"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Wachten op het Westen

Dinsdag, 1 maart, 2022

Geschreven door: Nausicaa Marbe
Artikel door: Marnix Verplancke

Herinneringen aan communistisch Roemenië

Corona zette de in 1982 van Roemenië naar Nederland gevluchte Nausicaa Marbe aan het denken over haar verleden, toen er rijen voor de winkels stonden en de grenzen gesloten waren.

[Recensie] “Is er geen koffie meer?” Met die vraag begon het in maart 2020 allemaal. Het was Nausicaa Marbes dochter die ze stelde, waarna de vader van het meisje een boodschappentas nam en op hoop van zegen langs de winkels trok, net zoals Marbes eigen vader dat in het Boekarest van de late jaren zeventig had gedaan, waar een vacuümgetrokken pak koffie niet alleen even hard was als een goudstaaf, maar ook even waardevol. Het voorval opende Marbe de ogen. De lege straten, de rijen voor de winkels, de gesloten grenzen en het kapje dat als de hand van de censuur over haar mond lag, ze brachten herinneringen aan haar Roemeense jeugd naar boven. Niet dat Marbe de situatie van nu met die van toen zou willen vergelijken natuurlijk, dat zou net zo absurd zijn als met een opgespelde jodenster tegen de coronamaatregelen demonstreren.

In het autobiografische Wachten op het Westen combineert Marbe haar persoonlijk verhaal met dat van haar land. Haar vader was een schrijver die niet mocht publiceren, de zoon van een herenboer met een boerderij van honderd hectare wiens landhuis na WO II een communistisch bordeel werd. Haar moeder was een gevierde componiste, de dochter van een joodse wetenschapper die in de aanloop naar dezelfde oorlog aan de deur gezet werd van het instituut waar hij werkte. In vergelijking met de meeste Roemenen hadden zij het goed, al werd dat in de loop van de jaren zeventig en tachtig steeds slechter. en zijn Securitate veranderden het land geleidelijk aan in een grauw en door hongersnoden geteisterd arbeidersparadijs.

Marbe schreef eerder twee romans, Mândraga en het met de Diamanten Kogel bekroonde Smeergeld. Wachten op het Westen is dus haar eerste non-fictieboek. Dat ze aan de kost komt als journaliste en columniste merk je aan haar oog voor detail en haar gevoel voor analyse. Toen ze een jaar of elf was legde haar vader haar de principes van de sociale omgang uit. Lieg altijd en tegen iedereen die je niet vertrouwt, zei hij, en fantaseer er desnoods maar wat op los over het Genie van de Karpaten. Leg hem woorden in de mond zoveel als je wil, want officieel heeft hij tienduizenden pagina’s volgeschreven over het wetenschappelijk socialisme, dus niemand kan controleren of wat je zegt ook klopt. Er liep niet alleen een IJzeren gordijn door Europa, schrijft Marbe, maar ook door haar hoofd, dat haar werkelijke zelf onderscheidde van haar officiële verschijning.

Pf

De gebeurtenis waar Marbe naartoe werkt is het afscheid van haar ouders in de zomer van 1982. Ze had net haar eindexamens van het middelbaar achter de rug en zag hoe haar vader steeds vaker huilde. Pas jaren later besefte ze waarom. Ze zou de zomer doorbrengen bij Nederlandse vrienden, dacht ze, maar in feite werd ze naar het buitenland gestuurd om nooit meer terug te komen, zoals zoveel Roemeense ouders toen deden die zelf het land niet uit mochten. “Jij hebt de toekomst, jij moet ontsnappen,” fluisterde haar moeder haar toe. Marbe maakt er een ingetogen scène van, wat nog maar eens aantoont hoe goed ze haar metier beheerst, want de kilte van een regime dat zijn kinderen het land uit jaagt smeekt om nuchtere woorden.

Eerder verschenen in Knack

Boeken van deze Auteur: