"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Willem van de Velde & Zoon

Donderdag, 21 oktober, 2021

Geschreven door: Jeroen van der Vliet
Artikel door: Chris Reinewald

Ooggetuigen op volle zee

[Recensie] In de 17de eeuw runden vader en zoon Willem van de Velde samen vijftig jaar lang als zeeschilders een kunsthandel waarmee zij de Nederlandse en – na 1673 – de Engelse markt bedienden. De expositie in het Scheepvaartmuseum en de heldere catalogus daarbij zetten de zeeschilders neer als gedreven kunstenaar-ondernemers met goed oog voor detail.

Op de avond van 12 juni 1665, voorafgaand aan de Zeeslag bij Lowestoft zat Willem van de Velde de Oude aan bij de dis aan boord van vlaggenschip Eendragt. De opperbevelhebber, luitenant-admiraal Jacob van Wassenaer Obdam, van huis uit eigenlijk een adellijke cavalerist, prees Van de Velde. Hij uitte zijn verwondering over het feit “dat iemand uit de kunstliefdigheid zig zoo na bij ’t gevaar dorst te begeven”. Wat Van der Velde antwoordde weten we niet. Wel dat hij inmiddels geroutineerd zeeslagtekenaar was. Vanwege zijn bewezen kunstenaarskwaliteiten en betrouwbaar gedrag voer Van der Velde vaak als ‘embedded artist’ mee op een galjoot, een snel verbindingsschip waarmee hij dan ook geschreven instructies afleverde. Eenmaal in volle actie communiceerde de schepen onderling met vlagsignalen en kanonschoten.

Van de Velde maakte vanaf veilige afstand op brede, horizontale vellen ter plaatse snelle schetsen van de ‘krijgh ende smoock’. Voordat hij die op het atelier gedetailleerd als grote tekening uitwerkte bracht hij een ooggetuigeverslag uit aan de Hollandse opperbevelhebbers.

Alleen dit keer niet. Bij deze slag, de eerste van de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog, raakte de Eendragt namelijk in direct duel met de Engelse HMS Royal Charles. Na twee uur strijd, waarin ook de Royal Charles het te verduren kreeg, werd het Hollandse schip geraakt door een voltreffer in de kruitkamer – of was het misschien eigen onvoorzichtigheid? Hoe dan ook: de Eendragt ontplofte op volle zee. “Van Wassenaer behoorde niet tot de vijf overlevenden”, meldt Wikipedia decent.

Het Weer Magazine

En Van de Velde? Die tekende zes aaneensluitende bladen vol die als een filmverslag het treffen bij Lowestoft (Lestoffe) tussen de Hertog van York en de onfortuinlijke Wassenaer van Obdam laten zien.

Branders

Bij strategisch uitzichtloze situaties liet men als kamikaze-actie een branderschip met munitie in de nabijheid van de vijand ontploffen. De bemanning moest dan tijdig de brander verlaten hebben. (Via voorouderzoek door Geert Mak, verre familie van mij, bleek dat een Gerrit Mack bij de befaamde tocht naar Chatham in 1667 aan boord van het ‘adviesjagt’ Schiedam met hun branders een dergelijke actie ondernam, waarna Michiel de Ruyter de slag kon winnen. Het archiefstuk suggereert dat Mack en de zijnen op de toegezegde loongelden hadden moeten wachten. Vanwege het geheime karakter van deze stiekeme invasie was Van de Velde overigens niet uitgenodigd deze mee te maken.) 

De gedetailleerde, correcte weergave op de tekeningen maakt dat je je beter in het reilen en zeilen […] van dergelijke zeeslagen verdiept. Kijk hoe angstige mariniers in de mast klimmen en de strijd onder hen met vrees aanzien. Daarvoor had de kunstenaar dus ook oog.

Vader tekende

Vader Willem keek goed en had een vaardige hand van schepen tekenen, misschien omdat hij uit een Vlaamse schippersfamilie stamde. Hij wist hoe een zeilschip met de masten, tuigage, zeilen en de hele rataplan technisch in elkaar zat. Weliswaar veroorloofde hij zich artistieke vrijheden. Om de opdrachtgevers en investeerders te plezieren beeldde hij vaak schepen van achter driekwart gedraaid naar de toeschouwer af. Daardoor krijg je een mooie blik op de rijk gedetailleerde achterspiegel van het schip met houten beelden en het (stads)wapen van de financiers als herkenningspunt.

