"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Vrij man

Zaterdag, 30 juni, 2012

Geschreven door: Nelleke Noordervliet
Artikel door: Rein Swart

‘Wie zich losdenkt, hangt’

Het is altijd boeiend iets over het verleden aan de weet te komen, vooral aan de hand van schrijvers die historisch onderzoek doen en hun bevindingen in de vorm van verhalen aan ons doorgeven. Nelleke Noordervliet voert ons terug naar de tijd van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De Republiek stond in de Gouden Eeuw internationaal in aanzien. Ze bevoer de zeeën en stichtte koloniën zoals Nieuw Amsterdam. De handel in grondstoffen leidde tot welvaart, al gold dat niet voor iedereen. Nieuwe ideeën over de inrichting van de staat, zoals van Franciscus van den Enden en Spinoza, kwamen op.

Vrijdenkers

In Vrij man laten deze vrijdenkers van zich horen, de laatste komt zelfs voor als personage onder de naam Bento. Hoofdpersoon Menno Molenaar scherpt zijn gedachten aan hun geschriften en in gesprekken met Bento. Hij moet niets hebben van dogmatisch kerkelijk gezag. In Amerika ziet Menno kansen om nieuwe democratische ideeën in praktijk te brengen, al is dat maar bij zijn schoonfamilie. Maar al is Menno sterk overtuigd van de ideeën over vrijheid, door de dominees in zijn omgeving wordt hij daarop afgerekend.

Menno is de zoon van een arts. Na diens dood ging hij uit geldgebrek een studie theologie volgen. De Engelse lakenreder Henry Dixon, die bekend stond om zijn wreedheid, kwam financieel tegemoet aan zijn verlangen om medicijnen en rechten te studeren. In ruil daarvoor wilde hij echter wel tegenprestaties op seksueel en politiek gebied. Menno had al vroeg een fascinatie voor de dood. Hij ontleedde lijken om meer te weten te komen over de ziel. Hij beschikte over een groot libido en werd de minnaar van de vrouw van zijn weldoener. Nadat Dixon vermoord werd, vluchtte Menno naar Nieuw Amsterdam, dat inmiddels in Engelse handen is gevallen.

Tijdmachine

De manier waarop Nelleke Noordervliet ons dit verhaal aanbiedt is bijzonder. We zitten in een tijdmachine. De eenentwintigste-eeuwse vrouwelijke ik-verteller ontmoet de zeventiende-eeuwse Menno Molenaar tijdens een bezoek aan het hedendaagse New York. Hij zit daar wat ontheemd op een bankje. Ze hoort dat hij Nederlands praat, raakt in gesprek, maar hij laat weinig los over zijn verleden, behalve dat hij een man heeft vermoord. De ik-verteller voelt zich door zijn zwijgzaamheid aangetrokken. Beiden horen en zien een ander New York:

Heaven

‘Hij hoort het slaan van ijzer op ijzer in de smidse, het zagen van hout op een nabij scheepswerfje, het lied van een dronken Schot. Ik zie de skyline van Brooklyn, hoor het dreunen van de stad, een gillende sirene, een passant die hardop praat in een onzichtbare mobiele telefoon.’

De ik-verteller neemt hem mee naar zijn geboorteplaats Rotterdam, zijn studiestad Leiden en naar Den Haag, waar Menno assistent was van raadspensionaris Johan de Wit, en in die functie ook dubbelspion, onder andere voor Dixon en de Engelsen.

Zelfprojectie

Later slaat de ik-verteller Menno gade in Amerika. Hij heeft last van schuldgevoelens over de moord en praat daar met haar over. Helemaal geslaagd is deze constructie niet. De ik-verteller maakt zelfs een keer gebruik van de dikke gedaante van waardin Ann om Menno uit te horen over zijn Carlos Castaneda-achtige belevenissen bij de indianen. Over haar twintigste-eeuwse zelf komen we weinig meer te weten dan dat zij net als Menno ongelukkig is in de liefde:

‘Wij kijken altijd met de zwavelstokjes in de hand van het koude buiten naar binnen, waar de haard brandt en mensen in liefde bijeen zijn, lopen vervolgens stug door, consequent slachtoffer van het zelf opgelegde lot.’

Af en toe laat de schrijfster iets los over over hoe ze zichzelf projecteert in de figuur van Molenaar, maar ze betoogt tegelijk dat alle personages afspiegelingen van een schrijver zijn – hoeveel zegt dat dan nog?

Rechttoe rechtaan

De stijl is niet bijzonder. Nelleke Noordervliet vertelt nogal rechttoe rechtaan over het leven in de Gouden Eeuw toen men dun bier dronk en de pest huishield. De avonturen in Amerika doen denken aan streekromans over Europese families die op grond van hun onwelgevallige godsdienstige ideeën naar Amerika vertrokken. Menno ontpopt zich als een stoere selfmade man, die in de gemeenschap van zijn toekomstige vrouw vooral bezig is met overleven.

De romans van Nelleke Noordervliet zijn in het algemeen van belang vanwege de emancipatorische ideeën die zij daarin verwerkt. De figuur van Menno Molenaar kent echter te veel kanten om middelpunt van een politiek interessante roman te zijn. Door zijn beschadigde verleden met seksuele chantage en moord en zijn medische interesse toont het boek vooral de lotgevallen van een mens van vlees en bloed.

De meeste hoofdstukken zijn geschreven vanuit zijn perspectief, maar af en toe laat de schrijfster ook andere personages aan het woord. Toch schept die verandering weinig variatie en blijft het boek al met al wat aan de taaie kant.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.