"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Wij houden van Tsjernobyl

Maandag, 27 augustus, 2018

Geschreven door: Svetlana Alexijevitsj
Artikel door: Lalagè

De gevolgen van 1986

[Recensie] Twee jaar geleden las ik De generatorgeneratie van Franka Hummels, over jonge mensen in Wit-Rusland. De kernramp in Tsjernobyl in 1986 heeft veel invloed op hun leven: ze kampen met gezondheidsklachten, onvruchtbaarheid en veel familieleden zijn overleden. Voor hen is dat echter de normaalste zaak van de wereld en er wordt weinig over gepraat. Franka schetst een indrukwekkend beeld van deze generatie. Daarom vroeg ik haar om een boek uit Wit-Rusland voor mijn leesreis om de wereld, waarop zij Wij houden van Tsjernobyl aanraadde.

Svetlana Aleksijevitsj bezorgde me echt kippenvel. Ze laat veel verschillende mensen aan het woord: echtgenotes van overleden mannen die als eersten bij de net ontplofte reactor aan het werk moesten, militairen die zonder informatie naar Tsjernobyl gestuurd werden, oudjes die nog in de verlaten spookdorpen wonen.

Je vraagt je misschien af waarom er zoveel mannen naar de reactor werden gestuurd. Het antwoord is eenvoudig maar schokkend: de elektronica van robots raakt van slag bij zulke hoge straling. Dus stuurde men menselijke robots, die hoogstens een paar minuten met een zwaar masker en loodschort aan het afval op moesten ruimen. Ze kregen er driedubbel salaris voor, maar hun gezondheid hebben ze moeten inleveren. De beschrijvingen van stralingsziekte zijn vreselijk: mensen werden van binnenuit weggebrand en hoesten hun organen uit hun lijf. Velen zijn gestorven.

De onwetendheid valt als eerste op, als de overheid al iets wist werd dat in ieder geval niet gedeeld met de gewone mensen. Dat zorgde voor veel ongeloof en verwarring. Straling kan je immers niet zien. Toch merkt één van de vertellers op dat er iets is veranderd: de geur van de appelbomen is verdwenen. En vlak na de ramp was de regen geel en de regenplassen groen. Maar de mensen hadden een rotsvast vertrouwen in hun communistische overheid. Ze waren opgevoed met het idee dat de atoomenergie van de Sovjet Unie net zo veilig was als fossiele brandstoffen. Er waren wel dappere wetenschappers en artsen die probeerden de overheid ervan te overtuigen dat er jodium uitgedeeld moest worden, maar de bureaucratie en politieke spelletjes waren sterker. Een professor vertelt dat hij werd beschuldigd van paniekzaaierij en werd bedreigd. Uiteindelijk werden hele dorpen geëvacueerd, na een paar weken pas.

Dans Magazine

Telkens komt terug dat je straling niet kunt zien… dus wie moet je geloven? Waarom zou je je huis met moestuin verlaten als alles groeit en bloeit? Plunderaars hebben goed geld verdiend met spullen uit de verboden zone. Met wodka kan je immers elke soldaat omkopen. Die wodka schijnt trouwens het beste middel te zijn tegen stralingsziekte…

De kinderen komen ook aan het woord. Zij zijn veranderd: ze zijn altijd moe en veel van hen hebben ernstige ziektes zoals leukemie. Ze discussiëren met elkaar over de dood, waar ze overigens niet bang voor zijn. Geëvacueerde kinderen worden gepest op school: hé gloeilamp, je geeft zeker licht in het donker!

Het lijkt wel op de oorlog, die vergelijking wordt steeds gemaakt, al loopt de vergelijking mank: oorlog is duidelijk zichtbaar. En na de oorlog ben je een overwinnaar, heb je hoop en wil je verder leven. De ramp van Tsjernobyl is pas net begonnen: de straling zal nog langer dan honderdduizend jaar invloed op onze aarde hebben. Dit verhaal is dus nog lang niet afgelopen. Daarom moet het steeds verteld worden. Dit boek over gewone mensen in ongewone omstandigheden is heel belangrijk.

Eerder verschenen op Lalage