"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

We zijn God niet

Dinsdag, 22 februari, 2022

Geschreven door: Jim van Os, Myrrhe Spronsen
Artikel door: Evert van der Veen

Je mag het zélf doen 

[Recensie] Onder de prikkelende titel

Basisgedachte in We zijn God niet is dat de behandelende arts niet meer de exclusieve deskundige is die de diagnose stelt en vervolgens het traject van behandeling uitzet waarin de patiënt meegaat. De ondertitel Pleidooi voor een nieuwe psychiatrie van samenwerking geeft de richting van dit boek al aan: arts en patiënt trekken samen op, zijn gelijkwaardig aan elkaar en uiteindelijk is de patiënt doorslaggevend. De patiënt is er vanaf het begin actief bij betrokken en is mondig en verantwoordelijk in het proces van herstel.

Jim van Os is hoogleraar psychiatrie aan het Universitair Medisch Centrum Utrecht en schreef in 2017 het boek De DSM-5 voorbij! waarin hij pleit voor een persoonlijke diagnostiek zonder standaard vragenlijstjes. Hij zegt: “Ik wilde dit keer niet weer een boek schrijven over wat er verkeerd is aan de DSM. In Wij zijn god niet onderzoeken Myrrhe en ik hoe wij binnen de wetgeving, kostenstructuur en praktijk van het huidige zorgstelsel de GGZ betekenisvol vorm kunnen geven.”

Creatieve kracht
Myrrhe van Spronsen is gepromoveerd in de neurowetenschappen en is arts en kunstenaar. Tijdens haar opleiding tot psychiater kreeg zij voor de eerste keer een psychose en die persoonlijke ervaring heeft haar leven en haar visie op de gezondheidzorg ingrijpend veranderd.

“Studenten geneeskunde worden nog steeds opgeleid met het idee dat zij symptomen moeten bestrijden”, licht zij toe. “Uit eigen ervaring weet ik nu dat deze benadering tekortschiet. Mijn psychose heeft mij – ondanks alles – veel gebracht. Ik ontdekte dat ik ongekende momenten van creativiteit heb. Een creatieve kracht die ik wil omarmen. Ik ben meer dan een reductie van symptomen en behandelbare ziekte. In mijn werk als arts en kunstenaar heeft de psychose mij verrijkt en persoonlijke groei gegeven. Die kant van psychisch lijden en het integreren van die ervaring in het dagelijks leven mis ik in de behandeling.”

Cocreatie

Pf

De GGZ is volgens de auteurs sinds de marktwerking in de zorg en de invoering van de diagnose – behandelcombinaties (DBC’s) te veel een economische activiteit geworden. Psychische hulp is ingedeeld in verschillende productiestraten, waarin behandelaars per minuut en behandeling een vergoeding krijgen. Dit systeem komt de kwaliteit van de zorg niet ten goede.

In het boek Wij zijn god niet, beschrijven de auteurs op basis van gesprekken met wetenschappers en ervaringsdeskundigen een nieuwe weg die behandelaars binnen de GGZ kunnen inslaan. Zij beogen zorg die aandacht heeft voor mentale gezondheid en psychisch lijden en voor de rol die het bewustzijn en het zelfhelend vermogen daarin speelt. Van Spronsen en Van Os noemen dit het ‘ecosysteem mentale gezondheid’. De basisgedachte is dat arts en patiënt samenwerken.

In gespreksgroepen onder leiding van een ervaringswerker en een traditionele behandelaar kiezen mensen zelf hoe ze willen werken aan verandering.

Wie is van hout…
Het pleidooi in We zijn God niet klinkt als een verre echo van het destijds geruchtmakende boek Wie is van hout dat onlangs werd besproken. Auteur en psychiater Jan Foudraine stelt in dit boek, dat in de zeventiger jaren verscheen, de toenmalige situatie in de psychiatrie kritisch aan de orde. Ook hij wil de mens weer centraal stellen want de opkomende tendens om via DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders = diagnostisch en statistisch handboek voor psychische stoornissen) een diagnose te stellen, werd steeds sterker.

De eerste versie van DSM verscheen in 1952, de tweede in 1968 en sindsdien zijn er nog vijf nieuwe versies verschenen die ook steeds werden uitgebreid en daarmee ook belangrijker werden.

Ik denk dat Foudraine de gedachte in We zijn God niet volledig zou kunnen onderschrijven. Zoals veel organisaties en instituties is ook de gezondheidszorg een bolwerk geworden waarin regels en voorgeschreven gedragslijnen allesbepalend zijn geworden. Het is daarom goed dat er mensen zijn die een helder en krachtig tegengeluid laten horen zoals in “We zijn God niet” dan ook gebeurt. Het boek is met enige aandacht goed te lezen.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles