"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Vuurgeesten

Vrijdag, 14 februari, 2020

Geschreven door: R.O. Kwon
Artikel door: Marnix Verplancke

Terrorisme uit devotie

[Recensie] In haar debuutroman De vuurgeesten gaat de Koreaans-Amerikaanse R.O. Kwon op zoek naar de drijfveren van religieuze terroristen, en voor een keertje zijn het geen moslims.

Op het dak van een New Yorks flatgebouw zit een stel jongeren. Ze houden de klok nauwgezet in de gaten, tellen af en barsten in juichen uit wanneer even verderop een ziekenhuis de lucht in gaat. Er worden wijnflessen opengetrokken en er wordt getoost. Dat dit het begin moge zijn van een glorierijke campagne, lachen ze, waarbij nog veel meer abortusklinieken een autobom voor de deur krijgen.

De jongeren maken deel uit van een Koreaans-Amerikaanse Christen-fundamentalistische sekte die geleid wordt door John Leal, een student die op een dag naar het zuiden van China trok om van daaruit Noord-Koreaanse vluchtelingen naar Seoel te smokkelen, in een Noord-Koreaans heropvoedingskamp belandde en omwille van zijn Amerikaanse nationaliteit na drie maanden terug naar China werd gestuurd. John Leal werd er een gelouterd man door, iemand die altijd op blote voeten loopt en zijn Christelijke boodschap als een nieuwe Jezus brengt, langzaam en vol mededogen.

Op een dag krijgt studente Phoebe een briefje van hem in de hand gestoken terwijl ze gewoon over straat loopt. Ik weet allerlei feitjes over jou, fluistert John Leal haar toe, en wanneer ze het briefje open plooit leest ze: “Bel me als je het zat bent dit leven te verspillen.” En dat doet Phoebe, want na het ongeluk waarbij zij aan het stuur zat en haar moeder het leven liet, is ze aan het zwalpen gegaan. Veel te veel drank en wilde vrijpartijen. Misschien zal John Leal haar rust en een doel in het leven brengen, denkt ze. In de roman Vuurgeesten beschrijft de Koreaans-Amerikaanse debutante R.O. Kwon hoe Phoebes vriendje Will probeert te begrijpen waarom ze zo makkelijk een jejah of volgelinge werd van die charlataneske, blootvoetse goeroe, en hoe deze haar zo ver kreeg dat ze op het dak van een flatgebouw een aanslag op een abortuskliniek zat te vieren.

Heaven

Kwon introduceert drie vertellers, Phoebe, Will en John Leal dus, en wat daarbij opvalt is dat geen van de drie te vertrouwen is. Is die John Leal wel echt in China of Noord-Korea geweest, vraagt Will zich bijvoorbeeld af, of beweert hij dat alleen maar om zichzelf een mysterieus en interessant aura aan te meten en zo makkelijker aan Phoebes erfenis te geraken? Maar in hoeverre is Will zelf wel wie hij voorhoudt te zijn? Zo is hij bijvoorbeeld niet happig om te bekennen dat hij een beursstudent is en dat hij dus van een veel bescheidener komaf is dan de mensen waarmee hij dagelijks omgaat, een klassenverschil dat wellicht verklaart waarom hij meer ziet dan de meeste anderen. En dan is er Phoebe nog natuurlijk, de voormalige piano-virtuoze die verzwijgt dat haar moeder niet op slag dood was na het ongeval, maar dat ze nog een tijd ademde, en die de striemen op haar rug probeert te verbergen voor Will. Al die schimmigheid maakt dat je als lezer in feite nooit echt weet wat er gebeurt in Vuurgeesten. Er is geen echt sluitende verklaring voor Phoebes overgave aan John Leal, ook al probeert Will die wel te geven.

Van de drie vertellers is Will trouwens de belangrijkste, en de meest gelaagde. Net als Phoebe, de dochter van een predikant met een eigen kerkgemeenschap, heeft hij een religieuze achtergrond en weet hij dus waar John Leal het over heeft. Als tiener raakte hij verslingerd aan het Christendom. Zijn moeder was in een zware depressie beland en het geloof bood een uitkomst voor hem, en voor zijn moeder trouwens ook, want vijf maanden later liet ze zich dopen. God bod een antwoord op al zijn vragen, al voelde hij zich wel beledigd toen Jezus in een sneetje verbrand brood verscheen op een paar kilometer van zijn woonplaats. Natuurlijk geloofde hij in theofanieën in huiselijke sfeer waarbij de Mensenzoon verscheen in een propje folie, een verfvlek, een pot jam of zelfs de anus van een keeshond, maar waarom had God hem overgeslagen en was hij een eind verderop verschenen? Het was de vraag die zijn geloof aan het wankelen bracht. En na het wankelen kwam de val, want aan de universiteit is Will al lang geen gelovige meer.

Maar het is wel zijn kennis van wat het betekent om echt te geloven die hem meer inzicht geeft in wat er loos is met Phoebe. Mensen denken altijd dat ongelovig worden een bevrijding is, zegt hij, maar het is ook een verlies, van de vreugde die je voelde toen je nog echt in Hem geloofde, en waarvan je weet dat je die nooit meer zal voelen. John Lean en zijn sekte zijn geen gelovigen, kan hij daardoor alleen maar besluiten. Zij kennen de vreugde niet, maar alleen de vertwijfeling, en om die te bestrijden gaan ze over tot daden die hun devotie moeten bewijzen, aanslagen dus.

Eerder verschenen in De Morgen

Vuurgeesten