"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Werkboek

Vrijdag, 18 maart, 2022

Geschreven door: Jana Beranová
Artikel door: Liliane Waanders

Literatuur is niet neutraal

[Column] Ze woont in een huis uit 1898 en zelf is ze inmiddels ook al 89. Meer dan veertig jaar woont ze er inmiddels en al die jaren heeft ze goed voor haar huis gezorgd. Het huis op zijn beurt heeft zich over haar ontfermd. Het is haar daardoor in de loop der jaren steeds gegotener gaan zitten. En dat komt nu, nu ze ouder wordt, heel goed uit. Samen houden ze stand, in een omgeving die behoorlijk aan verandering onderhevig is. Als ze naar buiten kijken, zien ze niet meer wat ze vroeger zagen. De oude huizen aan de overkant hebben plaats moeten maken voor functionele gebouwen. Hun straat is de sloopgrens.

Ooit liet ze in een ander land alles achter. Haar ouders vluchtten en zij moest mee. Dat was nadat de Russen haar vaderland onder de voet liepen. Via een omweg belandde ze in Nederland. Ze studeerde economie, maar koos uiteindelijk voor de literatuur.
Als vertaler gaf ze dissidente dichters en schrijvers uit haar land – waaronder Miroslav Holub, Ivan Štrpka, Petr Borkovec, Karel Čapek én Milan Kundera (toen die nog in het Tsjechisch schreef, sinds hij in het Frans schrijft is Martin de Haan degene dankzij wie wij zijn werk in het Nederlands kunnen lezen) – een stem en een podium.
In haar eigen poëzie laat zij niet na om blijk te geven van haar betrokkenheid bij de wereld.
Als dichter en als mens spreekt zij zich uit.

Ooit zal er in het huis van Jana Beranová door gevluchte schrijvers geschreven worden. Als die schrijvers in nood op adem gekomen zijn. Dat heeft zij zo bepaald. Na haar dood wordt haar huis een vluchthuis. De boeken en de dingen die haar dierbaar waren, zullen nieuwe, tijdelijke bewoners omringen. En als de boeken en de dingen zich daarbij op hun gemak voelen, zullen ze verhalen prijsgeven. Ook hun verhalen over Jana.

Literatuur is niet neutraal. Literatuur hoeft ook niet neutraal te zijn. Een schrijver mag zich uitspreken. Zij moet kunnen verkondigen wat zij vindt. Verpakt in een goed verhaal of onomwonden, als de situatie daar om vraagt.

Boekenkrant

Schrijvers hebben een verantwoordelijkheid. En lezers ook. Fake-literature bestaat niet, maar als literatuur niet neutraal is, kan een schrijver aan de goede maar ook aan de verkeerde kant van een kwestie of conflict staan. Het is aan de lezer om de woorden die hij leest te interpreteren en zorgvuldig te wegen voordat hij een standpunt onderschrijft of een oordeel velt over inhoud en/of intenties. Ook als hij een verhaal of een roman leest.

Het boycotten van een schrijver en het verbieden van zijn werk is alleen in heel extreme gevallen een optie. Waarom zouden Dmitri Bykov, Ivan Gontsjarov, Ljoedmila Oelitskaja, Ljoedmila Petroesjevskaja, Michaïl Sjisjkin, Aleksandr Poesjkin, Ivan Toergenjev, Lev Tolstoj of Anton Tsjechov de prijs moeten betalen voor een conflict waar zij part nog deel aan hebben?
Ze moeten, net zoals hun Oekraïense collega’s Joeri Androechovytsj, Andri Bondar, Ljoebko Deresj, Irena Karpa, Viktor Neborak, Natalka Snjadanko, Oksana Zaboezjko en Serhi Zjadan, gelezen worden.

Op het slagveld kan literatuur het verschil niet maken, maar soms helpt een verhaal. Bij het doorgronden van confrontaties. Bij het kweken van begrip. Bij het rechten van een rug. Bij het bepalen van standpunten en het betuigen van steun. Soms helpt een verhaal gewoon.

Bovendien:

“als niemand
luistert
naar niemand
vallen er doden
in plaats van
woorden”

Gevleugelde woorden. Van Jana Beranová. Door Amnesty International verspreid.

Eerder verschenen in Bazarrow Magazine