteur, die een beetje in de vergetelheid begint te raken, zeer de moeite waard blijft om te lezen. Dit boek krijgt van mij een heel klein sterretje minder dan de vorige drie, dit komt doordat ik de lapjes soms niet helemaal voldoende aan elkaar gestikt vond zitten. Neemt niet weg dat het puur genieten was, het was de eerste die ik in het Engels las, een lieftallig Penguin exemplaar, een heel vroege uitgave met een charmant uiterlijk.
Verwacht geen happy end, het boek laat de personages en de lezer getransformeerd achter, niet per se gelukkig, wel verrijkt door een mooie ervaring.
Eerder verschenen op metdeneusindeboeken.nl

Boeken van deze Auteur:

Het aardige en het goede

De leertijd

Vlucht voor de tovenaar

Op zand gebouwd

Bruno's droom