"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Wittgensteins minnares

Vrijdag, 17 april, 2020

Geschreven door: David Markson
Artikel door: Karl van Heijster

Wat betekent waarheid nog als je alleen bent?

[Recensie] Kunstenares Kate is de laatste persoon op aarde, al een hele tijd nu. Hoe lang, dat kan ze niet meer zeggen. Het verstrijken van de tijd heeft haar herinneringen vervormd tot een punt waarop ze zelf niet meer de ware van de onware herinneringen weet te scheiden. Een tijd lang heeft ze geprobeerd om andere mensen te vinden. Ze heeft over de hele wereld gezocht – overnachtte in beroemde musea, stak schilderijlijsten in brand om zichzelf warm te houden. Maar haar zoektocht was tevergeefs, ze heeft niemand gevonden. 

Nu heeft ze zich teruggetrokken op een huisje op het strand, waar ze haar dagen vult met uittypen wat er in haar opkomt. Gek genoeg zit daar maar weinig persoonlijks tussen. Haar aantekeningen zijn een aaneenschakeling van feitjes uit de kunst- en literatuurgeschiedenis. Veelal foutieve feiten, overigens. Want door haar toestand is het voor Kate onmogelijk geworden het museum in haar hoofd op orde te houden. De waarheid van haar beweringen is ofwel op geen enkele manier meer na te gaan, ofwel ze heeft de moeite dit te doen opgegeven. Bovendien, wat betekent waarheid nog als je de enige persoon op aarde bent?

David Marksons Wittgensteins Minnares werd schijnbaar door 54 uitgevers afgewezen, en de reden laat zich raden. Het boek kent geen begin, geen eind, geen ontwikkeling en vooral geen structuur. Het is één lange gedachtestroom van hoofdpersonage Kate. Die nota bene het grootste gedeelte van het boek besteedt aan het corrigeren van de fouten die er in haar vertoog geslopen zijn, soms vele pagina’s nadat ze gemaakt zijn. 

Dat klinkt als een verschrikking om te moeten lezen, maar het tegendeel blijkt het geval. Kates eindeloze dans rondom de feiten is met veel humor geschreven. Ze vraagt zich bijvoorbeeld pagina’s lang afvraagt hoe ingewikkeld familiebijeenkomsten wel niet moeten zijn in Homeros’ wereld. En ze blijft maar terugkeren naar het feit dat Brahms altijd snoepjes in zijn zak had om aan kinderen uit te delen. Hoewel, wie zegt dat hij die altijd in zijn zak had? Misschien heeft hij dat maar één keer gedaan, en is het hele verhaal zo ontstaan. Wist je trouwens dat de kans groot is dat Brahms ook een kleine Ludwig Wittgenstein van snoep heeft voorzien?

Boekenkrant

Zoals Lieke Marsman in haar nawoord opmerkt, heeft Marksons declaratieve schrijfstijl inderdaad wel wat weg van het vroege werk van de filosoof. (De associatieve opbouw van de vertelling doet overigens dan weer meer aan diens latere werk denken.) Ook Kates problematische verhouding tot de waarheid valt terug te herleiden tot Wittgensteiniaanse thema’s. Welk spel wordt er met het begrip “waarheid” gespeeld, als er niemand meer is om dat spel mee te spelen? Wordt dan alles waar wat Kate zegt? Ook als ze zichzelf tegenspreekt? Of valt de vraag naar de waarheid helemaal weg bij gebrek aan een manier om deze vast te stellen? Maar wat is dan de rol van datgene dat Kate aan het papier toevertrouwt?

Het is een frustrerende vraag, die laatste. Want een ongeduldige lezer zal zich – al helemaal als deze niet Marksons gevoel voor humor deelt – geregeld geërgerd afvragen waarom deze zich nog door Wittgensteins Minnares heen zou moeten worstelen. Het antwoord op die vraag komt pas helemaal aan het eind van het boek. Waarom typt Kate alles uit wat er in haar opkomt? En waarom komen er alleen maar zulke ogenschijnlijk onbelangrijke zaken in haar op? 

Het antwoord is schrijnend. Namelijk om niet over de belangrijke dingen na te hoeven denken. Haar verleden, haar trauma’s, haar eenzaamheid. Over het feit dat ze bestaat in een wereld die volledig onverschillig staat tegenover haar bestaan. Een wereld zonder begin, zonder eind, zonder ontwikkeling of structuur. En die dus volmaakt gespiegeld is in Marksons talige representatie ervan. Of leg ik die link alleen maar omdat ik zo’n grote minnaar van Wittgensteins werk ben?

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub Van Alles