"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Wieren

Maandag, 30 april, 2018

Geschreven door: Miek Zwamborn
Artikel door: Just Houben

De prachtige wereld van wieren

[Recensie] Sommige namen zijn al voldoende. Als Miek Zwamborn een boek maakt, dan weet je dat het iets moois wordt. Als dat boek wordt uitgegeven in de natuurkundereeks onder redactie van Judith Schalansky, dan kun je er alleen nog maar reikhalzend naar uitkijken. Ongeacht het onderwerp. Want eerlijk is eerlijk: er zijn dagen dat ik niet aan zeewier denk. Maar zoals dat met alles gaat: als je je ergens maar voldoende in verdiept wordt alles interessant. En Miek Zwamborn blijkt een ideale gids in de wereld van wieren.

Wie haar roman De duimsprong kent, zal dat niet verbazen. Meer en meer wordt de hoofdpersoon in dat boek in beslag genomen door de fascinatie voor de Zwitserse geoloog Albert Heim. Net als het romanpersonage ging  Zwamborn op zoek in archieven, musea, bibliotheken en haalde daar prachtige verhalen over wieren uit. Zo vertelt ze over de grote banken Sargassum, het goudkleurige wier waar de Sargassozee in de Atlantische oceaan naar vernoemd is, waar de schepen van Christoffel Columbus in vast kwamen te zitten op weg naar de Bahama’s.

Ook schenkt Zwamborn aandacht aan wieren in de kunst. Het wier werd in Japan, China en Korea van oudsher al geassocieerd met gezondheid en met eerbied behandeld. Het was dan ook onderwerp van haiku’s en prenten, waarvan enkele uit de Edo-peridode in Wieren zijn afgebeeld. Bekender, bij ons althans, zullen de wierencollages van Henri Matisse zijn. Ze ontstonden eigenlijk uit nood, schrijft Zwamborn, nadat Matisse na een buikoperatie een tijdlang in bed moest blijven.  Zijn verpleegster Monique Bourgeois speldde stukken gekleurd papier op de muur. Later gebruikte Matisse wiermotieven ook in zijn ontwerp voor de kazuivels van de zusterorde van Vence.

Redmiddel

Schrijven Magazine

Behalve onderwerp van verhalen en kunst zijn wieren ook buitengewoon nuttig. Zeewier heeft meer voedingswaarde dan haver en wanneer het gebruikt wordt in veevoer beperkt het de uitstoot van methaan door koeien. Bovendien vermeerdert het de melkgift. Varkens houden door het eten van wier een conditie en het zorgt ervoor dat ze meer vlees en minder vet aanzetten. De Engelse namen herinneren eraan dat wier inderdaad voor dierconsumptie gebruikt wordt: Cow weed (gevleugelde kelp), Horse weed (dulse) en Pig weed (knotswier).

Maar niet alleen voor diervoeding zijn zeewieren heel geschikt, ook voor mensen. Natuurlijk kennen we het vooral van de vellen nori bij de sushi die we eten, maar volgens Zwamborn zou het zeewier een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan oplossingen voor problemen als voedseltekort en het opraken van fossiele brandstoffen. “De veerkracht van zeewier, de ‘lagere’ plantensoort die zich in zo veel wonderlijke verschijningsvormen tentoonspreidt en talloze geneeskrachtige en voedzame eigenschappen bezit, zou nog wel eens het redmiddel kunnen worden.” Het is een prachtige verdienste dat Miek Zwamborn in de beknoptheid van dit boekje de diversiteit van wieren weet te tonen.

Wieren sluit af met twaalf ‘portretten’ van verschillende wieren. Qua opzet doet deze afdeling erg denken aan de Atlas der abgelegenen Inseln van de eerder genoemde Judith Schalansky. Op de rechterpagina een prachtige, door Miek Zwamborn zelf gemaakte afbeelding – behalve schrijver, dichter en vertaalster is ze ook beeldend kunstenaar. Links daarnaast een beschrijving van de wieren. Zwamborns fascinatie voor haar onderwerp werkt aanstekelijk, al zullen altijd mensen blijven die die zo’n wier niks vinden. Deels is die desinteresse wederzijds: “Mensen met een aquarium mopperen vaak over vederwier, maar daar trekt het zich niets van aan, het woekert fluks door.”

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur: