"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Wij, Vikingen

Woensdag, 4 december, 2019

Geschreven door: Marlies Stoter, Diana Spiekhout
Artikel door: Chris Reinewald

De (voorlopige) waarheid omtrent de Vikingen

[Recensie] Het Fries Museum betrekt met de expositie Wij Vikingen nu ook Friezen in de Viking-geschiedenis. Dat is een nieuw inzicht. Frisia, hun woongebied, werd tussen 800 en 1050 geterroriseerd door plunderende Vikingen uit Denemarken. Ook het gegeven om – boreaal – vanuit een Noordzeecultuur te denken is recent. De onafhankelijk van de expositie te lezen catalogus vat een aantal van de actuele visies op toegankelijke, licht wetenschappelijke wijze samen.  

Niet alles geloven wat ze over de Vikingen alias Noormannen beweren. Dat het louter blonde langharige kerels met woeste baarden zouden zijn geweest. Een volk zonder angst in de genen. Permanent de Noordzee rondvarend in houten schepen met drakenkoppen. Op strooptocht, steeds kijken waar wat te halen viel. Zeepiraten met een dreigende helm met koehoorns op het hoofd, zoals je die kent van Wagner-opera’s, Astérix of zelfs Wickie de Viking. Daar blijkt dus niets van waar.

De gehoornde Viking-helm is een misinterpretatie van hun drinkhoorn, zoals het exemplaar dat daarna in een Limburgse kerk als reliekhouder werd gebruikt. Verder trokken de Noordse mannen er in werkelijkheid alleen in de zomer op uit om te gaan “vikingen”: het Anglo-Friese werkwoord voor piraterij. Thuis leidden ze een eenvoudig boerenbestaan, ook soms als herenboer. In hun gedrag lijken ze dus op onze hedendaagse motorbendes.

Momenteel wil de populaire BBC-tv serie Vikings ons laten geloven dat de mannen uit het Noorden hun hoofdhaar tot een staartje bijeenbonden op het opgeschoren achterhoofd en getrimde baarden droegen: als hedendaagse hipsters. Dit schijnt wél dichter bij de waarheid te komen.

Boekenkrant

Hier bestaan twee overtuigende bewijzen voor. Zaterdag heet in modern Deens: lørdag, van het oud-Deense løghærdagh: bad-dag. Men badderde dus op zaterdag en besteedde aandacht aan persoonlijke lichaamsverzorging, zoals archeologische vondsten tonen: benen kammen, baardtangen, oorsmeerlepeltjes en een soort kledingstrijkplankjes.

Jefter Northmon…  

Het boek dateert de Viking periode van 793-1066, bij de aankomst van Willem de Veroveraar die in noord-Frankrijk, het vreedzame Noormannen-gebied Normandië stichtte.

In 810 vond de eerste Viking-inval op Frisia plaats: vanuit Denemarken, als onderdeel van Deens-Frankische oorlog. Naar schatting duurde de overtocht in ranke oorlogsschepjes van noord naar zuid twee dagen.

Gedurende de meest hevige periode 834-900 vonden aanvallen plaats die – als huidige terroristische acties – het maatschappelijk systeem echter niet permanent ontwrichten. De schoolplaat van Isings over het in brand gestoken Dorestad is daarom een overdrijving wat daar in werkelijkheid op veel kleinere schaal gebeurde. 

Van de 9e tot de 12e eeuw zwermden Deense, Noorse en Friese zeevaarders uit over de Britse eilanden en het kustgebied Frisia. Het Friese grondgebied – expliciet geen rijk – deels heidens, deels al gekerstend ontrolde zich van het Zwin bij Brugge tot aan de Wezer rivier in het huidige Duitse Oost-Friesland. Utrecht en de internationale handelsmetropool Dorestad (nabij Wijk bij Duurstede) lagen landinwaarts aan rivieren. Ideaal als handelscentrum; ook voor hen die geregeld “op Viking” gingen. Bij hun strooptochten, waar ze ook andere kleine steden aandeden, maakten de Vikingen zilver: munten, sieraden en vee buit.

In Zutphen kwam in 882 een vrouw van ongeveer 35 jaar om bij een Vikingaanval. Een zwaardsnede in haar onderbeen suggereert dat zij zich met haar knie heeft proberen te verdedigen. Dat Vikingen haar doodden concluderen archeologen uit het feit dat het skelet niet met gebruikelijke eer is begraven. En bij de resten vonden ze een muntje dat in 844 in York werd geslagen. De Britse stad fungeerde als uitvalsbasis van de Deense Vikingen op hun rooftochten richting Frisia.

Vikingen waren dus zeker gewelddadig. Soms maakten ze Friezen tot slaaf. Ook gebeurde het dat Friezen zich vrijwillig bij de Vikingen voegden en samen uit roven gingen. Daarop stond overigens in Frisia een milde straf.  

De eerste wetboeken vermeldden dat Friezen vooraleerst verplicht waren zich te wapenen tegen Viking-aanvallen, bekrachtigd met de openingszin “Jefter Northmon kumath” (Als de Noormannen komen). Pas erna volgde pas de plicht tot dijkverzwaring. In beide gevallen volstond een eikenhouten spade met scherpe kanten om gemeen mee te slaan of om klei te scheppen. Bij een man-tot-man gevecht greep men naar zwaard, schild, speer en bijl.

Heiligen

Het boek beeldt de grofstoffelijke wapens dramatisch af. Hoofdstukken openen telkens met een apocrief heiligenverhaal. Door de gehandhaafde “ouderwetsche” vertelwijze, ontleend aan vooringenomen Katholieke teksten, wordt het mythische element benadrukt.

Zo was daar de Viking-hoofdman Rodulf [Rothlaib], een rondtrekkende plunderaar, die in 873 weer eens langs kwam om de inwoners van Oostergo “belasting” af te troggelen. De Friezen hadden genoeg van de maffiapraktijken en doodden de Viking-hoofdman met veel van zijn manschappen. Een ex-Viking, inmiddels een Christen geworden import-Fries onderhandelde met de overgebleven Vikingen. Ze kregen vrije aftocht mits ze hun volledige buit achterlieten, hetgeen gebeurde. De Friezen begroeven voor de zekerheid de verworven oorlogsbuit diep onder de aarde.

In 1996 legden archeologen op Wieringen, toen nog een eiland, nu in Noord-Holland, een dergelijke schat bloot: zes massieve zilveren armbanden, een armring, riembeslag, muntsieraden, 16 zilverbaren, 78 Karolingische munten, stukjes van mantelspelden. Ook Arabische dirham muntstukken treft men vaak aan.

Nog zo’n gruwelverhaal gaat over de biddende Friese Man Gods Walfridus die zijn eigen dood door Vikinghanden voorzag en ook die van zijn zoon Radfridus. Nabestaanden moesten het lichaam van de later heilige verklaarde Walfridus terugkopen van de Vikingen. Maar archeologisch bewijs hiervoor ontbreekt.

Valse heroïek

Hoe gewelddadig ook: de Friezen waren niet ongevoelig voor de Viking-heroïek. Daarom werkten ze vredelievend of agressief met ze samen. Met terugwerkende kracht schaarden de Friezen zich graag bij een verdwenen noords rijk, beschreven in het valse 19de eeuwse ‘Oera Linda’ manuscriptboek of nog een slim verkregen Vikingschat: die van Winsum. Deze werd rond 1960 door het Fries Museum verworven. De collectie telde 150 stuks gebruiksvoorwerpen met een hamer, het wapen van de god Thor, nagemaakt als amulet. Verder miniatuur hamertjes, dikker dan de wél Middeleeuwse Viking-hamertjes met nét andere versieringen. Ingeroepen Deense experts vermoedden dat de Vervalste Vikingschat van Winsum, verworven in de jaren ’60, voor onderwijsdoeleinden over het Germaanse verleden gemaakt was voor een Duitse onderzoeks- en leergemeenschap. Tussen 1939 en 1945 zetten Europese nationaalsocialisten boreale cultuuruitingen, zoals runentekens, in voor hun eigen dwaalleer.

Gaandeweg vermengden de Friese en Viking-culturen zich, getuige een 10e eeuwse runensteen met reliëf van een gekruisigde Christus; ooit eigendom van de gekerstende Deense koning Blauwtand. Andere ruw gestoken amuletten tonen Christus op een kwaad werende Salomonsknoop. Uit dezelfde periode komen Hiberno-Scandinavische armbanden met ruwe, rune-achtige groeven, die in Ierland werden gevonden.

Behalve dat Vikingschepen de Friese scheepsbouw beïnvloedden brachten de Vikingen ook “glissen” mee: glad geslepen paarden- of runderbotten. Deze rudimentaire schaatsen worden in groten getale opgegraven. En bij werkzaamheden in Tiel stieten archeologen op een houten stadswal waarvoor – met jaarringen aantoonbaar – hout van een Vikingschip gebruikt moest zijn.

Vergeleken met de tentoonstelling laat het boek (niet door musea uitleenbare) voorwerpen zien zoals een mannentuniek bestaand uit 45 lappen van 20 gebruikte stoffen, 660-750, opgegraven bij het Duitse Emden.

In zekere zin maakt dat het prettig getoonzette boek met essays aantrekkelijker dan de expositie waar Nederlandse Viking-liefhebbers veel objecten terugzien van vorige Viking-expo’s in Assen en Utrecht en de vaste collecties van het Fries Museum Rijksmuseum van Oudheden.

Eerder verschenen in een andere vorm op de site van Museumtijdschrift

Expositie: Wij/Us Vikingen, Fries Museum, Leeuwarden, t/m 15 maart 2020,