"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Waar ik liever niet aan denk

Dinsdag, 10 januari, 2023

Geschreven door: Jente Posthuma
Artikel door: Roeland Dobbelaer

“De oudste gaan altijd als eerste kapot”

[Recensie] Waar ik liever niet aan denk is geen vrolijk boek. Het gaat eerst over het weggaan van de tweelingbroer van de vrouwelijke ik-persoon, en later over zijn definitief weggaan door  zelfdoding. Toch moet je ook veel lachen tijdens het lezen. In een tragikomische stijl somt Jente Postuma het verdriet van de hoofdpersoon op. In het begin van de roman is er nog geen vuiltje aan de lucht. Broer noemt zich ‘een’, want hij is 15 minuten eerder geboren dan de ik-persoon, en die noemt hij ‘twee’. Ze ontdekken dat ze op jongens vallen als ze acht zijn, wanneer ze het jongetje Hans allebei heel erg leuk vinden.

Truien
Als de tweelingbroer en -zus 18 zijn verhuizen ze naar de grote stad om te gaan studeren, allebei kiezen ze voor een studie Engels. Ze wonen op 300 meter afstand van elkaar en zien elkaar praktisch elke dag. Zij komt bij hem om te eten want ze houdt niet van koken, hij komt bij haar omdat ze zijn was doet. De ik-persoon heeft een aantal katten en een passie voor truien. Ze koopt er zoveel ze kan, en op haar 27ste telt haar collectie 142 stuks. Ze gaat in een truienwinkel werken en als deze failliet gaat begint ze een eigen truienhandel. Ook voor haar broer koopt ze de ene trui na de andere. In de loop van de jaren wordt de symbiose tussen de tweeling minder. De ik-persoon krijgt vriendjes, haar broer ook. Broer neemt steeds meer afstand, laat stiltes vallen, verbreekt beloftes, komt afspraken niet na. Het woord zelfmoord valt, volgens een vriendin van de ik-persoon is zelfmoord een daad van agressie.

De tweeling praat over het verminderde contact:

“Het is toch raar dat we ineens zo weinig over elkaar weten, zei ik tegen mijn broer. We groeien toch niet uit elkaar?
Het idee klonk al klonk zo idioot dat ik ervan in de lach schoot, maar mijn broer lachte niet mee. Wat is er, vroeg ik.
Niks, zei hij. Jij zoekt overal iets achter.
Vind je dat we uit elkaar groeien?
Misschien.
Ik zag dat hij zich schrap zette.
En misschien is dat niet zo erg, zei hij. Uiteindelijk moeten we ons eigen leven leiden. […]
Ik heb geen behoefte aan een eigen leven, zei ik.”

Boekenkrant

De dingen gaan van kwaad tot erger. In sommige perioden spreken broer en zus elkaar helemaal niet meer. Dan verzoenen ze zich weer tijdelijk. Broer doet gaandeweg steeds gekker, hij is aan het onthechten en verwijt zijn jongere zusje vanalles. Zij heeft het er maar moeilijk mee.

“Ik wilde weten waarom mijn broer me op een afstand hield en hij begon over mijn bemoeizucht, over die keer dat hij van mij niet op de Partij voor de Dieren mocht stemmen bijvoorbeeld, omdat de partijleider een aanhanger is van de zevendedagsadventisten.
Ik deed het toch, zei hij. Ik stemde op haar en toen je dat hoorde trok je zo’n gezicht en bleef je maar doorgaan over haar wereldbeeld en wat eraan mankeerde.”

Mengele
Naast beschrijving van de relatie tussen broer en zus trakteert Posthuma ons op quasigrappige bespiegelingen bijvoorbeeld over dokter Mengele die op het eind van zijn leven zelfmoord fantasieën had en over de zoon van oplichter Madoff (“In het jaar dat Mark Madoff zijn leven beëindigde trok mijn broer bij zijn nieuwe vriend Marcel in.”) Gaandeweg het boek gaat deze stijl wat vervelen, maar voordat het je echt tegen gaat staan, slaat de toon in het boek om. Dan komt het grote verdriet de hoek omkijken. Je broer missen is één ding, een broer die doodgaat is een veelvoud van ellende, een broer die het pad van een zelfgekozen dood gaat is de hel. Daar kan een tragikomische stijl niet tegenop, dat is gewoon te verdrietig.

Waar ik liever niet aan denk is een gevoelige roman over verlies en afscheid nemen. Tijdens een gesprek tussen de ik-persoon en haar broer bijt hij haar toe: “De oudste gaan altijd als eerste kapot”. In zijn afscheidsbrief draagt hij haar op niet boos te zijn, “niet gaan piekeren, niet jezelf de schuld geven. Je niet dom voelen, dacht ik. Niet verloren, verraden, verlaten.”

Gemakkelijker gezegd dan gedaan.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Praten over zelfdoding kan bij de landelijke hulplijn 113 Zelfmoordpreventie. Telefoon 0800-0113 of www.113.nl.