Boek en expositie laten ook de oerschetsjes van Van de Velde zien. Hij brengt een tafereel met schepen terug tot een reeks zeiltjes en rookwolkjes, soms voorzien van geschreven aanwijzingen voor hemzelf. Op een groots uitgewerkte tekening beeldt hij zichzelf in het galjoot op twee plaatsen af. Hij vatte dus meerdere beslissende momenten in een compositie samen. Van de Velde zelf herkennen we aan de breedgerande hoed, die hij draagt.

Eenmaal terug aan wal verkocht hij zulke taferelen meestal aan de betrokken zeehelden die ze thuis aan de muur hingen als ‘conversation piece’. Dan kon de gastheer aanschouwelijk laten zien hoe doordacht hij de gewonnen zeeslag had gevoerd.

Binnen de kunst werden de gedetailleerde tekeningen van senior echter lang niet op waarde geschat. Ze ‘misten de grandeur’ van Van de Velde junior en zijn schilderijen. Dat standpunt is nu achterhaald. Onze huidige koning bezit bijvoorbeeld een tekening dat, weliswaar amper zichtbaar, in een vertrek van het Koninklijk Paleis op de Dam hangt.

Door de schetsen en tekeningen van vader beschikten zijn zoons Willem en Adriaen, jong gestorven, hun zwager en een kleinzoon over een rijk beeldarchief voor hun schilderijen.

Zoon schilderde

Uit de geringe informatie over het familiebedrijf blijkt ook dat vader behendig was in netwerken. Eigenlijk miste hij maar één kwaliteit: hij kon niet schilderen.

Willem junior had hij als jongen in de leer gedaan bij bevriende schilders maar zelf was hij zover nooit gekomen. Het schetst hun vertrouwensband dat de zoon zelf later zijn vader heeft leren schilderen. Onvermijdelijk zijn die schilderijen stijver. Je ziet dat hij toch houvast zoekt bij een tekenachtige aanpak.

Het gezamenlijke atelier bestond in totaal ruim zeventig jaar en bracht meer dan 2500 tekeningen en 800 schilderijen voort. Willem senior begon zijn nering in de nabijheid van het IJ en de verschillende VOC-vestigingen: aan de Lastageweg bij de Nieuwmarkt. Het aardige is dat je op hun werk het silhouet van het toenmalige ’s Lands Zeemagazijn ziet. Daarin is nu het Scheepvaartmuseum gevestigd.

Met Willem junior aan het roer […] ontstonden ook goede contacten met Engelse opdrachtgevers, welbeschouwd de vijand. Waarschijnlijk vanwege de dood van Adriaen, relationele problemen van zoon én vader, de economische recessie van het rampjaar 1672 losten de twee een oude belofte in. Ze verhuisden naar Engeland waar ze in dienst van de koning bij Greenwich een prachtig atelier konden betrekken. Niets wijst erop dat ze daarmee als overlopers beschouwd werden. Ook vanuit deze kant van de Noordzee bleven opdrachten toestromen.

Willem van de Velde junior ontwikkelde een stijl waarmee hij niet zozeer de schepen maar vooral effecten met licht, water, zon, schaduw, rook en reflectie weergaf.

Door deze techniek beïnvloedde hij de Engelse zeeschilderkunst en speciaal J.M.W. Turner.

Het waren nu steeds minder oorlogssituaties maar natuur-elementen die een eenzaam schip in nood brachten. Hiervoor maakte junior eerst schetsen om de positie van al dan niet geknakte masten overtuigend weer te geven.  

Aan boord

De expositie in het Scheepvaartmuseum valt uiteen in een vader-deel en een zoon en navolgers-deel. De catalogus beschrijft de familiefirma, hun positie als tekenaars van de vloot en de imitaties. Handig is het verklarende lijstje met alle scheepstermen.

Er is rekening gehouden dat het, door Beukers Scholma heerlijk helder vormgegeven, boek  niet echt gelezen wordt. Bepaalde informatie wordt namelijk op verschillende plaatsen herhaald. Misschien had het nog interessant geweest meer maritiem-historische context te geven over de zeeslagen die in wezen handelsoorlogen waren om blijvend vrije doorvaart te houden.  

Het persoonlijke van de vader en de zoon komt mooi uit de verf. Een aandoenlijk  detail is dat Van de Velde junior – in tegenstelling tot zijn vader – nooit op zee tekende behalve één keer, kort na Willem seniors dood. Door aan boord te gaan wilde hij waarschijnlijk voor eens en altijd meemaken wat zijn vader beleefd had.   

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Gelijknamige tentoonstelling in het Scheepvaartmuseum Amsterdam tot 28 maart 2022