"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Wilhelmina, mythe, fictie en werkelijkheid

Woensdag, 9 mei, 2018

Geschreven door: Gerard Aalders
Artikel door: Jos Palm

Wilhelmina bevrijd van oorlogsromantiek

Had Wilhelmina wel zo’n onverzettelijk karakter en was ze in de oorlog echt zo’n staatsvrouw? Een nieuwe biografie richt zich op de mythes en trekt oude beelden in twijfel.

[Recensie] Over Wilhelmina bestaat een eindeloze voorraad anekdotes met de vorstin in de hoofdrol van een onversaagde Don Quichote die zichzelf aanzag voor een polderversie van Queen Victoria, een inzicht dat in haar beleving vanzelf werd gedeeld door haar landgenoten. Zo zou ze bij een informeel bezoek van president Roosevelt die in rolstoel het gazon opreed van haar verblijf in Washington verstoord hebben uitgeroepen dat ‘ze geen tijd had voor die man’, en moest haar dochter Juliana haar aan het verstand brengen dat dit de president van een wereldmacht was en zij koningin van een klein landje.

Een ander voorbeeld van haar hoogdravende maatstaf was de vraag waarmee zij vlak na de oorlog een rij notabelen afwerkte, ‘in welk kamp hebt u gezeten’, wilde de vorstin van een ieder weten. Een fanatiek gekoesterd eigenzinnig denken en voelen tekende Wilhelmina’s wereldbeeld, eenkennige en avontuurlijke doortastendheid haar optreden. En toch was het juist dankzij die beperkte eigenschappen dat zij de status kreeg van onverzettelijke oorlogskoningin die ongeveer in haar eentje het land de Bezetting had doorgesleept. Oranjegezinde schrijfsters als freule Henriëtte de Beaufort beschreven haar als een rots, Loe de Jong metselde in zijn geschiedwerk verder aan dat beeld, en biograaf Cees Fasseur vervolmaakte het in zijn tweedelige biografie (1998 en 2001). De vorstin had zo haar eigenaardigheden – zwakheden volgens onwelwillenden – erkenden ze, maar dat was juist haar kracht, die de auteurs opbliezen tot mythische proporties. Legende en persoon waren één en kwamen samen in de oorlog, waarin zij het vernederde vaderland van statuur voorzag. Het Nederlandse volk werd geacht dat ook zo te zien.

Middenstandsvrouwtje

Je kunt ook met minder hagiografische blik naar deze koningin kijken, betoogt republikeins oranjehistoricus Gerard Aalders. Zijn Wilhelmina. Mythe, fictie en werkelijkheid laat zich lezen als een uitgebreid commentaar op de gesanctioneerde monarchale geschiedschrijving. Aalders citeert naar hartenlust door Wilhelmina geëlektrificeerde bewonderaars uit inmiddels oninvoelbaar oude tijden en beschrijft hoe die andere Roosevelt, Theodore, in 1910 moest bekomen van zijn ontmoeting met de jonge vorstin die op hem de indruk maakte van “een zelfingenomen, slecht gehumeurd, echt Nederlands middenstandsvrouwtje”.

Maar de hoofdmoot van zijn betoog betreft de oorlog. En al kennen we Aalders als taaie, soms wat overijverige kritische volger van Bernhard en de Oranjes, hij heeft een degelijk en ook prettig leesbaar boek geschreven. De auteur loopt de hoogtepunten – dan wel dieptepunten – een voor een na.

Boeken van deze Auteur: