"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Worm en donder

Woensdag, 20 juni, 2018

Geschreven door: Gert-Jan Johannes
Artikel door: Joris Oddens

Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1700-1800

[Signalering] Literatuurgeschiedenissen bieden traditioneel een overzicht van schrijvers en hun literatuuropvattingen en van literaire werken, genres en stromingen. Worm en donder besteedt daarnaast ook ruimschoots aandacht aan alle instituten die te maken hebben met de letterkundige productie en consumptie: de literatuurstudie en -kritiek, de boekenmarkt, de genootschappen en het theaterbedrijf. Inger Leemans en Gert-Jan Johannes kiezen daarmee voor een oprekking van het genre.

Deze werkwijze past uitstekend bij de 18de eeuw, hun periode van onderzoek. Behalve als eeuw van Verlichting staat deze onder meer bekend als de eeuw waarin de kritiek, het gevoel, de politiek en de publieke opinie een cruciale nieuwe fase ingingen, terwijl men ook heel anders ging denken over het ‘zelf’. Voor al deze evoluties zijn ontwikkelingen in de literaire cultuur van doorslaggevend belang geweest. In de 18de eeuw beleefde bijvoorbeeld het tijdschrift zijn doorbraak. Binnen dit medium vestigde zich de praktijk van het recenseren van verschenen boeken en dit droeg bij aan de voorliefde voor kritische meningsvorming die we zo vaak met de 18de eeuw associëren. Het tijdschrift nam vaak de vorm aan van een spectator, een deels fictief, deels essayistisch genre waarin verschillende personages zich uitspreken over uiteenlopende actuele kwesties en waarin ook lezersbrieven worden opgenomen. In de laatste twee decennia van de 18de eeuw, in Nederland een tijd van revolutie, ontwikkelde het tijdschrift zich tot een politiek medium dat door de verschillende politieke kampen werd ingezet om denkbeelden te ventileren, zieltjes te winnen, de teamgeest te bevorderen en de tegenstander zwart te maken.

De 18de eeuw was ook de eeuw waarin de roman zich definitief aan het firmament meldde. Aanvankelijk namen romans vaak de vorm aan van fictieve reisverhalen, naar bestaande maar ook naar verbeelde plaatsen. Het imaginaire reisverhaal was bij uitstek een genre waarin schrijvers hun eigen samenleving via satire of utopie een spiegel konden voorhouden; zij schiepen voor zichzelf een fictionele ruimte voor maatschappijkritiek. In de tweede helft van de eeuw begonnen zich de contouren af te tekenen van de moderne psychologische roman. In navolging van buitenlandse bestsellerauteurs kozen Nederlandse schrijvers voor de vorm van de briefwisseling om de innerlijke wereld van hun hoofdpersonen te veruitwendigen. Zij konden dit doen omdat de brief zich in de 18de eeuw ontwikkelde van een door allerlei conventies gedicteerde uitingsvorm tot een iets vrijere vorm met meer ruimte voor bespiegeling en introspectie. Leemans en Johannes hadden deze ontwikkeling buiten beschouwing kunnen laten, maar de lezer had dan de opkomst en betekenis van de roman veel minder goed kunnen plaatsen, en dus komen ook brieven, dagboeken en autobiografieën aan bod. Het typeert de aanpak van de auteurs dat zij steeds ingaan op de wisselwerking tussen de wereld in en buiten de literatuur en zo van beide een beter begrip creëren.

Boekenkrant

Eerder verschenen in Geschiedenis Magazine