"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Zee nu

Dinsdag, 14 juni, 2022

Geschreven door: Eva Meijer
Artikel door: Marjon Nooij

Terrorvloed: de zee spreekt

[Recensie] Wat als de zee met een kilometer per dag terrein wint op ons land en het nooit meer eb wordt? In haar recente roman Zee nu schetst Eva Meijer (1980, filosoof, kunstenaar, singer-songwriter) het niet ondenkbare toekomstbeeld van de klimaatverandering in Nederland en de snelheid waarmee de zee de regie van de mens kan overnemen.

Dijken en duinen blijken niet hoog genoeg te zijn, of bezwijken gewoonweg door de druk van het opkomende water. De onheilstijding dat de zee zich met een kilometer per dag landinwaarts oprukt, is bewaarheid. Meijer geeft de zee de hoofdrol; dit benadrukt ze door middel van korte filosofisch bespiegelende cursiefjes die ingeleid worden door een stelling waarmee ze de zee een eigenschap toedicht. “‘De zee als hoeder van gedachten’, ‘… als dromenvanger’, ‘… als poortwachter.'”

Ontkenningsfase
Niet iedereen is zich bewust van de dreiging. De minister van Infrastructuur en Waterstaat bevindt zich nog in de ontkenningsfase, maar ondertussen probeert een bekende landelijke warenhuisketen al een slaatje te slaan uit de onrust onder de bevolking, door allerlei hulpartikelen tegen exorbitante prijzen aan te bieden.

Wetenschappers houden zich aan de theorie dat de stijging van het waterpeil het gevolg is van een zeldzame stroming door het verschuiven van aardplaten. “De Nederlandse kustlijn was in de geschiedenis vaker verschoven onder invloed van grote weersveranderingen”, maar niemand kon zich herinneren dat er ooit geen eb was.

Hereditas Nexus

Meijer verwerkt recente actualiteiten in haar verhaal, zoals klimaatontkenners en milieuactivisten, de coronapandemie, de noodzaak van verduurzaming, en zinspeelt op een fietsende minister-president – “Alleen samen kunnen we het water de baas” – die aan zijn vierde termijn bezig is en uit hoofde van zijn werk te maken heeft gehad met de tweede oliecrisis en de belastingdienst die op racistische gronden heeft gehandeld.

Wetenschappers en politici zien de noodzaak om snel te handelen niet unaniem in. Om paniek onder de bevolking de kop in te drukken, wordt er besloten om het nieuws omzichtig naar buiten te brengen. “We houden het op aardplaten, die kun je niet zien en zitten ver onder water, het klinkt redelijk onschuldig.” Defensie wordt ingezet om met zandzakken soelaas te bieden tegen het opkomende geweld, maar er wordt uit alle macht voor gewaakt dat er onrust wordt veroorzaakt.

“‘Als we nu beginnen over evacueren raakt iedereen in paniek.’
‘Als we nu niet beginnen over evacueren zijn we te laat.'”

Het gevaar van het wassende water veroorzaakt niet alleen onder de bevolking een exodus; ook aalscholvers en konijnen reppen zich richting het oosten. Kwallen en bultruggen komen met de stroming mee op het land. Tenminste… dat wat land was en zij nu als territorium zien.

Wanneer Meijers personages zich in een boot verschansen om op zoek te gaan naar overlevenden – en daarbij tegen gebouwen en kerktorens botsen – gaan de karakters psychologisch nergens de diepte in; ze blijven archetypen. Poëtische zinnen over existentiële thema’s, het lucide taalgebruik en hilarische noten die haar verhaal doordesemen, maken echter veel goed. Er is zelfs nog ruimte voor een vleugje magisch realisme.

De duidelijke boodschap van Zee nu is het gevaar dat ons zorgvuldig drooggelegde landje loopt. En dat het ons allemaal aangaat!

Eerder verschenen in Boekenkrant en op Met de neus in de boeken