"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Volledig ontstemde piano - Heum 1994

Woensdag, 29 mei, 2019

Geschreven door: Robert Anker
Artikel door: Arnold Heumakers

Onbereikbaar geworden dorpen

[Recensie] Robert Anker heeft iets met Maarten ‘t Hart. Ooit schreef hij: “We houden allemaal van Maarten,” en in zijn eind vorig jaar [1994/red.] verschenen essaybundel Vergeten licht bekent hij dat dit niet eens ironisch was bedoeld. Het werk van ‘t Hart raakt bij Anker blijkbaar iets zeer wezenlijks, dat hij zelf aanduidt door te spreken over ‘t Harts “merkwaardige berichten uit de nog maar net verdwenen wereld van voor de welvaart en de tv, toen Nederland nog een overzichtelijk dorp was en geen moreel diffuus woonerf.”

Anker heeft allerlei literaire, stilistische bezwaren tegen ‘t Harts boeken, maar dat die verdwenen dorpse wereld hem niet onverschillig laat is evident. In zijn eigen werk, zowel in zijn gedichten als in zijn verhalen en essays, komen we immers dezelfde wereld tegen, zij ‘t op een heel andere manier dan bij Maarten ‘t Hart.

Het verschil zit hierin dat Anker niet zozeer geïnteresseerd is in een evocatie van dat verdwenen dorp, door middel van smakelijke verhalen en anekdoten, als wel in de gevolgen van het verdwijnen. Wat gebeurt er met iemand die is geboren in een beschermde, gesloten plattelandswereld en daarna terecht komt in de verwarrende openheid van het moderne grootsteedse bestaan? Het is deze vraag die Anker, zelf opgegroeid in een dorp en lang geleden verhuisd naar Amsterdam, blijft bezighouden.

De overgang is niet zonder ‘shocks’ geweest, schrijft hij in Vergeten licht, met als gevolg “een onderdrukte angstigheid […] die zich in vage ruimtevrees manifesteerde, soms in een gevoel van depersonalisatie en voortdurend in het besef geen enkele richtlijn meer te hebben hoe je moet leven.” In zijn gedichten probeert hij deze schokken ‘onschadelijk’ te maken, maar de poëzie is natuurlijk ook een middel om zich in de nieuwe omgeving een plaats te verwerven. De literatuur hoort tenslotte bij de grote stad, niet bij het dorp.

Boekenkrant

Wat voor de gedichten geldt, geldt ook voor de verhalen die Anker sinds enige tijd schrijft. Volledig ontstemde piano heet zijn tweede bundel, gevuld met zeven raadselachtige, onderling samenhangende verhalen. De grote stad is telkens het decor, maar het dorp blijft steeds op de achtergrond aanwezig, als een onbereikbaar geworden (want verdwenen) land van herkomst waarvan de hoofdpersonen zich nooit helemaal kunnen losmaken. Stuk voor stuk lijden ze dan ook aan de zojuist genoemde kwalen die de overgang van dorp naar stad bij de schrijver zelf heeft veroorzaakt.

Tamelijk ontredderd staan ze in het leven, nadat een onverwachte gebeurtenis hun dagelijkse routine heeft doorbroken. In het eerste verhaal is het een vrouwelijke inbreker die de naamloze hoofdpersoon uit zijn gewone doen haalt. Zij breekt – letterlijk en figuurlijk – zijn verstarde leven open en hij gaat vervolgens “in de wirwar van het leven zelf” naar haar op zoek, “om de volheid, de wijsheid en de pijn.”

Dat laatste klinkt als het refrein van een schrijnend levenslied. Anker heeft vaker de neiging een ietwat pathetische of dramatische toon aan te slaan, waarbij hij het cliché́ niet altijd uit de weg gaat. Het past bij het eveneens nogal pathetische, dramatische, clichématige beeld dat hij van de metropool schetst. Een beeld waarin alleen plaats is voor lawaai, troep, drukte, krakers, junkies, berovingen, politiehelikopters, ontruimingen. Ook hier is de invloed van het dorp dus nog niet verdwenen.

Dat beeld heeft beslist romantische trekken, zowel in zijn negatieve als in zijn positieve kanten. Want het is niet zo dat Ankers hoofdpersonen de zelfkant waarmee zij in aanraking komen afwijzen. Integendeel, de inbraak heeft meer weg van een bevrijding en in een ander verhaal staat uitdrukkelijk dat de hoofdpersoon door een zakkenroller van zijn portefeuille wordt ‘bevrijd’. Van die andere wereld, belichaamd door het kraakpand ‘Kostverloren’ (dat in twee verhalen voorkomt), gaat kennelijk een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit.

Opvallend is echter dat het romantische avontuur dat het kraakpand lijkt te beloven in de praktijk minder als een avontuur uitpakt dan als een confrontatie met de eigen – ontheemde – conditie. De krakers van huize ‘Kostverloren’ zijn eerder lotgenoten en ‘Kostverloren,’ schrijft Anker bij monde van zijn hoofdpersoon, is een metafoor: “Iedereen is uit alle windstreken door de woestijn van het leven komen aandwalen en moet zich hier, in de onbebouwde kom, in deze droge oase, een plek veroveren.”

In dezelfde positie bevindt zich de hoofdpersoon, wiens speurtocht naar de – uit een dorp afkomstige – kraker Paul (in het verhaal met de veelzeggende titel De taper getapet) niets anders dan een omweg blijkt te zijn om bij zichzelf en zijn eigen onvrede uit te komen. In dit verhaal reageert de hoofdpersoon die onvrede af op zijn huisraad. In enkele andere verhalen wordt zijn woning door derden leeggehaald, naar hij vermoedt: door zijn ex-vrouw en zijn kinderen.

De inbreuk op de dagelijkse routine krijgt dan opeens een heel ander karakter. De inbreekster uit het eerste verhaal neemt de gedaante aan van een vroegrijpe leerling, die een wankelmoedige leraar met haar erotische verlokkingen weet in te palmen. Met als gevolg: oneervol ontslag, scheiding, malaise, maar ook – weliswaar pijnlijk en hardhandig – bevrijding. Elke breuk schept ruimte, waardoor misschien “de volheid en de verwondering” kunnen terugkeren die voordien in het moderne grootsteedse leven leken te ontbreken.

Waar die terugkeer precies moet plaatsvinden, daarover kan bij Anker geen twijfel bestaan: dat is in de kunst en in de literatuur, waar de verbeelding met haar grenzeloze mogelijkheden het verlies compenseert, terwijl dat verlies tegelijkertijd als motor van de verbeelding fungeert. In Volledig ontstemde piano krijgt de verbeelding meer dan eens de gelegenheid om de realiteit naar haar hand te zetten. In diverse verhalen vinden dingen plaats die niet kunnen: een agent blijkt lang genoeg om boven een dakgoot uit te torenen, in een bovenwoning begint het op onverklaarbare wijze te sneeuwen.

De fantastische elementen markeren, zou je kunnen zeggen, een grensoverschrijding. Aan gene zijde begint een vrijheid die door de literatuur wordt ontsloten, en verandert de beklemde burger in een schrijver die zich niet meer door de beperkingen van het alledaagse laat terneerdrukken. Hij geeft zich over aan de woorden die onder zijn pen verschijnen, in de hoop ze ooit te kunnen ontcijferen. Zijn verhalen bestaan (zoals het op de laatste bladzijde heet) uit de klanken die het kauwtje van de hoofdpersoon aan een ‘volledig ontstemde piano’ weet te ontlokken.

Met dit op het eerste gezicht duistere slot sluit Anker aan bij zijn literatuuropvatting, zoals die wordt uiteengezet in Vergeten licht. Schrijven doet hij, naar eigen zeggen, in ‘domheid’, zonder zich te bekommeren om de intenties. Daarin schuilt het echte avontuur. Anders dan de realist ‘t Hart wil Anker niet weten waar hij uit zal komen; de literatuur is voor hem een exploratie van mogelijkheden die zich tijdens het schrijven aan hem voordoen. En zelf is hij niet minder verbaasd over het resultaat dan de lezer.

Of dat laatste helemaal waar is, waag ik overigens te betwijfelen. Anker is minder ‘dom’ dan hij zich voordoet. In een van zijn essays bekent hij niet voor niets dat hij niet alleen zijn ervaringen kwijt wil, maar daarbij tevens ‘ideeën’ wil betrekken. Ook aan Volledig ontstemde piano liggen duidelijke ideeën ten grondslag, die alle betrekking hebben op de smartelijke verdwijning van het dorp en alles waar dat voor staat.

Het geeft aan deze verhalen soms een wat al te demonstratief karakter, dat de vlucht van de verbeelding afremt. Maar zo is het gelukkig niet altijd. Op andere momenten komt Anker los van zijn bedoelingen en krijgt het geschrevene, dankzij de lyrische kracht van de woorden, inderdaad het karakter van een imaginair avontuur waardoor in elk geval deze lezer zich – willens en wetens – heeft laten betoveren.

Eerder verschenen in de Volkskrant en op arnoldheumakers.nl

Boeken van deze Auteur:

De thuiskomst van kapitein Rob

Volledig ontstemde piano - Heum 1994

Hajar en Daan

Hajar en Daan

De Vergever