"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Voordat alles beter werd

Dinsdag, 6 september, 2022

Geschreven door: Rosemarijn Milo
Artikel door: Jan Stoel

Mogen zijn wie je eigenlijk bent

[Recensie] Rosemarijn Milo (1945) heeft met Voordat alles beter werd een indringende psychologische roman geschreven met een originele vorm. De roman is opgebouwd als een collage. Brieven, gesprekken tussen de personages, reflecties, persoonlijke emoties, dagboekfragmenten zorgen ervoor dat je je in de hoofden waant van de vier hoofdpersonages. Je deelt hun onzekerheden, angsten, problemen, vragen, hun zoektocht naar balans en geluk in hun leven. Milo heeft dat met veel gevoel, empathie gedaan. Toch is het geen ‘zwaar’ boek, eerder kun je spreken over een tragie-komedie.

Het verhaal speelt in de jaren negentig van de vorige eeuw en begint op 7 september 1994 als Paul-Victor van Opzeeland en Floor Gangel elkaar het ja-woord geven. Een dag eerder trouwden Stefan Tersluys en Lisette Viruly. Ze gaan met zijn vieren samenwonen in een pand in Amsterdam, dat ze samen betalen. Ze trouwen met elkaar om te kunnen ontsnappen aan de realiteit. Er bestaan namelijk allerlei vooroordelen ten aanzien van homo’s en lesbiennes en daar hebben ze last van. Ze willen kunnen zijn wie ze zijn. Ze hebben de nodige twijfels gehad om deze stap te zetten. Bovendien zegt Stefan, die huisarts is en zich inzet voor aidspatiënten, “zal samenwonen de risico’s op aids verminderen.” “We schreeuwen dan van de daken dat we hetero’s zijn. In mijn gedachten zijn we dan boven iedere verdenking verheven en kunnen we verder onze gelukzalige gang gaan,” zegt Lisette, die advocate is en zich bijzonder inzet voor de gelijkberechtiging van vrouwen. Paul-Victor is japanoloog, met zijn veertig jaar, de oudste van de vier en noemt zichzelf “een oude vrijer”, verkleedt zich graag als geisha (was niet in meisjes geïnteresseerd op school, “wel in hun kleren, maar niet in hun borsten”), kwam op zijn twintigste ‘uit de kast’ en heeft een goed contact met zijn familie. Hij ontmoette Stefan in een ‘nichtentent.’ Stefan heeft nauwelijks contact met zijn ouders: “Ze hadden er een gewoonte van gemaakt om me over het hoofd te zien.” Floor is celliste in het Nederlands Philharmonisch Orkest en heeft van haar gereformeerde ouders bij alle keuzes die ze in haar leven maakte “geen enkel respect gekregen.” Kortom in de levens van de echtelieden is het nodige gebeurd.

Dé oplossing?
Ze denken dus een schitterende oplossing gevonden te hebben: weg van de discriminatie en samenwonen met de liefde van zijn/haar leven. Maar klopt dat ook? Wanneer blijkt dat Paul-Victor aan aids lijdt geeft dat spanningen, brengt het onzekerheid, angst. Moet de schijn opgehouden worden? Samen zoeken ze naar hoe ze daarmee moeten omgaan – ook naar de buitenwereld. Ook zaken uit het verleden duiken op en vragen om een oplossing. Het viertal komt in een tombola van gebeurtenissen terecht. Kunnen de huwelijken in stand blijven, moet er gescheiden worden en wat zijn de consequenties als een van hen kinderwens heeft? De personages gaan de euforie van het ‘even trouwen, gaan samenwonen en dan je eigen gang gaan’ op een andere manier ervaren. Ze leren elkaar steeds beter kennen, leren elkaar ook begrijpen, vertellen elkaar over hun diepste gevoelens. De relaties verdiepen zich dus. De gehanteerde collagetechniek is daarbij een vondst en de dialogen zijn indringend. Je komt zo bijzonder dicht bij de personages. De auteur snijdt allerlei onderwerpen aan als misbruik, abortus, rouw, discriminatie, het taboe van homoseksualiteit, je alleen voelen, ouderschap, omgaan met aids. Veel van die thema’s zijn nog steeds actueel en dat maakt dat Milo een universeel verhaal heeft geschreven.

Lichte toets
Milo verstaat de kunst een aangrijpend, emotioneel verhaal met een lichte toets op te schrijven. Ze geeft haar gelaagde personages ieder een eigen stem. De taal die ze gebruikt pas perfect bij de tijd waarin het verhaal speelt. De formele manier waarop brieven geschreven worden is daar een voorbeeld van. Zo ging dat in de jaren negentig van de vorige eeuw toen er nog geen WhatsApp bestond en e-mail werd pas zo rond 1995 populair toen Internet voor iedereen zo langzamerhand beschikbaar kwam. Ze heeft als setting het Amsterdam van de jaren negentig gekozen en typische zaken als homodisco iT en de begrafenis van eigenaar Manfred Langer die in 1994 aan aids overleed, het Maupoleum (het lelijkste gebouw van Amsterdam ooit eigendom van Maup Caransa; gesloopt in 1994) kleuren het verhaal in. Ook de ontwikkelingen rondom aids in die jaren van dodelijke ziekte tot de hoop die ontstond door de combinatietherapie in 1996 (een combinatie van hiv-remmende medicijnen slaag er in het virus te onderdrukken, zodat aids uitblijft) krijgen een plek in het boek. Verder speelt de erkenning van het homohuwelijk door de politiek een rol in het verhaal. In haar compositie heeft Milo dat laatste een mooie plek gegeven. In het eerste hoofdstuk wordt een ambtenaar van de burgerlijke stand opgevoerd die de huwelijken van het viertal sluit en zegt: “In vier relaties die met veel goede wil en misschien ook met het nodige kunst- en vliegwerk in stand gehouden moeten worden.” Dezelfde ambtenaar komt in september 2002 weer in beeld voor de bevestiging van het huwelijk van Lisette en Floor en zegt: “Was het destijds niet de angst die jullie als het ware in elkaars armen dreef?” Sinds 1 april 2001 staat het burgerlijk huwelijk open voor mensen van hetzelfde geslacht.

Boekenkrant

Stil van
Hoewel het verhaal fictie is vallen me toch een aantal autobiografische elementen op. Zo dacht de auteur oorspronkelijk celliste te worden, maar ging na haar conservatoriumopleiding rechten studeren. Lisette was advocate en Floor celliste. In haar nawoord schrijft ze dat Paul-Victor gemodelleerd is naar haar jongste broer, Erik Milo (1952-1991), zanger, tekenaar en tekstschrijver. Erik ging uiteindelijk geen Japans maar Engels studeren. De tekeningen in het boek zijn van zijn hand en het boek is aan hem opgedragen “die geleefd heeft voordat alles beter werd.” Ik word er stil van.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow