Walpurgisnacht

Vrijdag, 10 maart, 2023

Geschreven door: Gustav Meyrink
Artikel door: Edwin Stok

Een van de bekendere werken na De Golem

[Essay] Het boek Walpurgisnacht [1917] is na het grote succes van De Golem [1914] één van de bekendere literaire werken van auteur Gustav Meyrink [1868-1932]. Meyrink heette eigenlijk Meyer, vernoemd naar de achternaam van zijn moeder. Een samenvatting van zijn levensloop vindt u hier: Gustav Meyrink vond wat hij zocht: geluk | Trouw Het boek is naar een Nederlandse versie vertaald door F. Smit.

Walpurgisnacht
is een boek voor een volwassen lezerspubliek.

Bijzondere informatie over de auteur
De auteur Gustav Meyrink was onder andere verbonden aan de Rozekruis Pers en aan de Internationale School van het Gouden Rozenkruis: 1181_symp19_Gustav meyrink_bladerversie_met covers.pdf (archive.org) Ook wordt zijn naam genoemd in een overzicht van vrijmetselaars: Oostenrijks Vrijmetselaar: Wolfgang Amadeus Mozart, Billy Wilder, Joseph Haydn, Karl Johann Philipp Von Cobenzl, Johann Nepomuk Hummel by Source Wikipedia (goodreads.com) – klik op het dropdown icoon – Meyrink was in 1891 in de stad Praag de oprichter van de Theosofische Loge “Zum blauen Stern”.

Plaats en tijd
Het boek Walpurgisnacht speelt zich in en rond de burcht van Praag af ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. De auteur heeft het boek geplaatst in zijn eigen tijd; Het boek werd geschreven in 1917, en de eerste wereldoorlog vond plaats tussen 1914 en 1918. Daarmee zijn de toenmalige burchtzaten te identificeren als baron Constantijn en barones Henrietta E. Elsenwanger.

Na het boek De Golem heeft auteur Meyrink hiermee opnieuw een succesroman geschreven die zich in de stad Praag afspeelt. Het oude Joodse Getto uit De Golem bestaat niet meer, maar de kastelen en paleizen die in Walpurgisnacht worden genoemd, bestaan nog steeds en zijn een bezoek waard als u een keer in de buurt van Praag uw vakantie viert. U zult er niet de enige zijn. De paleizen en de pleinen uit het boek zijn ware toeristische trekpleisters geworden.

Van voor naar achter
Het boek Walpurgisnacht van Gustav Meyrink is van het eerste tot het laatste hoofdstuk doorspekt met elementen uit de esoterie, de mystiek, de hermetiek, vrijmetselarij en occultisme. Wederom een heerlijk boek voor wie de elementen herkent. Dankzij de Rozekruis Pers zijn alle literaire werken van Gustav Meyrink naar het Nederlands vertaald, en de Pentagramboekwinkel.nl heeft er voor gezorgd dat ik een exemplaar van Walpurgisnacht op mijn bureau heb liggen zodat ik deze recensie kon schrijven. Ik dank hen van harte voor een bijzonder boek dat zijn plaats in de internationale literatuur heeft gevonden. Net zoals in mijn recensie over De Golem – eveneens van auteur Gustav Meyrink – zal ik met genoegen uitleg geven over de diverse elementen die door de auteur naar voren worden geschoven, in de hoop dat het velen zal bemoedigen om beide boeken van Meyrink ter hand te nemen.

Een feest van herkenning
Het eerste hoofdstuk van het boek Walpurgisnacht is direct een feest van herkenning voor de liefhebbers; Een echte Meyrink roman die de lezers aan het begin al meteen confronteert met een verrassing wanneer een indringer in de paleistuin 2 identiteiten lijkt te hebben: Zrcadlo (vertaling “de spiegel” vanuit het oud-Boheems), en baron Bogumil, de overleden broer van de Burchtzaat. Deze Bogumil voert een pantomime voorstelling op over het schrijven van een brief, waarna hij een werkelijke sleutel tevoorschijn haalt die blijkt te passen op een verborgen ruimte achter een schilderij in de Elsenwanger burcht op de Hradschin. Het frappante voor de lezers is dat deze overledene die levend rondwandelt, als enige in het gezelschap op de burcht afwist van die verborgen ruimte – en als enige daar een sleutel van heeft -. De keizerlijke lijfarts beschreef het onthutsende moment op een uiterst pakkende manier:

“Een masker van vlees en huid, elk ogenblik gespannen tot een nieuwe, onbegrijpelijke verandering, een masker dat de dood zelf zou dragen als hij zou besluiten zich onder de levenden te begeven. Het gezicht van een wezen dat vandaag die en morgen een totaal andere kan zijn, een andere, niet alleen voor zijn medemensen maar ook voor zichzelf, een lijk dat niet vergaat en dat de drager is van onzichtbare, in de wereldruimte ronddwalende invloeden, een schepsel dat niet slechts <spiegel> heet, maar misschien wel werkelijk… is.”

Wanneer Zrcadlo, alias baron Bogumil, vertrekt, veranderen zijn gelaatstrekken en is hij niet langer het evenbeeld van baron Bogumil. Het waarom ontdekt de lezer later.

Het astrale rijk en de dance macabre
De mysterieuze Zrcadlo blijkt bij de Boheemse Liesel te wonen, vroeger in het “Dodenstraatje” en tegenwoordig in “De nieuwe wereld” die door de koetsier van de lijfarts uitgetekend wordt als het astrale rijk tussen hemel en aarde, doch die in werkelijkheid net buiten de bebouwde kom aan een smalle straat rond de Hertengracht ligt. Als de keizerlijke lijfarts daar aankomt, danst Liesel een “dance macabre” voor hem. Verleden en heden lijken even met elkaar te versmelten. Liesel en de lijfarts waren vroeger geliefden, maar in het heden voelt hij zich niet op zijn gemak bij Liesel. En zij vertelt hem op haar beurt dat Zrcadlo <de spiegel> nooit echt bij bewustzijn is. Ze is bang van hem en dringt er bij de lijfarts op aan dat hij terug naar huis gaat.

[uitleg] De ‘dance macabre’ is de dans der doden. De dance macabre die door Liesel wordt uitgevoerd, dient twee niet-uitgewerkte doelen in het boek; Allereerst het punt waarvoor de dance macabre ontstond: Er is geen onderscheid tussen sociale klassen in de dood – terwijl er een enorm gat zit tussen de sociale klasse van Liesel en van de keizerlijke lijfarts -. Liesel probeert een brug te slaan tussen hen beiden omdat zij nog steeds zielsveel van hem houdt. Het tweede doel is de onderhuidse aankondiging van het noodlot dat hen beiden zal gaan treffen.

De dance macabre werd gecomponeerd om eerst de vertolker van ‘de dood’ de muziek te laten inzetten. Naarmate de dans verder vordert, vallen steeds meer instrumenten in waardoor de melodie, het ritme en het bijna visuele effect steeds krachtiger worden. In het boek Walpurgisnacht worden de elkaar opvolgende gebeurtenissen ook steeds krachtiger. Dat is door auteur Meyrink heel gebalanceerd uitgewerkt.

Visioenen en dromen
Boheemse Liesel heeft de gave van beeldende dromen en visioenen, een thema dat naarmate het boek vordert, ook door 3 andere karakters wordt gedeeld.

De scheurkalender en het occulte gevolg voor Praag
De keizerlijke lijfarts gebruikt een scheurkalender zoals zovelen in de 21e eeuw nog steeds doen. Een maand voordat hij ieder jaar op vakantie gaat, begint hij na te denken over het inpakken van zijn koffers. Een vaste gewoonte op het moment dat het blad van de 30e april van de scheurkalender wordt verwijderd en de 1e mei te zien is. Deze overgang van 30 april naar de 1e mei staat op zijn kalender aangeduid met “Walpurgisnacht”, de nacht waarin de spoken en de demonen tot leven komen – voor één nacht -. Dit jaar vergeet de lijfarts echter om het kalenderblad te verwijderen. En daarmee opent de arts een occult tijdvenster dat pas op zal houden als hij het kalenderblad verwijdert. De lezers van het boek komen dit pas te weten aan het eind van het boek – en vinden daarin de verklaring voor de occulte en mystieke gebeurtenissen in het boek Walpurgisnacht -.

Boheemse puntiek en geometrische figuren
Liesel krijgt een armlastige violist, zoon van een veteraan, uit Praag op bezoek. Hij wil weten hoe zijn toekomst er uit ziet, en Liesel gebruikt hiervoor de Boheemse Puntiek, [uitleg] wat een hele oude vorm van etherische en orakel-waarzeggerij (Geomantiek) is die mogelijk werd overgeleverd uit Perzië of Arabië. Liesel laat de violist zich daarbij concentreren op iets wat hij heel graag wil. [uitleg] In deze combinatie zien we de leerstelling (psychologisch evenwicht van het denken, het voelen en het willen, als kwaliteiten van de ziel binnen de drieledigheid van geest, ziel en lichaam) terug van een tijdgenoot van auteur Gustav Meyrink [1868-1932], namelijk Rudolf Joseph Lorenz Steiner [1861-1925], een Oostenrijkse esotericus, filosoof, architect en schrijver. Steiner werd geboren in Kroatië, Bohemen. Rudolf Steiner presenteerde een antroposofische en aforistische leerstelling (vrij denken, eigen waarneming, zelf oordelen) waarin de geestelijke wereld toegankelijk is voor wie er zich op toelegt.

De Orde van de Gouden Dageraad, die de auteur opvoerde in het boek De Golem (CHABRAD ZEREH AUR BOCHER) zou deze kennis ook gebruiken. Ze worden echter niet genoemd in het boek Walpurgisnacht, en ik durf te betwijfelen of de Orde hun kennis hierover ook daadwerkelijk gebruikte. De Ene God van Israël verbiedt immers alle vormen van waarzeggerij en seance (het oproepen van geesten der overledenen).

[uitleg] Een ander wezenlijk element dat niet genoemd wordt maar er mee in verband staat, is de meetkunde van geometrische figuren zoals de magische cirkel en het magische vierkant. Een fenomeen dat we terug zien binnen de vrijmetselarij.

Ottokar en Polyxena
De armlastige violist die we leren kennen als Ottokar Vondrejc, gaat regelmatig naar Gravin Zahradka om voor haar op zijn viool te spelen. Hij kan daar zo in op gaan dat hij in gedachten een geheel andere wereld betreedt; Die van de dagdromen en visioenen. Hij is de tweede persoon in het boek die de gave van visioenen heeft. Nadat Ottokar Liesel heeft bezocht om zich de toekomst te laten voorspellen gaat hij wederom naar Gravin Zahradka en ontmoet daar het nichtje van de Gravin, Polyxena. [uitleg] Hiermee maakt de auteur een zijstap naar de Griekse mythen, waar Polyxena de dochter was van de legendarische koning van Troje. In het boek Walpurgisnacht heeft Polyxena alle gelaatstrekken van de keizerlijke familie in de Elsenwanger burcht van Praag, en in het bijzonder van een ver familielid dat eveneens de voornaam Polyxena had. Het was deze familie-afkomst plus het daaraan verbonden noodlot, waar Liesel de violist Ottokar voor heeft gewaarschuwd, maar zijn jongenshart is geheel ondersteboven van het jonge meisje. Iets verderop in het boek leert de lezer dat Polyxena en Ottokar elkaar al wat langer kennen en geheel in elkaar op gaan zoals een man en een vrouw samen één worden. Liesel heeft Ottokar gewaarschuwd dat ook hij tot de adellijke familie van de koning en de keizer behoort. Iets wat Ottokar als zoon van een arme veteraan niet begrijpt.

De keizerlijke lijfarts en Zrcadlo
Intussen denkt de keizerlijke lijfarts melancholiek terug aan zijn oude vlam Liesel en neemt zich voor om op zoek te gaan naar Zrcadlo. Niet bij Liesel thuis maar in de etablissementen waar Zrcadlo inde avonduren opduikt. Op goed geluk kiest de arts een lokaal en is daar getuige van een feestelijk diner waar aan het eind een kabbalistische rekenmethode wordt gebruikt om te bepalen in welke volgorde de borreltjes moeten worden genuttigd. Zonder dat iemand hem heeft zien aankomen staat daar ineens Zrcadlo in hun midden, het gezicht in een verwrongen dodenmasker veranderd. Eén der feestgangers loopt op hem toe, staart in het dode gelaat, en stort zelf dood neer.

De spiegel
In de volgende momenten geeft Zrcadlo, alias de spiegel, een bovennatuurlijke uitleg aan de lijfarts over wie hij is. Hij reflecteert de ziel van degene die hem aankijkt! Zo ziet de één een mild gezicht en een ander aanschouwt het masker van de dood. De lijfarts is totaal verwonderd en gaat met de spiegel in gesprek. De spiegel legt hem uit dat de mensen de vreugde niet meer kennen die tot het eeuwige leven leidt en dat leidt hen tot zondigen tegen de Heilige Geest. “Een dode spiegel waar vreemde demonen in komen, en gaan, een wandelend lijk”. Terwijl het gesprek vordert, beseft de arts dat hij twee stemmen hoort in plaats van 1. En de twee stemmen versterken elkaar zoals een stem uit een ver verleden en een tweede stem die als een nagalm de eerste stem versterkt. Zrcadlo legt ook zijn eeuwige energiestroom uit, en wel in een heel eenvoudige vergelijking; “Denkt u dat als u de lamp stuk slaat, dat u de elektriciteit heeft beschadigd? Zo is de ware ’Ik’ slechts te herkennen aan de werking. Het heeft geen uitgebreidheid; En toch, omdat het er geen heeft, is het – overal. Versta het goed: Over-al! Het staat boven het al, is alom tegenwoordig.” Het hoofdstuk onthult vervolgens een traditie in de Vrijmetselarij en de ware afkomst van ‘de Mantsjoe spiegelgeest’ uit het Middenrijk, en legt de arts een denkbeeld voor dat de aarde en alles er op geschapen is door het eeuwige leven van het waarachtige “Ik”. [uitleg] De traditie in de Vrijmetselarij betrof de manier waarop in sommige Loges de gezel die meester ging worden, achteruit schrijdend het heilige vertrek van de Meester binnen ging. Een ander deel van diezelfde traditie wordt echter niet genoemd door de auteur, terwijl die zeker zo interessant is, het is namelijk de reden waarom er achteruit gelopen werd: De Loges zijn gebouwd, cq ingericht van west naar oost. Aan de oostzijde bevindt zich het vertrek van de Meester en aan de westzijde bevinden zich twee pilaren. Wanneer men achterwaarts van west naar oost loopt, houdt men de blik gericht naar de westzijde waar de pilaren staan, die ook wel bekend zijn als de ‘Pilaren van Henoch’, en in de Vrijmetselarij benoemd zijn als de ‘Pilaren van Hermes Trismegistus’ (boodschapper van de Goden). De ene pilaar is de pilaar van stoffelijk inzicht en kennis. De andere pilaar is de pilaar van spiritueel inzicht en kennis. De betekenis van deze twee pilaren dient de vrijmetselaar steeds in ogenschouw te houden. In onze eigen tijd wordt de vrijmetselaarsgezel bij de (jawel) westelijke ingang van de meesterkamer afgehaald en binnen geleid.

Kosmische Walpurgisnacht
De spiegelgeest onthult hoe tijdens de Walpurgisnacht van 30 april naar 1 mei de demonen en de spoken vrijkomen, en kondigt nu een kosmische Walpurgisnacht aan waarin het bovenste in het onderste zal verkeren en het onderste in het bovenste. [uitleg] Een heuse hermetiek herleiding van “Zo boven zo ook beneden”. Het concept van een kosmische Walpurgisnacht is nieuw en doet daardoor vreemd aan in dit boek dat toch zo rijk is aan traditionele symboliek en logische opbouw. Het is te verklaren door de tijdgeest waarin het boek Walpurgisnacht werd geschreven, te weten de loop van de Eerste Wereldoorlog en het uitbreken op de slagvelden van de Spaanse Griep die zo snel om zich heen greep dat het in 1918 (1 jaar na het schrijven van het boek) al een pandemie (wereldwijde impact) was en in het jaar 1920 tot tientallen miljoenen doden had geleid plus een half miljard besmettingen.

De spiegelgeest vraagt voor hij vertrekt dringend aan de lijfarts of het geen tijd is dat hij zich meer om zijn zielenheil bekommert. Onthoud u dit signaal. En de spiegel verklaart dat het “pure ik” God is in de mensen, terwijl degenen die het pure “ik” negeren, het kwade omarmen. [uitleg] Zijn toespraak komt in de buurt van de opvattingen van de Katharen met hun God van het goede en een God van het kwade, waarbij de God van het kwade macht heeft over de aarde en over alle mensen. De auteur verweeft het terloops in het hoofdstuk, zonder de Katharen te vernoemen.

Het hoofdstuk dat “In de spiegel” heet, is van een inhoud en een diepgang die zich in mijn ogen ver verheft bóven de Grootinquisiteur van Dostojevski.

Eenheidsbewustzijn en Polyxena
In Polyxena huist de oude geest van haar voorouder uit het schilderij in de burcht. Haar eigen bewustzijn en dat van haar voorouder wisselen elkaar af. Ze ondergaat visioenen en dromen (het derde karakter in het boek met de gave), plus voelt alle energie die voorwerpen bevatten. [uitleg] Dit verschijnsel van energie tussen materie en geest wordt ook wel Eenheidsbewustzijn genoemd – een leerstelling dat al het stoffelijke en niet-stoffelijke met elkaar verbonden is; Eén energie waar alles uit voort komt. De Anima Mundi.
Ook huist er een occulte aanwezigheid in haar waardoor ze van alles associeert met bloed. Opnieuw een invloed van haar voorouder die haar partner vergiftigde en tijdens gevangenschap haar eigen polsaders open beet om met haar bloed het portret van haar overleden partner op de muur te smeren. De auteur bouwt de climax steeds verder op, en we zijn nog maar net over de helft van het boek.

Boek Ibboer en de Zohar
Zonder dat ze genoemd worden zijn het Joodse Mystieke boek Ibboer en daarbinnen de Zohar een rol van betekenis in Walpurgisnacht. Het respectievelijke tot leven komen van de zielen en de verplaatsing van de zielen zien we in reflectie bij Zrcadlo <de spiegel> en bij Polyxena in sterke mate gebeuren. In de Elsenwanger burcht op de Hradschin noemen Russische en Tartaarse personeelsleden deze verplaatsing van de zielen “Aweysha”. De Mantsjoe geest in Zrcadlo heeft er zich al volledig in gespecialiseerd. Polyxena leert haar geesteskracht, of die van haar voorouder, nog maar net kennen.

Onrust, Zrcadlo en Ottokar
Terwijl de soldaten van Bohemen vechten in de eerste wereldoorlog, neemt de spanning en onrust aan het thuisfront ook toe. De fabrieksarbeiders bekruipt het gevoel dat het zo niet langer kan. Ze zoeken een uitweg, desnoods via een opstand. Hiertoe komen zij in het holst van de nacht samen in een toren die in een ver verleden werd gebruikt als gevangenis waar men de hongerdood stierf. In die toren zit op dat moment Zrcadlo te slapen. De opstandigen willen van hem horen hoe het verder moet. Zrcadlo alias de spiegel weet dat er een Walpurgisnacht op stapel staat en geeft de opstandigen antwoorden waar ze maar half iets mee kunnen. De arbeiders roepen om een leider en grijpen terug naar een legendarische Boheemse figuur met de naam Jan Zizka uit Trocnov.

[uitleg] Deze man heeft echt bestaan en was rond de jaren 1410 – 1420 generaal bij de Taborieten in Bohemen en onderdaan van koning Wenceslaus IV. De broer van de koning, keizer Sigismund begeerde de macht en het grondgebied van zijn broer. Typisch Middeleeuwen en typisch Bijbels. Jan Zizka uit Trocnov verloor als generaal geen enkele slag en geen enkele oorlog. In een veldslag verloor hij het zicht van 1 oog, en in zijn laatste veldslag verloor hij ook zijn tweede oog. Toch werd ook die veldslag gewonnen. Vergelijk de roep van de fabrieksarbeiders in Walpurgisnacht met de melancholieke visie van de Nederlanders over Tromp en De Ruyter. Als het volk een leider wil in de geest van een vroegere overwinnaar, dan komen de historische namen op tafel. Tot dusver geheel degelijk en conservatief.

Tijdens de bijeenkomst in de toren is daar ook Ottokar de violist. Hij wenst geen deel te hebben aan de opstand, noch aan enig geweld. Maar omdat Ottokar een heimelijke relatie heeft met troonkandidate Polyxena, hij is haar partner, wijst Zrcadlo Ottokar aan als de toekomstige koning. Opnieuw geheel degelijk en conservatief, wat je bijna niet zou verwachten in een boek dat zo vol staat met symboliek. Het past echter als bouwblok perfect in de opbouw van het boek Walpurgisnacht. In de hectiek van het moment gaat de aanwijzing van Ottokar door Zrcadlo vooralsnog verloren .. Terwijl de opstandelingen vergaderen, bidt de vroegere kinderoppas tot Maria “gij Gebenedijde boven alle vrouwen”, om bescherming voor Ottokar, opdat hij zich niet zal bezondigen aan foute daden. Zo plaatst de auteur ook nog een Christelijk accent in zijn boek.

Occulte noot
De occulte noot in het boek Walpurgisnacht betreft het trommelvel waar de Taborieten tijdens de laatste slag in Bohemen uit de tijd van Zizka mee werden aangevoerd. De huid van Zizka zou na zijn dood over de trommel zijn gespannen. Ook die veldslag werd gewonnen. In zijn geboorteplaats Trocnov bestaat er nog steeds een museum dat aan zijn leven en overwinningen gewijd is.

[uitleg] Om zoiets te begrijpen moeten we terugblikken op occulte, antropomorfe versieringen en occult gebruik van muziekinstrumenten uit de voorbije eeuwen. Allerhande instrumenten wereldwijd zijn gesierd met afbeeldingen van dieren en menselijke gestalten. Deze afbeeldingen waren machtssymbolen die de gebruiker ervan tijdens occulte ceremonies magische krachten moesten geven.

Voor het ritmische effect grijpen we nog even terug naar de denkbeelden uit de tijd van Rudolf Steiner; De ritmische processen van het menselijke lichaam, de hartslag, de bloedsomloop en de ademhaling, het zgn. middendeel van het lichaam, werden het “ritmische gebied” genoemd. Ritmische instrumenten werden tijdens occulte ceremonies gebruikt om demonen en de geesten van overledenen op te roepen.

Terug naar het trommelvel: Tot in de eerste helft van de 20e eeuw was het ook in West Europa niet eens zo vreemd om een varkensblaas te spannen als trommelvel. Een menselijke huid opspannen is in onze ogen wel iets vreemds, ongeacht de naam die we er aan willen geven. Het is ook slechts een legende. De legende van Jan Zizka uit Trocnov.

Finale
Aan het slot van het boek trekt de auteur nog eenmaal alle registers open; De lijfarts Thaddeus Flugbeil krijgt in de nacht van 31 mei op 1 juni bezoek van Lucifer. Hier duiken een paar aandachtspunten op waar de lezer niet overheen mag kijken; Lucifer draagt in het visioen een schootsvel. Dit schootsvel moet door de achtergrond van de auteur meteen een associatie oproepen met het schootsvel dat door alle Vrijmetselaars gedragen wordt. En dat is geen gevalletje “oeps”. Lucifer zegt dat zijn naam Luci-fero is. Niet Lucifero zonder streepje, maar Luci-fero. Waar Lucifero ofwel Lucifer voor zijn val uit de hemel een lichtbrenger was en geassocieerd werd met de ochtendster, is de naam Luci-fero technisch gezien slechts een afgeleide, of zelfs een taalkundige misleiding. Geen enkele aanwijzing komt per ongeluk in een boek van Gustav Meyrink terecht. Alles staat er met een bedoeling. Deze Luci-fero vertelt aan Thaddeus dat hij een God is die de diepste wensen kan vervullen.

[uitleg] Hier bouwt de auteur zonder het te vernoemen verder op de twee weegschalen uit het boek De Golem. Wat je in de eerste weegschaal ontvangt, daar moet je in de tweede weegschaal een zware tol voor betalen. De Vrijmetselaars weten van het grote spanningsveld tussen Licht en Donker. Zij verzamelen zich zelfs in hun Loges rond een tableau van witte en zwarte velden om dit besef levend te houden.

[uitleg] Een God of Goden, de invloedssferen van Licht en Donker, de auteur plaatst zijn lezers midden in de moderne Theosofie waarvan Helena Petrovna Blavatsky de grondlegster was. Zij richtte een periodiek magazine op met de titel ‘Lucifer’. Van dit magazine werd Blavatsky zelf de hoofdredactrice.

Half dromend beseft Thaddeus dat zijn scheurkalender nog steeds op 30 april prijkt maar het lukt hem niet in zijn slaap om de velletjes van de kalender af te scheuren. De volksopstand begint in dezelfde nacht waardoor de adel de stad Praag ontvlucht maar de lijfarts achter laat. In de ochtenduren kan Thaddeus geen broek vinden om aan te trekken terwijl hij toch op zomervakantie zou gaan en daardoor haast heeft, en dan ineens loopt Boheemse Liesel zijn kasteelkamer binnen. “Vlucht” riep ze, want het oproer is in aantocht. Lucifer blijkt ook Liesel te hebben bezocht, en Zrcadlo is dood. Het oproer in Praag heeft zijn vel van zijn lichaam afgestroopt en op een trommel gespannen. Zo worden in de laatste uren van de Walpurgisnacht de demonen en alle verschrikkingen opgeroepen. Het zou de laatste levensdag worden van Liesel en Thaddeus. (Thaddeus is het vierde karakter met de gave van visioenen)

Visoenen, dromen en occultisme
Net zoals in het boek De Golem, gebruikt de auteur de kracht van visioenen, dromen en occultisme ook in het boek Walpurgisnacht. Zijn tijdgenoot, de Zwitserse psychiater Carl Gustav Jung [1875-1961] is er beroemd om geworden.

Lang verhoopte wensen vervuld
De laatste wensen van Liesel en Thaddeus werden vervuld. Zij hield zielsveel van hem en wilde tot haar laatste ademtocht zijn leven beschermen. En hij wilde eindelijk de rust en verlost worden van alle sleur en zorgen. Zij blokkeerde met haar lichaam de ingang naar de burcht tegen de opstandelingen om Thaddeus te beschermen, en bekocht dat met de dood. Hij ontvluchtte de stad en vond zijn einde op de spoorrails onder de wielen van een aanstormende trein – en krijgt daarmee de eeuwige rust -.

En Ottokar de violist? Hij werd in de Domkerk met zijn geliefde Polyxena in de echt verbonden terwijl Polyxena in de Domkerk alle gebeurtenissen van de laatste paar dagen opnieuw aan zich voorbij ziet trekken. Maar Ottokar is nooit koning geworden. En Polyxena werd nooit koningin. Een stoet met het echtpaar trok door de straten van Praag op weg naar de twee paleizen waar de koningskroon zich zou kunnen bevinden, begeleid door de tromslagen op de huid van Zrcadlo tot de trommelaar het leven liet. Daarna nam de trommel van Lucifer het over om het restant van de stoet naar een rampzalig einde te leiden. De kosmische Walpurgis ramp voltrok zich die dag. Liesel van Bohemen had het lot van de violist goed voorzien. Net zoals zijn echte afkomst. Het portret van de voorouder van Polyxena vindt haar einde en haar rust in het brandende kasteel. Polyxena is bevrijd van haar kwelgeest.

De huisknecht van de Elsenwanger burcht heeft de verschrikkingen overleefd en ziet de scheurkalender. Hij scheurt alle dagen van de kalender af vanaf 30 april. De Walpurgisnacht is verdwenen.

De krachtige roman Walpurgisnacht, met de mix van esoterie, magie, mystiek, occultisme, vrijmetselarij en spanning, heeft zich geheel voltrokken. Ieder karakter in het boek die een diepe wens had, heeft de ultieme prijs daarvoor moeten betalen. Dat is de impact van de tweede weegschaal. Alleen Polyxena had geen diepe wens. Zij aanvaardde met forse tegenzin haar karma [uitleg – oorzaak en gevolg van heel de optelsom van levens uit het verleden tot heden] , ook al haatte ze iedereen die daar iets mee van doen had tot in het diepste van haar hart.

Een literair hoogstandje
Auteur Gustav Meyrink bracht in deze roman alles samen; Theosofie, esoterie, Joodse mystiek, magie, het Boek Ibboer en de Zohar, occultisme, Katharen, Antroposofie en aforisme, vrijmetselarij, Mantsjoe, Hermetiek, Eenheidsbewustzijn, visioenen en droomgestalten, karma; Alles is hier verweven in een soepel lezende roman. Er is niets in al die schakeringen dat zelfs maar een rimpel in de verhaallijn kan veroorzaken. En dat, dames en heren, is literaire Kunst met een hoofdletter. De auteur maakt geen enkel element in het boek belangrijker dan de andere elementen. Hij tipt alles terloops aan en gaat verder in het ritme van de verhaallijn.

[Grote zielen of kleine zielen, niemand kijkt op dezelfde ooghoogte naar de pilaren van stoffelijke en spirituele kennis. De auteur laat het aan de zielen om er zelf hun niveau van inzicht uit te halen]

Met de juiste achtergrondinformatie is Walpurgisnacht een bijzonder krachtig boek. Zonder die informatie is het nog steeds een intrigerend boekwerk. Het is de overtreffende trap van De Golem geworden.



Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Boeken van deze Auteur: