"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Vondelingen

Zondag, 25 november, 2012

Geschreven door: Mirjam Brandenburg
Artikel door: Johan Bordewijk

Mooi aangevulde en uitgebreide werkelijkheid

In haar debuut Vondelingen gebruikt Mirjam Brandenburg min of meer bekende nieuwsfeiten als basis voor een negental verhalen waarin ze de waargebeurde voorvallen een andere wending geeft. Doordat ze fantaseert over wat er zich achter het nieuws aan drama afspeelt, krijgt de actualiteit een nieuwe lading. Dat is een interessante manier om de werkelijkheid naar je hand te zetten. En ook een geslaagde manier, want je zou willen dat de realiteit was zoals hier beschreven; door de ingrepen van Brandenburg krijgt het nieuws meer inhoud. Soms is het leuker, soms emotioneler, maar altijd diepgaander.

De bundel bestaat als het ware uit in de publiciteit te vondeling gelegde gebeurtenissen die Brandenburg vindt, koestert en opvoedt tot echte verhalen. Het openingsverhaal is een prachtig verhaal waarin de moeder van Karst T., de pleger van de aanslag op Koninginnedag in Apeldoorn, een vlijmscherpe brief schrijft aan de Koningin. De moeder verwijt haar, niet geheel onterecht, de aanslag voor haar eigen PR te hebben gebruikt – een aangeslagen Koningin, die emoties toont en toch onder alle omstandigheden waardig blijft. Terwijl niemand begrip toont voor de moeder die haar kind op deze onbegrijpelijk manier verloor.

‘Wij zijn u onze diepste spijt verschuldigd om wat hij u en anderen heeft aangedaan, maar tegelijkertijd ben ik razend op u. Op de sereniteit waarmee u het volk toesprak, op uw mededogen met de slachtoffers, op uw rechte rug. […] Maar een moeder wil haar zoon niet overleven. Hij is dood, we zijn hem kwijt, hij komt nooit meer terug. Ik benijd u om het feit dat de laatste blikken van mijn zoon op u waren gericht.’

Brandenburg laat de Koningin een brief terugschrijven. In een recensie mag de ontknoping niet genoemd worden, dus doe ik het niet, maar de aandrang is groot het wel te doen. Want het antwoord van de Koningin is werkelijk schitterend en heeft een sterke emotionele lading. Het slaat een bres in de muur van de onverschrokkenheid die men zo graag om het Koninklijk Huis ziet.

Boekenkrant

Sommige ontknopingen die Brandenburg verzint zijn ronduit komisch. Zoals de bankier Bert Scheenstra, waarin we Dirk Scheringa herkennen, die wraak neemt op de Centrale Bank omdat die weigerde de bank van Scheenstra van de ondergang te redden. Of een minister-president die een aanvaring heeft met de interviewster Marieke Overgaag, overduidelijk Mariëlle Tweebeeke. De faux pas die hij begaat is echter wel ernstiger dan het klunzige ‘u kijkt zo lief’ dat we van Balkenende kennen bij een lijsttrekkersdebat in 2010.

Het aardige is dat Brandenburg niet de echte namen en gebeurtenissen noemt. Daarom is het de kunst om te achterhalen over welke nieuwsfeit ze aan het fabuleren (in positieve zin) geslagen is. Niet overal lukt dat, sommige onderwerpen zijn wellicht te regionaal. Een naaktloper in het Concertgebouw, een dood nijlpaard in Artis, dat is net iets te Grachtengordel. Of ze zijn te specifiek voor bepaalde beroepsgroepen, zoals het verhaal over een ambtenaar die de regeldruk moet verminderen maar zelf met een zieke poes hopeloos verstrikt raakt in kafkaëske regels over huisdieren. Veel doet dat overigens niet af aan dit boek, dat ook de kracht van een verhalenbundel aantoont. Juist door de veelheid van onderwerpen blijkt hoe multi-interpretabel en veel dimensioneel de werkelijkheid is en is hoe leuk het is om te spelen met feiten en fictie. Dit is een boek om met veel plezier te lezen.