"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Wit geld

Dinsdag, 9 december, 2014

Geschreven door: J. Bernlef
Artikel door: Arjen van Meijgaard

Tasten in het duister van de realiteit

Bernlef kan het: een wereld schetsen die op het eerste gezicht duidelijk lijkt, maar waar verwarring en raadselen uiteindelijk de boventoon voeren. Zoals in zijn meesterwerk Hersenschimmen, waarin de leefomgeving van de hoofdpersoon steeds warriger wordt en er een waas optrekt om zijn observaties en gedachten. Bernlefs laatste boek, Wit geld, vaart voor een groot deel door op dezelfde thematiek. Die verwarring, de vage grens tussen werkelijkheid en onwerkelijkheid, weet Bernlef nog steeds prachtig uit te diepen.

[Van de bundel verscheen een voorpublicatie op athenaeum.nl]

Helaas begint de bundel niet met het indrukwekkendste verhaal. Het titelverhaal, ‘Wit geld’, is vrij gekunsteld. Een werknemer bij de Belastingdienst komt bij toeval achter een eventuele fraude en gaat zelf op pad om dit op te lossen. Hij komt terecht op de Caymaneilanden, maar laat zich gemakkelijk om de tuin leiden en vertrekt weer onverrichter zake naar Nederland. Wat het hem oplevert? Geen diepere inzichten, alleen een kleurtje. ‘Je ziet er beter uit dan ooit,’ zegt zijn vrouw wanneer hij weer thuis is. Het verhaal is niet spannend en hoewel de gezochte fraudeur spoorloos is, is het niet raadselachtig genoeg. De belastingambtenaar kan hem gewoon niet vinden.

Wel een intrigerend verhaal is ‘De figurant’, waarin Bernlef speelt met werkelijkheid en fictie. Hij beschrijft een figurant die zichzelf wegcijfert en een onbetekenend leven lijdt. Tijdens een scène in een ziekenhuisbed overlijdt hij aan een hartaanval. Maar dan ontvangt de schrijver van het verhaal een brief van de figurant. Die beweert dat het toch anders is gelopen en dat hij nog steeds leeft en zelfs een cinematografisch, avant-gardistisch project heeft opgezet: het verzamelen van duizenden uren weggeknipte filmbeelden waarop niets gebeurt: ‘Verlaten hotelgangen, lege kamers, een voorbijstromende beek, een koffiekopje op een keukentafel, een op de grond gevallen lucifer (…). Maar als de schrijver dan op zoek gaat naar deze figurant blijkt hij onvindbaar. Een mooie vondst: een schrijver creëert een personage dat later contact met hem opneemt en dan toch niet blijkt te bestaan.

Boekenkrant

Bevrijding

De bundel wordt steeds beter en eindigt met twee prachtige verhalen: ‘Onvervalste Jazz’ en ‘Bevrijding. Vooral ‘Bevrijding maakte veel indruk en doet in zekere zin denken aan De donkere kamer van Damocles van W.F. Hermans. Een jongeman, Peter, is lid van een verzetsgroep. Na een door hem uitgevoerde moord raakt hij verstrikt in een web van verwarring en onzekerheid. Was de vermoorde wel een collaborateur? Waar zijn de anderen uit de verzetsgroep gebleven, die hij alleen bij hun schuilnaam kende? Doelloos, wankelend op de grens van verzet en verraad dwaalt hij door de stad. Hij wordt opgepakt, maar men gelooft zijn verhaal niet.

‘De man schudde vermoeid zijn hoofd. Hij haalde een pakje sigaretten uit de zak van zijn colbertje en hield Peter het pakje voor. Peter trok een sigaret, boog zich voorover naar het bibberende vlammetje uit de hem voorgehouden benzineaansteker. De man trok een la van het bureau open en zette een vertinde asbak op tafel.
Hij stootte met kracht twee stralen rook uit zijn neusgaten en zei: ‘Ik zal open kaart met u spelen. Wij van de Politieke Opsporingsdienst denken dat u alleen hebt gehandeld. (…)’

De bundel fascineert vooral doordat de verhalen zich afspelen achter een sluier die de werkelijkheid verbloemt. De hoofdpersonen willen iets, zijn op zoek naar antwoorden op vragen, zoals bij de figurant die zich een eigen rol in het leven toebedeelt, of Peter die wil weten of hij nu goed gehandeld heeft in het verzet. De personages slagen er echter niet in hun doel in het leven te bereiken. Vaak buiten hun eigen schuld om. Soms is de werkelijkheid zo verwarrend, dat ze niet eens weten wat hun plek daarin is.

De personages uit het werk van Bernlef vragen zich af, soms bewust, soms onbewust: Wie ben ik? Wat doe ik hier? Waarom ben ik hier? De hoofdpersoon uit Hersenschimmen kan deze vragen steeds minder goed beantwoorden, de personages uit Wit geld hebben er ook geen duidelijke repliek op. En juist de zoektocht naar de antwoorden zorgt voor spanning, de lezer wordt meegevoerd in het verlangen naar een oplossing. Bernlef zet de lezer niet op het verkeerde been, maar laat hem met vragen achter. Af en toe is de wereld die hij schept iets te gekunsteld, maar veel vaker zijn de verhalen geloofwaardig verwarrend. Dat maakt Bernlefs proza krachtig en waardevol.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Boy

Auteur:
J. Bernlef
Categorie(ën):
Literatuur

Cellojaren

Auteur:
J. Bernlef
Categorie(ën):
Literatuur

De onzichtbare jongen

Eclips

Auteur:
J. Bernlef
Categorie(ën):
Literatuur

Bagatellen voor een landschap

Bagatellen voor een landschap