"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Voor God en de Sociale Dienst

Dinsdag, 28 september, 2021

Geschreven door: Nicolien Mizee
Artikel door: Alek Dabrowski

Worstelingen

[Recensie] Faxen aan Ger gelezen heb, kwam veel mij erg bekend voor. Sommige passages komen woordelijk overeen. Leuk is dat ik las over haar plannen een boek uit te brengen op basis van haar faxen. Verschillende mensen uit haar omgeving reageerden hier tamelijk opgewonden op en wilden niet in het boek genoemd worden. Vreemd genoeg heeft Ger een andere naam gekregen, Sam. Dat is volgens mij het enige wat verzonnen is in dit debuut.

Op haar dertiende vertelt Nicolien haar moeder dat zij lesbisch is. Haar moeder reageert zoals gewoonlijk verkeerd. Zij zegt dat zij ook weleens verliefd was op een meisje op die leeftijd, maar dat dit vanzelf overgaat. Maar Nicolien was helemaal niet verliefd. “Later, als ik groot was, wilde ik in een huis wonen met een vrouw in plaats van met een man. Dat was alles.” Jaren later wil zij er echt werk van maken. Zij wil zich ergens aanmelden bij een of andere lesbische groep, maar is bang dat bij de toelating zou blijken dat zij helemaal niet lesbisch is. Zij vraagt zich ook af wat zij met een vrouw in bed moet doen. Naar haar kijken zou ze wel leuk vinden, “maar om allerlei omslachtige handelingen te beginnen die moesten leiden tot iets wat je net zo goed zelf kon doen, nee, daar zag ik nou helemaal niets in.” Na een aantal pogingen om de lesbische wereld te leren kennen, zoals naar een dancing gaan waar de muziek zo hard staat dat een gesprek niet mogelijk is, schrijft zij zich in voor lesbisch stijldansen. Hier ontmoet zij Louise, die haar vaste vriendin wordt.

Haar studietijd komt in Voor God en de Sociale Dienst ook aan bod. Op de bibliotheekschool komt zij Evelien tegen, die nog stommer bleek dan zijzelf. Zij weet nooit de weg en komt overal te laat. Samen liggen ze continu dubbel van het lachen in deze onbegrijpelijke wereld. Op een gegeven moment zegt Evelien verbaasd dat zij een ander plaatje in haar leerboek heeft staan. Dan blijkt dat zij een heel jaar uit een ander boek heeft geleerd. Al die tijd niets van gemerkt. Beiden maken de school niet af.

Mizee beschrijft haar worstelingen met instanties en met mensen die haar niet begrijpen en waarmee ze in botsing komt. Wat nieuw voor mij was, maar misschien staat het in de delen drie en vier van de Faxen aan Ger, is de beschrijving van haar opleiding tot scenarioschrijver Hier ontmoet zij Sam/Ger. Er blijven na een jaar maar twee leerlingen over. Nicolien schrijft razendsnel de ene na de andere plot, maar haar docent zegt steeds dat er iets ontbreek. Ger spreekt echter zijn waardering uit. Hij begrijpt haar, althans dat denkt zij. Zo begint zij een eenzijdige correspondentie per fax. Zij levert ook kritiek op zijn scenario’s en vindt dat zijn personages op een onnatuurlijke, surrealistisch manier met elkaar praten. Maar het probleem zit dieper.

Boekenkrant

“Taal is niet geschikt voor wederzijdse verheldering van gedachten. Het is geschikt voor gedichten en gebruiksaanwijzingen, maar niet voor gesprekken. Ik heb het vaak geprobeerd, en het eindigt altijd met een teleurstelling.”

Het meest wonderlijke deel uit het boek gaat over de familie van Mizee’s vader. De grootvader wist drie van zijn zonen in een inrichting te plaatsen. Er was wel wat aan de hand, maar hij wilde ook van ze af. Noor, een dochter werd met medeweten van deze man misbruikt door een notabele uit het dorp. Grootmoeder vroeg nog of zij dit goed moesten vinden, maar opa zei; “Wil je morgen brood op de plank?” Tijdens de begrafenis van Noor, jaren later, merkt Nicoliens vader droog op: “Dat was Noor. Wie volgt?” Zijn broer Gerard voegt eraan toe: “Wij sterven uit. Godzijdank.” Wanneer later tijdens de koffie de zoon van Gerard meldt dat hij vader wordt, reageert Gerard eerst helemaal niet. Later zegt hij dat we ons niet moeten voortplanten. “De keten wordt te lang, wij moeten ons richten op uitsterven.”

Eerder verschenen op Uitgelezen Boeken